Zijn wij alleen ernstig? Ernst van viering keert terug in ernst van gesprek. Maar vooral delen we blijheid en dartelheid met elkaar tijdens dit verblijf in het Toscaanse onderkomen. Terwijl Johannes Florentijnse antiquaren langsgaat om zijn slag te slaan door het onvermoede boek te kopen, bereidt Jessica examen in edelstenen voor en leert ons omtrent families van stenen en wijzen van slijpen.
Ik zelf probeer vooral studies op te zetten en slenterend door huis en hof spoedig in verborgenheid te schrijven studies voor te bereiden. Maar mijn meeste arbeidstijd gaat heen met het pak in de afgelopen jaren her en der in het licht gegeven materiaal waarvan ik hier en nu een boek wil samenstellen. Alvorens de aanstaande studieweg in te slaan, moet ik eerst schikken en in opruiming loskomen van gewezen zaken.
Anderhalfhonderd teksten, vooral kolomschrijfsels, poog ik te schiften en te schikken naar onderwerp en stemming, naar blijvendheid en vluchtigheid, teksten om niet te vergeten en teksten om te vergeten. Vergetelheid blijft niettemin betrekkelijk, zoals ook onttrekking aan vergetelheid betrekkelijk blijft. Dit betreft slechts tijd en leeftijd. Ik vergewis mij van Augustinus' les aan Petrarca. Een boek met gedachten lijkt duurzaam maar is het net zo min als een grafsteen. Een nu geplante boom geeft eerst schaduw aan kleinkinderen. Zal de door mij in de afgelopen dagen aangebrachte schifting en schikking een te lezen boek opleveren? Ook bijgedachten zijn gedachten. Ook terloops opgevangen berichten en terzijde gehouden overwegingen en toevallig opgetekende gebeurtenissen bepalen het leven en tekenen de levensloop.
We zitten rond de haard en maaltijden. Johannes heeft het vuur gestookt en Jessica de schotel bereid. Ik heb afgewassen en lees voor uit het althans nu nog voorlopige boek. In de met het hart geschreven teksten herkennen zij zich meer dan in de met het gemoed gevoerde strijd die hun nagenoeg onbekend is. Het een heeft met het ander van doen, verklaar ik nader. Maar ik luister ook en hang mijn oordeel naar hun oor als de huik naar de wind.
We nemen afscheid voor de nacht. Ik kus hen en maak het kruisteken op hun voorhoofd. Terug in mijn cel ontsteek ik de kaars en luister naar nachtelijke muziek op de radio. In blijheid mengt zich weemoed die het hart vult. Slapen en de weg gaan die ik ga.
Dr. Antoine Bodar (1945) woont in Amsterdam, is priester en doceert kunstgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit Leiden. Enkele publicaties: De schoonheidsleer van André Jolles (dissertatie, 1987), Gezellin van de stilte (1992), Eeuwigh gaat voor Oogenblick (interviews, 1992), Wandelen met de Heer (1994), Geheim van het geloof (1997).