Literatuur Zonder Leeftijd. Jaargang 32
(2018)– [tijdschrift] Literatuur zonder leeftijd– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 131]
| |
Herinneringen aan Karen Woets
| |
[pagina 132]
| |
Achmed staat bij de zandbak. Hij kijkt naar Noor. Hij kijkt heel lang naar haar. Dan zegt hij: je dampt. Noor kijkt naar beneden. Er komen wolkjes van haar af. Dat komt door de hete plas in het koude zand. Empathische humor als troost ging bij haar gepaard met een voor haar vanzelfsprekend verbod op het pesten van kinderen en het leedvermaak dat daarbij vaak ontstaat. Zij wist dat er ook humor bestaat die pijn doet en zij hield van Achmed omdat hij het omkeerde. Of in haar woorden: ‘In plaats van echt uitgelachen te worden, wordt Noor door Achmed getroost.’ In die geest engageerde zij zich ook met de islamitische cultuur in tijdschriften en schreef ze samen met Francien van Overbeeke-Rippen en Ruth Rozeboom het kloeke boek Woord zoekt Woord: Joden, Christenen en Moslims in gesprekken over teksten en tradities (Ankh-Hermes, 2010). Intussen had ze in haar doctoraalscriptie aangetoond dat jonge, zwakke lezers figuurlijke taal als ‘heel mooi dampen’ veel eerder kunnen begrijpen dan sommige prominente wetenschappers voor mogelijk hielden. Althans wanneer figuurlijke taal kinderen in het hart weet te raken. En intussen studeerde Karen hoogzwanger af en verraste ze ons de volgende dag met de geboorte van Tasniem.
Een tweede project waarin ik nauw met Karen heb samengewerkt bestaat uit boeken over Oorlog onderweg. Een over Tilburg in de Tweede Wereldoorlog, een over Brabant in de Tweede Wereldoorlog, met een handleiding en een evaluatie van die boeken (Provincie Noord-Brabant, 1995) waar nog een | |
[pagina 133]
| |
extra subsidie voor was verworven. Bij dat laatste was Karen de eerste auteur, en terecht: zij had er verreweg het meeste aan gedaan. Karen zorgde ervoor dat de tekst veel meer was dan een verslag van wat de kinderen van kinderboeken hadden opgestoken over de Tweede Wereldoorlog. Zij had ook aandacht voor de morele ontwikkeling van kinderen en liet met de gedichten die ze schreven ook hun gevoelens zien over die oorlog zoals bijvoorbeeld in dit gedicht van Koen Brörmann:
Komt hij terug?
Daar gaat hij dan
Het staat al bijna vast
Hij komt niet meer terug
Waarom gaat hij weg
Hij had het hier toch niet zo slecht
Daar gaat hij dan
Strijden voor het vaderland
Hij wou de mensen bevrijden
Hij komt niet meer terug
Zijn gezin laat hij in de steek
De kinderen moederziel alleen
Daar gaat hij dan
Als ze hem vinden...
Ik moet er niet aan denken
Hij komt niet meer terug
Ik zal hem missen
In ieders harten leeft hij voort
Daar gaat hij dan
Hij komt niet meer terug
Bij dat laatste couplet denken we allemaal niet aan de man maar aan de vrouw Karen die we erg zullen missen. | |
[pagina 134]
| |
Een derde project bestond uit haar dissertatie die ze in 2005 verdedigde.
Karen kon moeilijk nee zeggen, ze hield ook zoveel van diverse kinderboeken. Bijvoorbeeld als ze voor een artikel gevraagd werd. Ze nam daardoor soms veel hooi op haar vork met als uitzonderlijk gevolg dat de handelseditie Boeken voor de katholieke jeugd: Verzuiling en ontzuiling in de geschiedenis van Zwijsen en Malmberg (Walburg Pers) pas vijf jaar later verscheen. Maar ook al moest er lang gewacht worden, er kwam toen wel een erudiet, mooi geschreven en uitgebalanceerd boek ter tafel in het perspectief van het lees-, geschiedenis- en aardrijkskunde-onderwijs. Bovendien gaf ze een verrassend en nog onbekend beeld van de nauwe banden die de Arendsoog- en Puk en Muk-series hebben met het werk van Karl May en Wilhelm Busch. Daarover schreef ze ook in twee artikelen in een Duits Lexicon.
Karen werkte mee aan tal van symposia als organisator en redacteur, spreker en auteur. Ons laatste symposium had de titel Helden, idolen en iconen in de jeugdliteratuur (Tilburg University, 2013). In dat perspectief interviewde ze ook nog eens illustratoren als Annemarie van Haeringen en had ze oog en oor voor haar humoristische weergave van de Bijbel in bijvoorbeeld deze zin: ‘Zo laat ik de kleine Jozef een speelgoedkarretje voorttrekken in de vorm van een kameeltje.’ Deze geestige fijngevoeligheid viel zeer in de smaak bij de Tilburgse kinderboekwinkel De Zevensprong. Dat bleek toen ze Sylvia Weve niet kon interviewen omdat ze eerst haar tweede proefschrift af wilde krijgen. Als haar plaatsvervanger zag ik toen hoe hoog winkelier en neerlandica Anja Snater haar had zitten blijkens een mail aan Sylvia: ‘Karen neemt altijd de kinderboekeninterviews voor haar rekening voor ons, zij doet dat erg goed. Ze verdiept zich heel goed in het werk, ze is zelf bescheiden aanwezig en als er kinderen zijn, betrekt ze die in haar vragen.’ | |
[pagina 135]
| |
Ten slotte, het laatste woord aan Karen uit haar bespreking van het thema van de Kinderboekenweek Opa's en Om's. Prachtig typeert ze het boek Een opa om nooit te vergeten van Bette Westera. Ik citeer:Ga naar voetnoot2 Het verbond dat kinderen kunnen hebben met hun grootouders spreekt in het prentenboek Een opa om nooit te vergeten uit de herinneringen die Joost en zijn moeder aan hem ophalen, net voordat opa begraven wordt. Opa speelde kiekeboe, cowboy en piraatje, en als Joost bij hem ging logeren, herinnerde de knoop in zijn grote, rode zakdoek hem eraan dat hij muisjes, koekjes, friet, komkommer en aardbeienijs moest kopen. Achter die zakdoek speelde opa kiekeboe, en van die zakdoek maakte hij een zeil, maar ook een lapje voor de kapotte knie van Joost. En Joost legt er een knoop in aan het eind van het verhaal met de woorden: ‘Opa was een opa om nooit te vergeten!’ Om te lezen en te bekijken met kinderen vanaf 5 jaar. Dit prentenboek kreeg een Vlag en Wimpel van de Griffeljury en een Pluim van de maand. |