Literatuur Zonder Leeftijd. Jaargang 28
(2014)– [tijdschrift] Literatuur zonder leeftijd– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 141]
| |
Waarom shakespear je zo?
| |
[pagina 142]
| |
dekt die mijn diepste emoties losmaakten en herinneringen opriepen die ik lang vergeten was. Zelf heb ik aangrijpend geshakespeared met What's eating Gilbert Grape?, Mijn leven als hond, en met Heavenly Creatures. Soms probeer ik erachter te komen waarom ik stil ben na zo'n film, en genietend naar de stad terugkeer. lk weet dat ik niet stil word, alleen omdat ik het een mooi, boeiend, goed verzonnen verhaal vond. Er is meer. Ik denk dat ik in bepaalde gevallen mezelf heb gezien, op een moment dat ik het helemaal niet verwachtte. Alleen kan ik nooit ontdekken wannéér dat precies was. Halverwege de film, of op het einde? Ik mag er niet aan denken dat ik mezelf heb herkend in de slotscène van Heavenly Creatures, bijvoorbeeld, waarin twee vriendinnen de moeder van één van de meisjes vermoorden. Shakespeare blijft gelijk hebben. Hij heeft nooit gezegd wat je in dat donkere woud gaat meemaken. Het is er niet voor niks donker. Ik herinner me een toneelvoorstelling in Brussel. Een kennis van me zei dat ik iets zou missen als ik er niet heen ging, naar die voorstelling van De Meeuw van Tsjechov. Al toen ik mijn stoel reserveerde, wist ik dat het moeilijk ging worden. In Brussel heette het stuk La Mouette. Mijn Frans is verbeterd schoolfrans en Tsjechov is geen lichte kost, dus daar zat ik die avond met grote oren naar Koeterwaalse volzinnen te luisteren. Mijn hersenen werkten als een slecht vertaalbureau, er vielen hele gaten in de dialogen, maar goed, ik had nog altijd het voordeel dat ik kon zitten kijken. Ik hoefde mezelf niet te verplichten de bladzijde om te slaan van een verhaal dat ik maar half begreep. Anderen deden het voor mij. Ik voelde me op een rare manier gulzig worden. Van het geheel wilde ik méér dan de helft overhouden, dus keek en luisterde ik beter dan ik ooit gekeken en geluisterd had. Ik slorpte belichting en sfeer en muziek op als een spons, ik lette op de fijnste kleinste houding van die ene acteur en die andere actrice. Toneelbeeld, stemgeluid, pauze in een dialoog, de klank van een woord. Alles kwam in functie te staan van het ontrafelen van dat ene mysterie dat La Mouette op dat moment voor me was. Nooit meer heb ik nog zo vraatzuchtig naar een toneelstuk gekeken, denk ik. Ik herinner me dat ik gerustgesteld de zaal uitkwam - het woud, bij manier van spreken. Ik had bedacht dat één van de mooiste principes | |
[pagina 143]
| |
van het betere verhalenwerk het mysterie was. Dat beetje hongeren, dat beetje watertanden, die drempel die net iets hoger ligt dan de andere.
Van shakespearen kun je altijd leren, zoveel is duidelijk. Vanuit mijn theaterstoel heb ik ook beseft dat schrijvers zielig moeten worden verklaard. Zij geven geen programmaboekje bij hun boek, om op een leuke manier hun eigen werk in te leiden. Van licht en muziek kunnen zij geen gebruik maken. Zij zorgen voor de moeilijkste vorm van shakespearen. Een vorm die meer inspanning vraagt en gewoon lezen heet. Bij boeken gebeurt het shakespearen in je hoofd, dat is bekend. Je kiest zelf waar en wanneer je leest, in gezelschap of niet. Een lezer kan thuis bij de haard blijven zitten, en op zijn pantoffels het woud intrekken. En daar begint het. Toneelschrijvers en filmmakers boffen. Je hebt betaald om hun verhaal in pakweg twee uur te zien. Je blijft - over het algemeen - wel zitten, óf omdat je het zonde vindt van je geld, óf omdat je middenin een rij zit en niemand wil storen als je de zaal strompelend in het donker verlaat. Boekenschrijvers moeten echt zielig worden verklaard. Zij moeten beter hun best doen om op je aandacht te blijven rekenen. Zou jij het je ooit in je hoofd halen om La Mouette te lezen, helemaal in het Frans, als je talenkennis te wensen overliet? Zou je ook maar tien bladzijden ver raken in een Amerikaans stroopverhaal dat bol staat van de clichés? Twee keer nee. Met je eigen ervaringen kun je er waarschijnlijk minstens drie keer nee van maken. Schrijvers, en in het bijzonder kinderboekenschrijvers, krijgen meteen de wind van voren als hun boek moeilijk, stroperig, of iets anders is. De reis van stad naar woud wordt zo makkelijk afgebroken, zodra het woud te donker lijkt en de weg niet staat aangegeven. Alleen als het boek je vanaf het begin aanspreekt, zit je het verhaal tot het eind uit, en dan wél stil en genietend. Ik kan er zo om vloeken, om hoe moeilijk boeken het hebben in de wereld van het shakespearen. Terwijl lezen zoveel voordelen heeft. Eén keer betalen en honderd keer genieten. Geen veel te hete zaal waar iedereen kucht en niest en in je nek hijgt en in je gezichtsveld komt hangen. Shakespeare heeft nooit gezegd dat lezen de mooiste manier van | |
[pagina 144]
| |
shakespearen is. Nee, die was vooral toneelschrijver, die maakte geen reclame voor een ander. |
|