Literatuur Zonder Leeftijd. Jaargang 28
(2014)– [tijdschrift] Literatuur zonder leeftijd– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 9]
| |
Bart Moeyaert
| |
Jij en ik en alle andere kinderenWe kennen elkaar al lang, Bart Moeyaert en ik. Meer dan onze halve levens. Een tijd lang waren we zelfs collega's als hoofd- en eindredacteur van het jongerentijdschrift TOP-magazine. Een paar jaar eerder had de wakkerste onder de Vlaamse uitgevers het manuscript van Duet met valse noten uit de post gevist en er prompt de eerste Vlaamse Kinder- en Jeugd-jury Prijs mee binnengehaald. In de dertig jaar die daarop volgden, verwierf Bart Moeyaert door zijn talent, werkkracht en overtuiging een stevige plek in de literaire wereld, over de grenzen van Vlaanderen en Nederland heen. Na elk boek was hij in de media. Hij beklom podia, gaf lezingen, bewerkte, vertaalde en werd vertaald, schreef toneel, poëzie, liedteksten en artikelen. Hij was op boekenbeurzen in binnen- en buitenland. Nominaties en bekroningen volgden. Hij engageerde zich als docent, als Stadsdichter van Antwerpen en nu weer als artistiek intendant van de Frankfurter Buchmesse in 2016 als Vlaanderen en Nederland er de eregasten zullen zijn. Altijd met alle zintuigen helemaal op scherp. Al wie hem ontmoet, komt onder de indruk van zijn charme. Bart Moeyaert is van iedereen.
Wat vraag je nog aan iemand die al zoveel gezegd heeft? Wat vraag je aan iemand die zich in zijn werk zo heeft laten lezen? We hebben het over de | |
[pagina 10]
| |
breedte van zijn oeuvre en de gulzigheid waarmee hij elke uitdaging aanpakt. We hebben het over zijn twijfels en de duisternis waarin hij soms wegzakt. Over wat het betekent om de zevende van zeven broers te zijn. Over Horta-momenten en over zijn blik op mensen en hoe die hem kunnen verrassen. En of je van succes gelukkig wordt. We maken geen wandeling langs Memory Lane, laten de oude koeien en de stokpaardjes op stal. Wat volgt is een momentopname, een stand van zaken van een prille vijftiger.
Veel mensen ervaren een moment in hun leven waarop alles op losse schroeven komt te staan, waarop een inzicht hen verbijstert, de dingen op slag helder worden. Dat ogenblik wordt dan een ijkpunt en alle gebeurtenissen en belevenissen uit hun leven krijgen een plek op de tijdlijn: Voor en Na dat moment. Voor mij was dat keerpunt mijn verblijf in New York drie jaar geleden. Ik was er uitgenodigd in een schrijverskolonie. Voor ik daar verwacht werd, trakteerde ik mezelf op tien dagen New York. Alleen. De eerste dagen liep ik rond in de stad met een lijstje van de obligate bezienswaardigheden. Het was op het ogenblik dat ik het Guggenheim museum ‘gedaan’ had dat ik me realiseerde hoe ik achter mezelf aanholde. Ik ben toen op mijn stappen teruggekeerd en ik ben weer naar de vijfde verdieping van het museum geklommen om daar een video-installatie van Rieneke Dijkstra opnieuw en opnieuw en opnieuw te bekijken. Ze had jonge mensen na een uitgaansavond gevraagd voor haar camera te dansen. Bij het laten binnenkomen van de filmpjes daagde het mij dat het erom gaat de drang om indruk te maken, de dwang om je uiterste best te doen, los te laten. Dat het pas mooi wordt als je je niet langer voor een ander uitslooft. Dat alles, àlles naar de kloten kan gaan als je niet voor jezelf zorgt en zorgvuldig kiest wat je doet. | |
[pagina 11]
| |
zakelijke - momenten gegaan. Ik heb beseft dat ik in het dagelijkse leven geen gemakkelijk gezelschap ben. | |
