ken, boeken voorlezen en tonen en het (laten) opzoeken van informatie over de schrijver de kinderen goed heeft voorbereid. De schrijver wordt daardoor binnengehaald als een held. ‘Zij maakte haar leerlingen enthousiast door het schrijversbezoek te afficheren als een regelrecht feest.’
Een schrijversbezoek blijkt een relatief goedkope en gemakkelijk te organiseren, maar zeer beproefde manier van leesbevordering te zijn. ‘Zou je dat niet landelijk kunnen laten zien?’, dacht Van Lieshout. In de jaren negentig van de vorige eeuw ontwikkelde hij een plan voor een televisieprogramma over jeugdboeken: Schrijver op school. In de basis was het plan om één schrijver twee scholen te laten bezoeken en die scholen na het bezoek in een televisiequiz te laten strijden: wie weet het meeste van de schrijver? Op die manier zouden diverse schrijvers aan bod kunnen komen. Helaas is het plan ondanks toegezegde subsidies nooit van de grond gekomen, omdat de omroepen het niet zagen zitten
Omdat zijn werk zo divers is, heeft Van Lieshout altijd een invulling voor de bezoeken op scholen. Van verhalen tot poëzie, van prenten tot vormgeving. Zo laat hij in het voortgezet onderwijs leerlingen op smakelijke en laagdrempelige manier kennismaken met poëzie. Hij laat hen zien dat het bij het schrijven van gedichten is ‘alsof je opnieuw met taal begint’. Een gedicht kun je opbouwen door te ‘metselen’ met rijmwoorden of juist door in een verhaal te ‘schrappen’ tot een spannende en interessante kern overblijft.
Naast de bezoeken aan scholen, richt Van Lieshout zijn pijlen ook op de volwassenen die kinderen en jongeren enthousiast kunnen maken voor boeken en lezen. Zo is hij, samen met Hans Hagen, initiatiefnemer van de ‘Middag van het Kinderboek’, ooit begonnen als tegengeluid op het verdwijnen van de Gouden Zoen voor jongerenboeken, maar inmiddels uitgegroeid tot een belangrijk moment van ontmoeting en inspiratie voor mensen uit het brede jeugdboekenveld. En met de Gouden Lijst heeft hij weer een jongerenprijs in het leven geroepen.
Waar Van Lieshout zich vooral eerst op de wat oudere lezers leek te richten, schrijft hij tegenwoordig ook voor jongere kinderen. De serie over Boer Boris die hij samen met illustrator Philip Hopman maakt, is voor peuters en kleuters. Geschreven in ritmisch rijm beleeft Boer Boris allerlei (on)alledaagse avonturen met een heerlijke variëteit aan personages er-