| |
| |
| |
Over de auteurs
Sander Bax
Werkt als universitair docent literatuurwetenschap, cultuurgeschiedenis en vakdidactiek Nederlands bij het departement Cultuurwetenschappen van de School of Humanities aan Tilburg University. In 2007 promoveerde hij op het proefschrift De taak van de schrijver. Het poëticale debat in de Nederlandse literatuur, 1968-1985. Hij schreef onder meer voor Ons erfdeel, Poëziekrant, yang, nY, Trouw, De Leeswolf en De Reactor. Daarnaast is hij redacteur van het Kritisch Literatuur Lexicon en Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. In het voorjaar 2015 verscheen zijn monografie De Mulisch Mythe bij Uitgeverij Meulenhoff.
| |
Aidan Chambers
Studeerde Engels en ging daarna lesgeven op een middelbare school. Om zich te verdiepen in religie bracht hij zeven jaar door in een Anglicaans klooster, maar uiteindelijk koos hij toch voor het schrijversvak. Belangrijke thema's in Chambers boeken zijn het zoeken naar identiteit, seksualiteit, vriendschap en trouw. Je moet dansen op mijn graf betekende een internationale doorbraak. Hij won meerdere keren een Zilveren Griffel en in 2002 de Hans Chr. Andersenprijs.
| |
Jan van Coillie
Promoveerde in 1988 op een studie over de kinderliteratuur in Vlaanderen in de negentiende eeuw. Hij is professor Nederlandse taalbeheersing aan de faculteit Letteren van de KU Leuven, campus Brussel, waar hij ook jeugdliteratuur en jeugdliteratuur in vertaling doceert. Hij publiceerde tal van artikelen en boeken over kinderpoëzie, de geschiedenis van de jeugdliteratuur, sprookjes en jeugdliteratuur in vertaling en adaptaties voor de jeugd. Hij is ook actief als recensent, vertaler en auteur.
| |
| |
| |
Liselotte Dessauvagie
Was leerkracht basisonderwijs en jeugdbibliothecaris en studeerde Onderwijskunde aan de Universiteit van Amsterdam voordat zij zich met haar eigen bedrijf Dessgevraagd voltijds ging inzetten voor leesbevordering. Ze geeft trainingen zoals Open Boek en Leesconsulent en werkt mee aan diverse projecten voor onder andere Stichting Lezen. Ze studeerde in 2013 af bij de masteropleiding Jeugdliteratuur aan Tilburg University met En toch is alles echt gebeurd. De representatie van het Nederlandse Slavernijverleden in Nederlandse jeugdboeken die zijn opgenomen in de canon van Nederland.
| |
Jacques Dohmen
Was tot 2009 redacteur bij uitgeverij Querido en verantwoordelijk voor het kinderboekenfonds. Hier heeft hij veel literaire kinderboekenschrijvers mogen begeleiden, waaronder Imme Dros, Wim Hofman en Toon Tellegen.
| |
Karel Eykman
Begon met schrijven in de schoolkrant op het gymnasium. In 1956 ging hij theologie studeren in Utrecht, daarna was hij jeugdpredikant in Rotterdam en Amsterdam. In 1970 kwam hij bij de IKON-televisie, waar hij Bijbelverhalen voor kinderen bewerkte. Eijkman schreef teksten voor onder meer de Stratenmaker op-zee-show, Jan J. de Bom, De film van Ome Willem, Geef je ouders maar de schuld, Sesamstraat en Het Klokhuis. Daarnaast heeft hij ook talloze kinderboeken geschreven, zoals De vreselijk verlegen vogelverschrikker, dat in 1975 een Zilveren Griffel won.
| |
Rolf Erdorf
Full time vertaler nederlands - duits sinds 1991. Ontving in 2005 voor zijn vertalingen en promotie van de Nederlandstalige kinder- en jeugdliteratuur de prestigieuze Martinus Nijhoff Prijs. Hij vertaalt onder meer boeken van Dolf Verroen, Floortje Zwigtman, Gideon Samson, Marita de Sterck en Edward van de Vendel. Van Ted van Lieshout vertaalde hij Boer
| |
| |
Boris (Bauer Benni fährt zum Strand) en Zeer kleine liefde (Sehr kleine Liebe).
