wuste symboliek te zien. Was ook Van Eerbeek niet scheefgegroeid door wat hij als calvinisme beschouwde en hield hij zich uiterlijk niet met geweld in het gareel? Legde ook bij hem een liefhebbende hand niet een kleed over het harnas, toen het eenmaal op de stoel naast het bed lag?
Ik veronderstel dit, omdat er een brief bestond, die aan iemand van de familie bekend was die die brief lange tijd verdonkeremaand heeft, kennelijk om Van Eerbeek te beschermen. Die brief bevatte een soort dialoog tussen Van Eerbeek en zijn vader over het gebed. Deze brief had Louise toch in handen gekregen en geopend en toen ze die gelezen had, was ze in de war. Van Eerbeek heeft onmiddellijk die brief vernietigd, maar het kwaad was geschied.
Het gaat allemaal over Louise, maar zoals Van Eerbeek haar beschrijft, beschrijft hij zichzelf. Ik vraag me af, of hij haar niet gezien heeft als zijn ‘onderbewuste’.
Louise was door en door vroom, orthodox godsdienstig in alles. Maar dat was hij toch in wezen ook. Hij had zijn waarheidsziekte, zoals hij het noemt en zij haar authenticiteit. Wat is het verschil?
Zij was scherper dan hij. Hoe scherp was hij onder zijn literaire masker? Haar hekel thuis was groter dan de zijne, tot een lichamelijke aversie. Men leze Lichting '18 om te ontdekken, wat zijn hekel inhield.
Alleen door zwijgen, door ontkennen en door verdringing is schijnbaar een wankel evenwicht bewaard. Het is de vraag, of al de momenten, die Van Eerbeek zich verwijt, voldoende zijn om een duidelijke vorm van krankzinnigheid te veroorzaken. Maar het kunnen evenzovele aanleidingen geweest zijn.
Mogelijk is het gebrek aan onderlinge openheid in het ouderlijk gezin de oorzaak geweest, dat men zich tegenover elkaar nooit heeft uitgesproken en zichzelf en elkander heeft beschermd. Maar het gaat me te ver om dat calvinisme te noemen.
Wanneer Van Eerbeek in zijn kritiek op het calvinisme bijval vindt bij velen die niets van het calvinisme weten, evenals bij hen die er tegen beter weten in een karikatuur van hebben gemaakt, is dat niet zijn schuld. Zijn fout lijkt me, dat hij het calvinisme gelijk stelt aan het eigen, ongetwijfeld ten dele calvinistische milieu.
Piet Los (1924) woont in Hooglanderveen en is psychiater. Poëzie: Wijnazijn (1978), Een bromvlieg in de winter (1986). Verhalend proza: Spiegelbeelden (1992), Dood meisje en andere verhalen (1996). Pastorale lezingen: Onder anderen (1992), Van gelijke beweging als wij (1995).