jarig, dus met koffie én gebak uit de keuken opwaarts. Hier al net zoveel trappetjes en gangen als aan de Singel. Peters kamer ligt drie hoog aan de achterkant: de rust van tuinen, het gehamer van renovaties.
Ik haal de proef-omslag van Staphorst uit mijn tas. Steven van der Gaauw heeft er weer iets aparts van gemaakt. Enigszins in de stijl van de geestige omslag van Insekten. Vierkant formaat, bij Staphorst passende kleuren, beetje ‘boerse’ tekstverdeling:
KoosGee / rdsStap / horstGe / dichten ap. Staphorster-blauwe flappen. ‘Tja,’ beaamt Peter, ‘Steven maakt mooie dingen.’
We zetten ons tegenover elkaar aan tafel. Gedicht voor gedicht wordt bekeken, twee uur en een kwartier lang. Weer valt me op hoe nauwkeurig Peter de gedichten gelezen heeft, alle ‘actoren’ binnen het gedicht meeweegt, elk gedicht op z'n eigen merites beoordeelt. Of het nu om het ritme, een enjambement of een spellingskwestie gaat, hij brengt met tactvolle scherpte zijn vragen en bezwaren naar voren.
Aan het eind van de bespreking zijn er twee gedichten waar ik nog structureel naar zal kijken en eentje, waarin één woord ons beiden niet meer bevalt, maar waarvoor we zo gauw geen oplossing hebben kunnen bedenken.
Klokslag drie verlaat ik het pand en wandel terug. Zon, water, rondvaartboten, het Bagijnhof, De Slegte, Vondels Weeshuisrijm, een venter die de daklozenkrant verkoopt en met wie ik een praatje maak, een levend ridderstandbeeld-in-goud-en-brons op een geïmproviseerde sokkel op de Dam, het Publiek Paleis van Berlage, de trein van 15.36 uur naar het Noorden.
's Avonds thuis na het eten meteen achter de computer. Het ene gedicht - ‘Ouder dan het kerkhof en de kerk’ - geef ik een andere bladspiegel, zodat er meer lijn in komt. Oogt veel mooier zo. De tweede strofe lag aanvankelijk als een optische barricade tussen strofe 1 en 3. Nu is er nog steeds het ‘Wijde Gat’ tussen, maar poëtischer.
In ‘Soms waren er 's avonds stropers in het veld’ verander ik leuk door pal. De hazen komen nu dus ‘pal in het zonnetje’ van de lichtbakken te zitten. Peter had gelijk, ‘leuk’ was net iets te leuk in dit verband. Bovendien, valt me nu in, heeft een geweer (volgende regel) óók een pal...
Dan ‘Kamp Conrad’. Dit is lastiger. Peter vindt het tevéél parlando, eigenlijk haast geen gedicht. Ik besluit ten lange leste tot een vloeiender opening: ‘Buiten het dorp aan het kanaal lag kamp Conrad’. De volgende regels handhaaf ik substantieel, maar formuleer ik meer in de lijn van de openingszin. Ik introduceer een eindrijm, en wel van ee-klanken. Geeft iets opgewekts aan de trieste internering van die Molukkers, een ironisch contrast. Een mooie, maar bij nader inzien overbodige regel schrap ik. ‘Kill your darlings’, luidt een gouden voorschrift. De tweede strofe moet zo blijven. De late toevoeging van