Grunberg: de leegte propageren. Bovendien zat het boek literair slecht in elkaar. Hij had geweigerd: een schrijver moet in een krant zijn boek niet gaan verdedigen.
Nu leest hij het gefaxte artikel nog eens door. Impulsief begint hij dan toch aan een reactie. Niet op de literaire kritiek, dat is niet aan de schrijver. Wel op het inhoudelijke aspect: dat het boek onchristelijk zou zijn. De woorden rollen vlot uit zijn vingers, maar hij merkt dat hij te cynisch wordt. Op zijn bureau als presse-papier een mortiergranaat uit Sudan.
Beneden in het halletje klinkt gestommel en hij schrikt op van het scherm.
‘Yo brother! Sorry dat ik laat ben. Ik moest alle artikelen nog op flop zetten.’ Het is de donkere rokersstem van Bart, Icarus-redacteur. ‘Ben je boven?’
‘Zeker. Neem koffie mee voor jezelf.’ Hij sluit het document af en bergt de fax op in een dossiermap. Het is beter maar niet te reageren.
Bart begroet hem bartiaans: een wurgende hug, een klap op de rug en de koffie gaat er bijna over. ‘Goed je weer te zien.’
Bart heeft de eindredactie overgenomen toen hij in Afrika zat, maar hij was druk met zijn freelancewerk. Er moet nog flink wat gebeuren voordat de kopij voor de komende Icarus meegegeven kan worden aan Jet, de opmaker. Om elf uur zal ze op de stoep staan.
Dan verschijnt ook Hilbrand, de jongen die even vol ideeën en gedachtesprongen zit als zijn gedichten. Gedrieën gaan ze aan de slag. Geredigeerde stukken nog een keer langslopen, een redactioneel schrijven, een werklijst maken voor de opmaak. Koffiedrinken. Myrthe de fles geven. Maar wij hebben Dommelsch.
Als Jet met de eerste helft van de kopij weer is vertrokken, ontvluchten ze de zinderende zolder en zoeken voor het resterende werk het dakterras op. Meer bier. Meer zomer.
Hij laat wat foto's zien. Het vliegtuig op de zanderige landingsstrip op de Zuid-Soedanese savanne; ondervoede kindertjes in een huttendorpje; hij met versgeschoren hoofd tussen de Dinka met hun geschoren hoofden; hun terreinwagen bijna tot aan de motorkap in het water; een voedseldropping boven Bahr-el-Ghazal.
Myrthe kruipt rond op een deken. Vandaag heeft ze drie vaders. Ze is echt een communekindje, een Icarus-baby. Ze hoeft maar aanstalten te maken tot huilen, of Hilbrand ontfermt zich over haar. Als Hilbrand haar niet de fles geeft, stoeit Bart wel met haar. Alleen de luiers, die mag haar vader doen. Hij voert Myrthe een bananenhapje, terwijl ze tegen de blote buik van Bart aan zit, die languit op de grond ligt. Bart veegt liefdevol met een slabbetje de klodders van haar kinnetje. Opeens beseffen ze hoe komisch de situatie is. Three men and a baby.
Als hij met Bart naar de snackbar loopt om een patatje te halen en ze samen de maxi-