Literatuur Zonder Leeftijd. Jaargang 31
(2017)– [tijdschrift] Literatuur zonder leeftijd– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 24]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
Universele verhalen
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 25]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
mee die is uitgereikt. Wat waren de oorzaken en gevolgen van de reglementswijziging? Aan de hand van de gepubliceerde juryrapporten schets ik de belangrijkste eigenschappen van de boeken die de afgelopen 35 jaar bekroond zijn met de JSI-prijs. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
De Jenny Smelik-Kiggenprijs (1983-1990)De prijs is bestemd voor kinder/jeugdboekenauteurs- en illustratoren die zich speciaal richten op of een beeld geven van kinderen van etnische minderheden (en hun ‘thuislanden’) in ons land. De prijs wordt jaarlijks toegekend, afwisselend aan een auteur of illustrator, die bij voorkeur zelf uit de groepen van de etnische minderheden voortkomt. De prijs heeft bij aanvang het karakter van een aanmoedigingsprijs. Op 27 april 1983 wordt de Jenny Smelik-Kiggenprijs voor het eerst uitgereikt. IBBY-Nederland vond met het legaat van Jenny Smelik-Kiggen een bestemming in de prijs, die past bij de overtuiging van de organisatie dat boeken één van de meest effectieve middelen zijn om humaniteit, tolerantie en internationaal begrip te bevorderen (IBBY-NL, z.d.). De prijs is te beschouwen als een manier om uiting te geven aan deze overtuiging. Geertje Gort ontvangt als eerste de bekroning voor haar boek Filiz (1982), dat gaat over een meisje dat opgroeit tussen de culturen van enerzijds haar Nederlandse moeder en anderzijds haar Turkse vader. In dit boek wordt ‘een brug geslagen tussen de ideeën, zeden en gewoonten van Turken en Nederlanders’, zo luidt het juryrapport (Duijx, 2004, p. 2). Bij deze eerste uitreiking blijkt al dat het moeilijk is te voldoen aan de voorkeur om de prijs uit te reiken aan een auteur of illustrator die afkomstig is uit een etnische minderheid. Het aanbod van boeken van auteurs of illustratoren met een dergelijke afkomst is naar alle waarschijnlijkheid te gering (vgl. de bijdrage van Sandra van Voorst elders in dit nummer). Gort is in 1941 geboren te Leeuwarden als dochter van Hollandse ouders (uitgeverij Leopold, z.d.). Nochtans houdt ze zelf niet van grenzen en etiketten, en benadrukt ze in haar boeken dat alle mensen interessant en gelijk zijn. In de twee daarop volgende jaren wordt de prijs conform de doelstelling uitgereikt. In 1984 ontvangt de Rotterdamse Kunststichting de bekroning | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 26]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
voor een bijdrage op illustratief gebied. Daarna wordt de in Nederland wonende Turkse schrijver Şaban Güneş bekroond voor zijn manuscript De koffer (1988). Beide keren benadrukt de jury het aanmoedigende karakter van de prijs. Het concept blijkt succesvol, want De koffer van Güneş, over een in Turkije wonende jongen die jaarlijks wacht op zijn in Nederland werkende vader, verschijnt in 1988 bij uitgeverij Leopold. In 1986 wordt geen winnaar bekroond. Geen enkel boek of manuscript is in dit jaar geschikt bevonden, al wordt er wel een werkbeurs gegeven aan de illustrator Burhan Kum. Voor het bestuur van IBBY-Nederland is het een reden om aan de Klasina Smelikstichting voor te stellen het reglement aan te passen en de doelstelling breder te formuleren (Duijx, 2004, p. 2). Vanaf dan wordt het mogelijk dat een auteur en illustrator de prijs zouden kunnen delen en de doelstelling dat het een stimuleringsprijs moet zijn, wordt losgelaten. De prijs hoeft aldus niet meer aan een auteur of illustrator worden uitgereikt die aan het begin van de carrière staat, maar mag ook uitgaan naar een kunstenaar met meer ervaring. Met zijn kinderboekendebuut Mijn dappere moeder (1986) is Halil Gür in 1987 de vierde winnaar van de prijs. De jury looft ‘het universele karakter’ van de autobiografische verhalenbundel, over de belangrijke rol die zijn moeder in Gürs jonge leven speelt, waarmee hij ‘internationaal begrip’ zou bevorderen (Duijx, 2004, p. 2). Gür is hiermee geslaagd in het doel dat hij zichzelf stelde: om in zijn boeken een andere wereld te willen laten zien dan de huidige westerse wereld (Leesplein, z.d.). Een jaar later wint wederom een schrijver-illustrator met Turkse achtergrond de prijs: Can Göknil ontvangt die voor de illustraties van het manuscript De kleine groene worm, dat uiteindelijk niet uitgegeven wordt. In 1989 neemt de uit Syrië afkomstige en in Duitsland woonachtige Rafik Schami de prijs in ontvangst voor Een handvol sterren (1987), een boek dat volgens de jury uitstijgt ‘boven de grenzen van Syrië’ (Duijx, 2004, p. 3.). Dat is het laatste jaar dat de bekroning in de toenmalige vorm, onder de vlag ‘Jenny Smelik-Kiggenprijs’, toegekend wordt. Daarna verandert hij van naam en reglement. