Literatuur Zonder Leeftijd. Jaargang 29
(2015)– [tijdschrift] Literatuur zonder leeftijd– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 157]
| |
Ted: een al dan niet-vertaalverhaal
| |
[pagina 158]
| |
of een oeuvre. Werkt in Nederland zeker, maar in Duitsland is Ted van Lieshout met dat ene toenmalige succes Brüder nog geen handelsmerk. Andere boeken zijn conceptueel van aard en als zodanig amper vertaalbaar; je zou ze als het ware over moeten doen in het Duits. Maar wat zou er dan ontstaan? Bijvoorbeeld Twee ons liefde. Van Lieshout ten voeten uit. Een jongetje trekt erop uit om boodschappen te doen. Hij komt overal poëzie tegen, en ook commercie. De winkelketens en de producten zijn inmiddels in bijna heel Europa hetzelfde: geen nood dus met Liefde op siroop, 227 gram ℮, Uitlekgewicht 137 gram, of de gebruiksaanwijzingsgedichten die het slot van deze bundel vormen. En ook de poëtische straatnamen - Abrikozenbloemenplein of het 1e t/m 7de Dwergpad - vormen geen probleem. Maar wat te denken van het boodschappenlijstje voorin? Het bevat de ingrediënten voor een taart. Onder andere muisjes. Dus niet zomaar een taart, maar eentje die je bakt als er een kindje geboren is. Twee ons liefde. Ik heb het boekje gewogen en het weegt minder (119 gram). Maar het gaat om meer. Over twee, over liefde en over ‘ons’, dat dus meer is dan ons tweetjes. Vertalen? Vergeet het maar, dacht ik. Na Gebr. verscheen er geen verhalend werk meer, dacht ik, dat maakt het zo moeilijk. Trouwens, zonder dikke boeken met veel tekst valt er voor een vertaler ook weinig geld te verdienen. En Zeer kleine liefde? Hachelijk onderwerp.
Ted werd en bleef gewoon een vriend, ik genoot van wat hij maakte, en dat was het. Maar in juni 2009 vierde de Internationale Jugendbibliothek in München haar zestigjarig bestaan. Het was een feest dat drie dagen duurde, en het ging om illustraties en poëzie. Ted was ervoor uitgenodigd, en Toin Duijx had als ‘Aussenlektor’ aan dit instituut niet alleen hem voorgesteld om op te treden, maar ook mij gevraagd om het gesprek te presenteren. Ted had mij nog nooit als presentator meegemaakt en ik hem tot nu toe uitsluitend in het Nederlands. Ted met zijn mond vol Duits: zou dat ongeveer hetzelfde zijn als met zijn mond vol tanden? We waren dus allebei erg onzeker, die avond voor ons optreden in München, of anders gezegd: we hadden niet bepaald een gigantisch wederzijds vertrouwen in elkaar. ‘Laat ons dan tenminste proberen om nu alvast wat Duits met elkaar te babbelen, anders is het morgen zo onwennig’, stelde ik voor. | |
[pagina 159]
| |
Maar dat voelde dermate verwrongen dat we deze poging meteen staakten. Ik wist wel wat de taak van een presentator (in het Duits: Moderator) inhoudt: een platform bieden voor degene die je presenteert, hem of haar een goede bodem en een stevig kader bieden om zelf zijn/haar gang te kunnen gaan, en jezelf op de achtergrond houden. Ik had wel enkele uitspraken van Ted over zichzelf vertaald en bij de hand om desnoods voor te kunnen lezen - mocht hijzelf onvoldoende uit zijn woorden komen. Verder had ik met Ted afgesproken om het niet over Zeer kleine liefde te hebben. Ik was bang dat het onderwerp pedofilie misschien alles zou overheersen en er van Ted verder te weinig over zou blijven. Ik wilde gewoon dat er zoveel mogelijk van hem en zijn brede, afwisselende en ongelofelijk creatieve oeuvre zicht- en voelbaar zou worden, daar in München, hetgeen trouwens ook voor mij als Noord-Duitser steeds een beetje aanvoelt als terra australis incognita. Om het kort te maken: het liep prima. Ted ging aan de slag, praatte, tekende, en alles leek vanzelf te gaan. Op een gegeven moment merkte ik dat het publiek aan zijn lippen hing. Het enthousiasme was tastbaar. Achteraf werd hij op de website van de Internationale Jugendbibliothek zowat de hemel in geprezen: ‘Van Lieshout kennt keine Tabus und schafft mit seinen kühnen, respektlosen kunstgeschichtlichen Anleihen und einer anarchischen Vielfalt der Stile postmoderne bildnerische Kosmen, wie sie auf dem deutschen Kinderbuchmarkt nicht zu finden sind.’ Dat vond ook Franz Lettner, uitgever van 1001 Buch, een vooraanstaand Oostenrijks jeugdliterair tijdschrift, die er ook was. Iemand als Ted van Lieshout hebben wij in de Duitstalige kinderboekenwereld inderdaad niet, zei hij. En dus mocht ik een uitvoerig portret over Ted schrijven, getiteld, Von einem, der auszog, er selber zu sein. Van iemand die erop uittrok... om te leren griezelen, heet het sprookje van Grimm. Wat griezelig om jezelf onder ogen te zien, om jezelf te zijn. En toch heeft Ted dat klaargespeeld. Met de materialen die hij ter beschikking had: zijn talent en zijn levensverhaal. Als kind voortdurend ziek. Een dode vader, een dode broer. Wat moet je daarmee? In illustraties gaas en wondpleisters plakken. Of grappige hoedjes vouwen van je verdriet: ‘Kijk, het is maar van papier.’ Of een torentje bouwen, een torentje van niks. Zijn vader was | |
[pagina 160]
| |
aannemer geweest, en Ted kon tekenen en had woorden. En bekijk zijn torentje eens, hoe hoog en stevig en duurzaam.
Dan die meneer, die volwassen man, die vriend zoals hij niet had mogen zijn. In het artikel voor 1001 Buch gaf ik Zeer kleine liefde wel een plaats. in een geschreven tekst had ik de controle en kon ik voor een goede balans zorgen tussen dit thema en alle andere onderwerpen. Het werd een uitgebreid artikel van acht pagina's, met veel afbeeldingen. Bijna de gehele Ted van Lieshout, omdat hij anders in het Duits amper beschikbaar was. Toen Ted het artikel zag en las, was hij volgens mij toch wat verrast, en er ook wel blij mee. Mijn artikel in 1001 Buch werd ook door een uitgever in München gelezen, Susanna Rieder. Ze was verkocht en wilde meteen met Zeer kleine liefde aan de slag. In mijn vertaling, en met illustraties van Brigitte Püls, dus niet van Ted zelf. Sehr kleine Liebe verscheen vorig jaar en volgend jaar gaan we door met een bundel met gedichten van Ted.
Ted blijft me dus bezighouden. Inmiddels ook professioneel, maar nog steeds ook persoonlijk. Dit loopt natuurlijk door elkaar heen bij een literair vertaler, maar toch. Jezelf zijn, met alles wat er in je leven gebeurd is. Of het nu had mogen gebeuren of niet. En wat mocht en wat niet, wie maakt dat uit? Als je je leven afkeurt, keur je ook jezelf af. Dan zeg je niet: ‘Kijk mij nou, dit ben ik, dit is er van mij terecht gekomen,’ maar dan voel je je als iemand die verworden is tot iets dat hij eigenlijk niet had willen of moeten zijn. Maar is er een alternatief? Alles gewoon goedkeuren, of achteraf goedpraten? Volgens mij bewandelt Ted een derde weg. Acceptatie, dat is iets tussen goedkeuring en afkeuring in, maar wel actiever dan berusting. Jezelf kunnen accepteren zonder alle dingen achteraf te moeten | |
[pagina 161]
| |
goedpraten. Iets met je leven en jezelf kunnen aanvangen. Een torentje van niks, toch? En omdat het ooit ook zo onwennig was voor mij, volgt hier nog een klein beetje Ted in het Duits.Ga naar voetnoot1 Gebrauchsanweisung
Schnäuze dir vor Gebrauch
die Nase. Wähle eine
sitzende, stehende
oder liegende Position.
Sorge dafür, dass die Rippen
nicht eingeklemmt werden.
Hole jetzt vorsichtig
Atem. Puste die Luft
ruhig aus. Wiederhole
dies fortan. Lebe.
|
|