boek worden. In maart 1982 vertrok de verlossende brief naar Bart Moeyaert. Zijn manuscript zou uitgegeven worden. Dit werd het begin van een samenwerking die meer dan tien jaar en vijf boeken zou duren.
Het zou nog meer dan een jaar duren vooraleer het boek in de boekhandel lag. Uiteraard is eerst de tekst van het script geredigeerd. Dat gebeurde door Karel Verleyen zelf en de geredigeerde versie werd aan de auteur voorgelegd.
Het boek kreeg natuurlijk ook
een omslag. Vaste waarde voor de coverillustratie van deze boeken was André Sollie. Bart stond achter ons voorstel en vond de illustratie met de vormgeving van Gregie de Maeyer prachtig. Zijn boek zou er aantrekkelijk uitzien. Toen recensent Rik Pareit achteraf in
Knack Magazine de ‘Colgate glimlach’ van Liselot en Lander maar niks vond, nam André Sollie dit ter harte. Nooit nog zou hij zijn personages zo'n uitbundige smile meegeven...
Elie Balduck, onze vertegenwoordiger in de boekhandel, tevens Bruggeling, beloofde ons dat hij van het boek van ‘de jongste van Omer’ (vader Moeyaert) dé seller van het najaar zou maken. Vanaf de zomer van 1983 trok hij ermee op pad en in september had hij al meer dan duizend exemplaren verkocht, wat uitzonderlijk veel was voor het boek van een negentien-jarige debutant. De eerste druk van drieduizend exemplaren zou in maart 1984 uitverkocht zijn.
Bij zo'n boek hoorde uiteraard een boekpresentatie. Als locatie werd
boekhandel ‘Het Volk’ in Brugge gekozen en het eerste exemplaar zou er aan de auteur overhandigd worden door de Minister van Onderwijs, Daniël Coens, ook afkomstig uit Brugge. Ik moest enkel voor een spreker zorgen. Die keuze was snel gemaakt. Els Beerten werkte