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 27]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
De Jenny Smelik IBBY-prijs (1990-1998)De Jenny Smelik IBBY-prijs (voorheen de Jenny Smelik-Kiggenprijs) (...) wordt toegekend aan een auteur of illustrator of initiator van jeugdliterair werk dat een bijdrage levert aan de totstandkoming van een beter begrip voor mensen uit ‘minderheidsgroepen’, waaronder allochtonen. Bij voorkeur wordt deze prijs toegekend aan oorspronkelijk in het Nederlands geschreven werk. (Jenny Smelik IBBY-prijs juryrapport, 1996). De vijver van verhalen die een beeld geven van etnische minderheden blijkt niet groot genoeg om er jaarlijks een winnaar uit te vissen. In 1990 wordt de prijs omgedoopt tot de Jenny Smelik IBBY-prijs en er wordt rond deze tijd een nieuw reglement opgesteld. Verschillende jury's zouden hebben aangegeven dat er te weinig boeken zijn om jaarlijks de prijs uit te reiken (Duijx, 2004, p. 1). Het IBBY-bestuur wilde meteen ook het prijzengeld verhogen. In 1990 en 1991 wordt de prijs nog wel uitgereikt, met in het juryrapport de vermelding dat het om een jaarlijkse prijs gaat met een toekenning van 3000 gulden. In het juryrapport van 1990 is te lezen dat de jury verrast is dat in verhouding tot eerdere jaren meer boeken tot de laatste ronde door drongen. Klaus Kordon wint dat jaar de prijs voor zijn boek Moenli en de moeder van de wolven (1989). In het juryrapport van 1991 is echter een kritische noot van de jury op te merken over de gelezen boeken. Naar aanleiding van de zestien verhalen, die merendeels gesitueerd zijn ‘in een arm en/of derde wereldland waarbij de politieke situatie en het verzet tegen het onderdrukkende regime de basis van het plot vormden’, merken zij op dat de realistische beschrijving ervan ‘niet automatisch meer begrip en inzicht voor allochtone groepen in Nederland’ oplevert (JSI-prijs juryrapport, 1991). Kennelijk is er meer nodig dan een waarheidsgetrouwe beschrijving van een situatie om tot inleving te kunnen komen. De prijs wordt dat jaar toegekend aan de herziene uitgave van Matabia van Marion Bloem (1990). De jury looft het boek als een ‘prachtig en literair hoogstaand verhaal waarin de raak uitgediepte gevoelens meer centraal staan dan de gebeurtenissen’ (JSI-prijs juryrapport, 1991). Juist door de gevoelens van een Indisch meisje dat opgroeit in Nederland uit te diepen, draagt Bloem bij aan een beter begrip voor deze groep immigranten. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 28]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
De prijs verandert van een jaarlijkse in een driejaarlijkse prijs. Deze verandering is merkbaar wanneer de prijs na 1991 slechts in 1993 en in 1996 wordt uitgereikt. De prijs wordt dat jaar voor de tiende keer toegekend en wel aan De weg naar het noorden (1995) van Naima El Bezas. De jury signaleert dat jaar een groeiend aanbod van boeken die voldoen aan de criteria van de prijs en juist de problematiek aan de orde stellen rond de integratie van verschillende culturen. ‘Kinderboeken lijken steeds mondialer te worden,’ zo luidt de vaststelling (JSI-prijs juryrapport, 1996). | |||||||||||||||||||||||||||||||||
