Na een vluchtig genuttigde boterham blijkt er nog enige tijd over te blijven om nog wat goede muziek op te zetten. Wat heb ik lang niets beluisterd van die merkwaardige Fransman uit de vorige eeuw, Charles Alkan, jood van geboorte en - vermoedelijk toch wel om die reden - deerlijk miskend. Ik heb vrijwel alles van hem wat de laatste jaren door Marco Polo op cd op de markt is gebracht. Het meeste wat hij schreef is pianomuziek, maar ik zet vandaag de enige drie kamermuziekwerken op die hij heeft nagelaten. Er is echter geen tijd genoeg om de cd uit te horen.
Ruim voor vieren zijn we in Amsterdam in de Eggertzaal, behorende tot het Nieuwe-Kerkcomplex aan de Dam. Iedereen die zich heeft voorgenomen vandaag Tim Overbosch te komen vieren, is bijna al aanwezig als we binnenkomen. Ik zie vele bekende gezichten, vooral van Amsterdammers als Bert ter Schegget, Pater van Kilsdonk, Paul Aalders, Rudolf Boon, Willem Vogel, Huub Oosterhuis, Lowick Schoch, Sytze de Vries, de ‘jonge’ Miskotte en diverse leden van de vroegere Commissie Groot-Zuid, waarvan Overbosch van 1949 tot 1984 de zeer gewaardeerde voorganger is geweest.
Maar er zijn ook heel wat geest- en zielsverwanten van buiten de hoofdstad aangerukt: in de eerste plaats natuurlijk Willem Barnard en Hans Blankesteijn met diens vrouw Greet, die hier in de jaren tussen 1955 en 1980 samen met Overbosch op zo markante wijze liturgisch de bakens hebben verzet. Verder heb ik onder de aanwezigen ook al Hans Uytenbogaard, Joop Boendermaker, Wim Kist, Rien den Boer en Gertjan Buitink uit Brasschaat opgemerkt en - niet te vergeten - de enige nog levende zoon van de beroemde G. van der Leeuw, de Groningse godsdienstwetenschapper en liturgioloog, met wie Overbosch in zijn grote boek op het hoogste niveau in discussie is.
Na het eerste boek van Overbosch, Opstanding, dat ik in 1953 bij Uitgeversmaatschappij Holland heb gelectoreerd, is het mij nooit meer mogen lukken hem nogmaals tot boekuitgave van een keuze uit zijn meditaties en opstellen van theologische en algemeen-culturele aard te bewegen. Die bleven verstopt in tijdschriften en tijdschriftjes - tot dit moment, nu hij bijna 80 jaar oud is (en desondanks nog buitengewoon fit). Daarover gaat mijn niet al te diep gravend verhaal, waarmee ik in de Eggertzaal aan het woord kom.
Daarna komt Marcel Barnard, verwijderd familielid van Willem Barnard. Hij is Tim enkele jaren geleden opgevolgd als voorzitter van de Prof. Dr G. van der leeuw-Stichting. In het kort doet hij een poging om te verduidelijken dat en waarom hij, weliswaar dankbaar in de voetsporen van zijn voorganger tredend, zorgvuldig naar nieuwe wegen zoekt.
Als laatste treedt de gevierde man van deze dag zelf achter de lessenaar en daarna is het tijd voor de receptie, die om 6 uur wordt afgeblazen. Dan begeven Agnes en ik ons, samen met een beperkt aantal uitverkorenen naar de Epsom-zaal van het Ascot-hotel aan