Rogi Wieg uitgelezen (Liefde is een zwaar beroep). Ik moet denken aan een paar prachtige uitspraken van Puchinger in zijn (nog te publiceren) artikel over de Van Deyssel-biografie: ‘Met name Willem Kloos en Lodewijk van Deyssel hebben het grote nadeel ervaren van een teveel aan vrije tijd.’ En: ‘Wanneer er één duidelijke boodschap van dit boek uitgaat, dan is het deze: dat maatschappelijke arbeid wel een hinder is voor literaire creativiteit, maar het ontbreken daarvan een vloek kan zijn.’ Het is een ergerniswekend boek om de voortdurende respectloosheid (jegens Jeroen Brouwers, Carel Peeters, Michael Zeeman en anderen die veel meer formaat hebben dan Wieg), zelfingenomenheid en vooral domheid die ervanaf stralen. En na de walglijke, proleterige opmerking over Etty Hillesum heb ik op het punt gestaan het boek weg te gooien. Waarom heb ik het dan toch helemaal uitgelezen? Omdat mijn nieuwsgierigheid nóg groter was dan mijn ergernis.
Post. Weer een Centraal Weekblad waarin eigenlijk een artikel van mij had zullen staan, als ik niet zo cru van het ene op het andere moment door die Lútzen Kooistra aan de kant gezet was. (Een free-lancer is in dit opzicht vogelvrij.) Ik dacht: dan zal er wel weer, evenals met Pasen, zo'n babbelstuk van K. de Jong Ozn. in staan, maar nee, ook dat niet. Wel aandacht voor het kerklied (evangelisch en Liedboek). Lezen zodra ik tijd heb.
Koers: een interview met prof. Heering. (Idem.) De recensie van Tjerk herinnert me eraan dat ik snel dat boek van Troost over Barnard / Van der Graft moet kopen. Lijkt me zeer boeiend. Ook goed dat Van der Graft nu eens toegankelijk wordt gemaakt voor een breed publiek. Nu de P.C. Hooft-prijs voor zijn poëzie nog.
hn -Magazine. Die poëtische reflecties op de psalmen van Anton Ent lees ik ooit nog wel eens. Ents poëzie ‘leeft’ niet meer voor mij, maar als ik er weer induik, word ik prompt weer gefascineerd, weet ik. Weer geen recensie van het Paasoratorium in de cd-rubriek. Ik bleef er toch nog een beetje op hopen, maar het zal nu wel niet meer gebeuren, zo lang na Pasen. Misschien alsnog in de lijdenstijd volgend jaar?
Gebeld door ene meneer K. uit de gereformeerde kerk vrijgemaakt van Enschede-Oost, met de vraag of wij hier in Rotterdam-Centrum misschien een muziekreglement hebben. Ik heb nog nooit van een muziekreglement gehoord, maar na enige toelichting begreep ik dat er afspraken mee bedoeld worden voor orgelspel, orgel-onderhoud, muzikale vormgeving van de eredienst etc. Hij vertelde dat er vier organisten waren, die allemaal weer anders spelen en dat de gemeente daar nogal onzeker van wordt. Ik heb aangeboden wat te komen vertellen over liturgie en orgelspel. Dat zou hij ter vergadering brengen.
Tussen de 32 brieven van Wilma Vermaat aan Heeroma (die ik in huis heb om een lezing op de Wilmadag, morgen, voor te bereiden) zit een ongedateerde brief, die interessant