De Jenny Smelik IBBY-prijs, een tweejaarlijkse prijs (1998-2016)De prijs wordt toegekend aan jeugdliterair werk, waarin de cultuur van etnische minderheden aan de orde komt en wel zo dat het een bijdrage levert aan de totstandkoming van een beter begrip voor mensen uit ‘minderheidsgroepen’ in de breedste zin van het woord. (Jenny Smelik IBBY-prijs, juryrapport, 2008). De positieve constatering van de jury in 1996 over het groeiende aanbod van titels die kans maken op de prijs draagt er mogelijk aan bij dat die sinds 1998 tweejaarlijks wordt uitgereikt. In dat jaar wordt de Klasina Smelikstichting opgeheven en het kapitaal dat aan de basis lag van de prijs wordt overgedragen aan IBBY-Nederland, die de prijs sindsdien geheel in beheer heeft. De jury geeft in het rapport van dat jaar aan vele relevante jeugdliteraire werken uit de twee voorgaande jaren te hebben gelezen. Een groot deel hiervan wordt ‘zeer de moeite waard’ genoemd, vaak door inhoud, soms door vorm, en een enkele keer ook door de combinatie hiervan. De winnaar dat jaar is de bundel FeestVerhalen (1997) samengesteld door Jos van Hest en Saskia van der Valk. De bundel met vijftig verhalen over feesten die ergens in het jaar door meerdere bevolkingsgroepen in de ‘multiculturele samenleving’ van Nederland worden gevierd, wordt geprezen om de vormgeving en de inhoud, die ‘fraai’ en ‘boeiend’ wordt genoemd (JSI-prijs juryrapport, 1998). Twee jaar later wordt het literaire karakter van het winnende boek Bezoekjaren (1998) van Joke van Leeuwen en Malika Blain gewaardeerd. De literaire verbeelding in het boek zou universeel zijn en daarmee voor | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 29]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
ieder kind van elke cultuur herkenbaar, een belangrijk criterium voor de prijs (JSI-prijs juryrapport, 2000). In 2004 blijft volgens de jury echter slechts een klein stapeltje van boeken over die passen binnen de doelstelling van de prijs. Van die titels springt Een dubbel vuurteken (2002) van Gerda van Erkel, over een Japans meisje dat uit de gemeenschap wordt gestoten, het meest in het oog. Het wordt dan ook bekroond. Daarnaast wordt dat jaar voor het eerst een eervolle vermelding gegeven. Liesbeth Ruben en Babette van Ogtrop ontvangen eer en financiële beloning voor De Paradijsstraat, een boek dat aansluit bij de tentoonstelling Paradijs & Co in het Tropenmuseum dat jaar (JSI-prijs juryrapport, 2004). In 2006 weerklinkt in het juryrapport teleurstelling over het aantal boeken dat door uitgeverijen wordt ingezonden voor de prijs. De jury vraagt zich af of dit betekent dat de aandacht voor het interculturele boek verslapt, of dat het multiculturele niet meer aantrekkelijk is, of dat het publiek er genoeg van heeft of dat het voor schrijvers te gewaagd/onbekend is om over te schrijven. Ze stelt vast dat een eenduidig antwoord hierop niet te geven is, maar dat wel opvalt dat er weinig schrijvers van allochtone afkomst te vinden zijn in kinderboekenland, in tegenstelling tot in de wereld van de volwassenenliteratuur. Lof gaat dat jaar uit naar Foead en de vliegende badmat (Querido, 2004) van Karlijn Stoffels, vanwege de manier waarop het multiculturele aspect in het verhaal wordt verwerkt. Volgens de jury is het terloopse karakter ervan een bevrijding na ‘expliciete boodschappen en verlicht georiënteerde boeken’ (JSI-prijs juryrapport, 2006). De opmerkingen van de jury over het verminderde aanbod van boeken geschreven en/of geïllustreerd door auteurs afkomstig uit een minderheidsgroep heeft wellicht tot gevolg dat de focus in de doelstelling van de prijs verschuift. In plaats van dat de maker van een werk bekroond wordt, is in het juryrapport van 2008 te lezen dat de prijs wordt toegekend aan een ‘jeugdliterair werk’ (JSI-prijs juryrapport, 2008). De aandacht verschuift hiermee naar het werk en gaat niet meer in eerste instantie uit naar de schrijver/illustrator en zijn/haar achtergrond. Vooral van belang is dat het boek zelf begrip opbrengt voor minderheidsculturen. In 2010 klinkt er weer een positief geluid als het gaat om het aanbod van kanshebbers. De doelstelling van de prijs komt volgens de jury in een aantal boeken goed naar voren. Ze noemt het opvallend dat er na een eerste | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 30]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