| |
Philip Hopman
Studeerde aan de Rietveldacademie (afgestudeerd in 1985). Hopman heeft een groot aantal boeken geïllustreerd waaronder heruitgaven van Annie M.G. Schmidt's Wiplala (2007) en Wiplala weer (2009), en kreeg een Zilveren Penseel voor 22 Wezen (tekst Tjibbe Veldkamp, 1998). In 2010 maakte hij met Daan Remmerts de Vries het Kinderboekenweekgeschenk voor kleuters (Stimmy of het oerwoud in de stad). In 2015 maakte hij samen met Ted van Lieshout het prentenboek van het jaar: Boer Boris gaat naar zee. Vanaf 2012 werkt hij met Ted van Lieshout aan de succesvolle prentenboeken over Boer Boris.
| |
Vanessa Joosen
Is docent/onderzoeker jeugdliteratuur aan Tilburg University en professor jeugdliteratuur en Engelse literatuur aan de Universiteit Antwerpen. In 2012 ontving zij een Veni-beurs van NWO voor haar onderzoek naar de constructie van volwassenheid in kinderboeken.
| |
Jan Kok
Studeerde Nederlandse taal en letterkunde en theaterwetenschappen in Utrecht. Hij was dramaturg en eindredacteur van Sesamstraat (1987-1999), dramaturg van Het Klokhuis (1987-2006), eindredacteur en medebedenker van Met het Mes op Tafel, Circus Kiekeboe, Popquiz a GoGo, Dichter des Vaderlands, Avond van het Boek en verschillende andere programma's van de NOS/NPS/NTR.
| |
Pjotr van Lenteren
Bespreekt jeugdliteratuur in de Volkskrant, waar hij ook auteursportretten en opinieverhalen voor schrijft. Daarnaast werkt hij als opleidingsmanager en adviseur bij een journalistiek bureau. Hij was de eerste student van
| |
| |
professor Helma van Lierop in Leiden en studeerde af op een scriptie over de ontwikkeling van smaak en leesvoorkeur bij kinderen. Als De Gelukkige Lezer is hij actief op Twitter en Facebook.
| |
Joke Linders
Biograaf, vertaler, criticus, docent, lezer. Haar kennis van en liefde voor (jeugd)literatuur legde zij onder meer vast in biografieën van Annie M.G. Schmidt, Max Velthuijs, Han G. Hoekstra, An Rutgers van der Loeff, Dick Bruna en Fiep Westendorp, in Trage post voor Anna Johanna en Ik hou zo van de Gouden Boekjes.
| |
Kris Nauwelaerts
Na zijn kunstopleiding Vrije Grafiek werd hij illustrator/vormgever van kinderboeken. Vrij snel gaf hij er de voorkeur aan om prentenboeken te illustreren. Hij werd docent ‘illustratieve vormgeving’ aan de Mad-Faculty te Hasselt waar hij in 2015 zijn doctoraat behaalde.
| |
Selma Niewold
Geeft Nederlands op het Spinoza Lyceum in Amsterdam. Ze werkte tijdens en na haar studie in de Openbare Bibliotheek van Amsterdam, onder andere als jeugdbibliothecaris. Ze recenseerde kinder- en jeugdliteratuur voor de Volkskrant en zat in diverse jury's.
| |
Tiny la Roi
Richt zich in haar advies- en onderzoekspraktijk Lezenslust op leesbevordering en literatuureducatie voor jong en oud. Zij onderzocht de literaire competentie van pabostudenten en leerlingen in het basisonderwijs (2012). In opdracht van Stichting Lezen analyseerde zij de leesvoorkeur van basisschoolleerlingen en de voorleesvoorkeur van hun leerkrachten: Mijn leukste, spannendste, coolste, vetste... boek (2010).
| |
| |
| |
Linda van Scherrenburg
Is afgestudeerd aan de masteropleiding Jeugdliteratuur van Tilburg University en publiceert regelmatig in Literatuur zonder leeftijd. Zij heeft ruim anderhalf jaar in De Utrechtse Kinderboekwinkel gewerkt en is tegenwoordig fulltime bureauredacteur bij uitgeverij Unieboek | Het Spectrum (kinder- en jeugdboeken van Van Holkema & Warendorf en Van Goor).
| |
Dolf Verroen
Debuteerde in 1957 als kinderboekenschrijver. Verroen kreeg voor zijn boeken drie keer een Zilveren Griffel en zijn boeken zijn vaak getipt of bekroond door kinderjury's. In 2006 kreeg hij in Duitsland een dubbele onderscheiding voor Wie schön weiß ich bin, de vertaling van Slaaf kindje slaaf: de Gustav-Heinemann-Friedenspreis für Kinder- und Jugendbücher en de Deutscher Jugendliteraturpreis. In 2011 maakte hij samen met Thé Tjong-Khing het prentenboek van de Kinderboekenweek: De prins op het witte paard.
|
|