Literatuur Zonder Leeftijd. Jaargang 31
(2017)– [tijdschrift] Literatuur zonder leeftijd– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1]
| |
Literatuur zonder leeftijd 104 | |
[pagina 7]
| |
‘Waarlijk schrijven’Ga naar voetnoot1
| |
[pagina 8]
| |
Alain Verster en de ABC-project auteurs Iduna Paalman, Pieter de Wit en Roelof ten Napel vertellen over hun persoonlijke ervaringen met Edward en over hoe hij hen heeft weten te inspireren. Voor wat zijn werk betreft is er natuurlijk ruime aandacht voor de poëzie die Edward van de Vendel schreef. In de bijdrage van Annette de Bruijn staan Superguppie en Chatbox centraal, terwijl Michel De Dobbeleer de stripgedichten die Van de Vendel samen met Floor de Goede maakte, onder de loep neemt. De Goede is één van de illustratoren waar hij mee heeft samengewerkt. Andere illustratoren komen aan bod in de tekst van Kris Nauwelaerts die laat zien hoe Van den Vendel heel bewust op zoek gaat naar tekenaars met wie hij aan de slag kan gaan. Van ‘blinde samenwerking’ moet hij niets hebben. De eerste indruk is cruciaal en vormt de basis voor een partnerschap die gekenmerkt wordt door persoonlijke betrokkenheid. Uiteraard mocht zijn trilogie over Tycho en Oliver niet ontbreken in dit nummer. De drie adolescentenromans zijn vele malen bekroond en er is al veel over gezegd en geschreven. In haar bijdrage kiest Kyra Fastenau voor een nieuwe invalshoek: ze gaat in op de rol die de stad en de natuur spelen in de coming-of-age van beide personages. Vanessa Joosen richt haar zoeklicht op weer een ander genre, namelijk dat van de sprookjesbewerking. Ze bespreekt zijn prentenboekenbewerkingen van de klassieke sprookjes van Roodkapje en Blauwbaard en analyseert hoe ze breken met belangrijke conventies van het genre. Zo weerspreekt Van de Vendels Roodkapje het idee van het onschuldige kind en is Louise uit Griezelmeisje daadkrachtiger dan we van sprookjespersonages gewend zijn. Last but not least is er in dit nummer een bijdrage van Jan van Coillie over Van de Vendel als vertaler. Edward van de Vendel en ik zijn elkaar sinds 1997 nog regelmatig tegengekomen, vooral op studiedagen en symposia waar aandacht werd gevraagd voor jongeren-/adolescentenliteratuur, een genre dat ons beiden na aan het hart ligt. Van de dichter die hij twintig jaar geleden was, is hij nu geworden tot een schrijver die Vanessa Joosen in haar bijdrage terecht typeert als een ‘literaire duizendpoot’. Een schrijver bovendien die in zijn werk gedreven wordt door de ambitie boeken te schrijven die lezers in hun hart willen sluiten.
Helma van Lierop-Debrauwer |
|