selectie deze keer meer gegadigden waren voor de prijs dan voorgaande keren en dat er over verschillende waardevolle boeken werd gediscussieerd (JSI-prijs juryrapport, 2010). Naast een eervolle vermelding voor het beeldverhaal De aankomst (2008) van Shaun Tan gaat de prijs naar De gelukvinder (2008) van Edward van de Vendel en Anoush Elman. De literaire taal en de vertelwijze zorgen er volgens de jury voor dat er een aangrijpend en boeiend verhaal is ontstaan dat tegenwicht biedt aan ‘het groeiend wantrouwen in de hedendaagse maatschappij’, waarin ‘zo gemakkelijk’ gesproken wordt over het uitzetten van asielzoekers (JSI-prijs juryrapport, 2010). Waar er in 2010 ook al gelet wordt op de opbouw van het verhaal, gaat de jury in 2012 nog een stap verder. De jury noemt dat jaar expliciet dat ze een boek wil bekronen vanwege de taal, de opzet en de structuur. ‘Het winnende boek moet lezers verleiden. Alleen dan kan het doel van de prijs optimaal gerealiseerd worden,’ zo klinkt het in het rapport (JSI-prijs juryrapport, 2012). De winnaar van dat jaar, Trash (2011) van Andy Mulligan, is volgens de jury een geloofwaardige roman die ‘een verre wereld heel dichtbij weet te brengen’ (JSI-prijs juryrapport, 2012). Door afwisseling van het vertelperspectief zou de lezer in de hoofden van de personages kunnen kruipen en zich daarmee beter kunnen inleven in de omstandigheden. Opvallend aan de laatste twee juryrapporten is dat er een verband wordt gelegd tussen de prijs en de wereld eromheen. In 2010 is deze trend al gezet met een verwijzing naar de maatschappij van dat moment, waarin asielzoekers niet zomaar een plaats vinden. Het juryrapport van 2014 spreekt over een tijd waarin gebrek aan begrip voor mensen met een andere etnische achtergrond en/of geloof kan leiden tot gewelddadige conflicten. De waarde van de prijs, die juist dit wederzijdse begrip wil vergroten, kan volgens de jury niet overschat worden (JSI-prijs juryrapport, 2014). Twee jaar later wordt zelfs gesproken van een ‘woelige’ tijd, waarin de prijs aanvoelt als ‘een noodzaak’ (JSI-prijs juryrapport, 2016). ‘Het is meer dan ooit belangrijk dat we literatuur aanmoedigen waarin het lot van vluchtelingen, migranten en minderheden onder de aandacht gebracht wordt,’ zo luiden de woorden van de jury dat jaar. Geconstateerd wordt dat het aanbod van cultureel diverse jeugdliteratuur helaas erg klein is en dat de kwaliteit daarbij tegenvalt. Als er vervolgens al sprake is van migratie, minderheden en multiculturaliteit, dan is dat volgens de jury vaak in een negatieve sfeer. De boeken die dat jaar | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 31]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
bekroond worden, De Duik (2014) van Sjoerd Kuyper en Sanne te Loo en een eervolle vermelding voor Mijn opa de trekvogel (2015) van Liesbeth Ruben, vallen juist op vanwege de positieve insteek. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
ConclusieIn het 35-jarige bestaan van de Jenny Smelik IBBY-prijs is er twintig keer een winnaar bekroond. Het reglement van de prijs heeft in de loop der tijd een verandering doorstaan. Waar de prijs in eerste instantie uitgereikt werd aan een auteur en/of illustrator afkomstig uit een etnische minderheidsgroep, gaat de prijs anno 2017 naar jeugdliterair werk dat begrip voor mensen uit ‘minderheidsgroepen’ in de breedst mogelijke zin bevordert. De focus is hiermee verlegd van de maker van het werk naar het jeugdliteraire werk zelf. Mogelijk is dit een gevolg van het gemis aan jeugdliteraire auteurs met een andere etnische achtergrond. Daarbij is uit de juryrapporten op te maken dat de kwaliteit van verhalen die kans maakten op de prijs niet constant was. Er ontbrak daardoor regelmaat in de uitreikingen, al is van de laatste twintig jaar op te merken dat deze gelijk is gebleven. Begrip voor mensen met een andere etnische achtergrond wordt niet vanzelfsprekend gecreëerd door een realistische beschrijving van een situatie. Er is meer voor nodig om tot inleving te komen: literaire kwaliteit wordt gevormd door taal, structuur en de opzet van een verhaal. Alleen dan kan het doel van de prijs optimaal gerealiseerd worden. In 2018 wordt de Jenny Smelik IBBY-prijs voor de eenentwintigste keer uitgereikt. Het is te hopen dat in het juryrapport geen melding hoeft te worden gemaakt van de roerige tijd waarin de prijs wordt uitgereikt. Mocht dit wel zo zijn, dan valt er te hopen dat de boeken die bekroond zijn met de Jenny Smelik IBBY-prijs een positieve invloed hebben op de denkbeelden van lezers met welke achtergrond dan ook. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
Secudaire literatuur
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 32]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 33]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
Winnaars Jenny Smelik IBBY-prijsGa naar voetnoot1
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 34]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
|