Van Gooten. Hij is directeur vaneen Grasdrogerij. Voor ons zit weduwe Scharreltjes. De laatste jaren denkt ze dat ze Mirjam is, de zus van Mozes. Soms tijdens de preek gaat ze staan en wil ze een reidans beginnen. Ja, dat is wel leuk.
Lieve toekomst. Misschien vraag je je af waarom ik je deze brief schrijf. Ik, een saaie, onbeduidende man. Wat heb ik je te zeggen? Wat zul je aan mijn brief hebben?
En toch. Toch. Weet je, ik ben eigenlijk niet wie ik ben. Natuurlijk, als ze ‘Berend’ roepen kom ik wel opdraven. Maar diep van binnen weet ik dat ik anders ben. Diep van binnen zit iemand die geen naam heeft maar er gewoon is.
En dat wil ik je schrijven. Dat wil ik overdenken. Dat wil ik bereiken: ik ben niet de persoon die straks onder die grafsteen ligt. Geloof de verhalen niet.
Zeker, ik kon goed beschuitbakken. Zeker, ik speelde heel aardig scrabble. Natuurlijk, ik was een plichtsgetrouwe ouderling.
Ik vertel je het ware verhaal. Via deze brief. Op deze dag. Vijftien mei, negentienachtennegentig. Om je te waarschuwen. Je te helpen. Om je geen gevangene van de aldi te laten worden.
Of klinkt dat te dramatisch? Te profetisch? Weet je, soms denk ik echt dat ik een profeet ben. Vanmiddag had ik dat nog. Ik was bezig deegbolletjes te draaien en toen overviel me weer dat immense gevoel dat ik heel dicht bij God was.
Ik moest mezelf aan de rand van de deegkuip vasthouden, anders was ik naar buiten gelopen, de straat op. En had geroepen: bekeer u! bekeer u! want het einde is nabij gekomen!
Trouwens, ken je die? God? God is niemand en iedereen. God is een Maker. Een Creator. God is een besef dat de tijd oneindig is. Een kennis dat al het menselijke zwoegen lachwekkend is.
Dat wil ik je zeggen. Neem de dingen niet serieus. De dingen zijn niet gemaakt om serieus te worden genomen. Het enige wat echt telt is waarvan je houdt. En dat moet je volgen.
Weet je, ik vertelde je wel van dat beschuitbakken en zo. En van die geluksgevoelens. Maar het is niet zo. Ik haat het werk. Ik haat de geur van meel. Ik haat het geluid van beschuit op een transportband. Ik haat al die klanten die maar blijven zeuren over dat ze weer een gebroken beschuit hebben aangetroffen.
Ik haat het.
Ik heb het nooit aangedurfd. Te doen waarvan ik hield. Ik heb keurig gedaan wat mijn ouders van mij vroegen. Ik ging braaf naar school. Ik ging netjes naar de kerk. Ik haalde op tijd mijn diploma's. Ik trouwde met een braaf meisje. Ik ging volgens alle verwachtin-