Wie klopt daar?In Vlaanderen - en niet alleen daar - is Bart Moeyaert een graag geziene gast. In de media wordt naar zijn opinie gevraagd over maatschappelijke en culturele ontwikkelingen. Wie hem uitnodigt, krijgt een mening, een persoonlijke keuze, een beargumenteerde voorkeur, vaak een verrassende interpretatie. Sommigen vinden in zijn boeken wat veel van zijn heel eigen opmerkingszin, ze willen liever wat minder sfeer en wat meer verhaal. Ik kan toch maar doorgeven wat ik belangrijk vind. Voor mijn part mag het er allemaal zijn en ontspanning heeft iedereen nodig, ook ik. In de lerarenopleiding werd ons op het hart gedrukt vooral onszelf te zijn: authentiek, waarachtig. Dat wil ik ook als auteur: vertellen wat mij beroert op mijn manier. Met het Antwerpse stadsdichterschap ben ik bijna onderuit gegaan. Ik liep het gevaar cynisch te worden en mijn geloof in de mensen kwijt te raken. De wereld brak in mijn schrijfkamer binnen via de stad en de tijdgeest vroeg om luide meningen. Mijn voorgangers (Tom Lanoye en Ramsey Nasr) waren daar goed in. Ik heb mijzelf moeten toelaten met mijn eigen stem te spreken en die is niet gebaat bij een megafoon. Ik moet niet Mijn Grote Waarheid verkondigen. Ik ben geen politicus van de massa en het geschreeuw: ik heb het over emoties. Mijn engagement ligt op het menselijke vlak en dat is niet flauw of te soft. Het is een andere manier van er te zijn waar ik nu volledig vrede mee heb, maar ik ben heel moe en bitter geweest. Het gevoel van: het is te stil wat ik doe. Het besef dat de wereld doordraait als ik twee maanden geveld word door een hernia. Ik heb mijn ver- | |
[pagina 12]
| |
antwoordelijkheidsgevoel ten opzichte van de functie en De Poëzie te zwaar laten wegen. Pas korte tijd geleden heb ik weer gedichten geschreven. | |
Durf voor drieAl pratend ontdekken we dat we allebei Zes maanden in de Siberische wouden van de Franse journalist Sylvain Tesson hebben gelezen. Bart heeft over zijn leeservaring geblogd voor De Morgen. Voor mij werd Tesson een soort romantische held, die durft wat ik wel zou willen, maar waarschijnlijk niet kan. Hij vond dat hij te veel en te gemakkelijk praatte, de dagen door zijn vingers liet glijden en hij besloot uit de mallemolen te stappen, zijn grenzen te verleggen. Hij trok zich een half jaar lang terug in een blokhut in Siberië, onder barre klimaatsomstandigheden, met alleen boeken als compagnons en af en toe een dronken Rus. Ik zou gek worden, denk ik. Ik heb waarschijnlijk af en toe gezelschap nodig om te voorkomen dat ik mezelf met mijn gepieker gek maak. Ik kan prima alleen in een vreemde stad zijn en ik hoef met niemand te praten, zolang de mogelijkheid wel bestaat dat te doen als ik het nodig heb. Ik ben een schijtebroek. Niet alleen uit beleefdheid betwist ik dat. Ik vind Bart Moeyaert juist moedig omdat hij niet alleen alle genres van de literatuur aandurft, maar ook ingaat op een uitnodiging om docent aan het conservatorium te worden of artistiek intendant van de Frankfurter Buchmesse in 2016. Ik? Moedig? Ja ja, al schrijvend of zolang het over de literatuur gaat. Dan wil ik mensen aanzetten om na te denken. Over de labels die ze op je plakken bijvoorbeeld. Ik heb me altijd tegen het label van ‘kinderboekenschrijver’ verzet. Wat willen die mensen van me? Wat doen ze mij aan als ze me in dat laatje stoppen? Als ik zit te schrijven en mijn zinnen hardop lees, dan zie ik echt geen oud publiek voor mijn ogen. | |
[pagina 13]
| |
Dan zijn dat kinderen en mensen van verschillende leeftijden. Ik besteed bijvoorbeeld veel tijd en aandacht aan de keuze van namen voor mijn personages. Ze moeten kort zijn en helder. Ik wil dat ze een sfeer, een kleur hebben die kinderen - en volwassenen - oppikken. Dat is toch voor alle literatuur zo. | |
Voor altijd, altijdHeb je erover getwijfeld of je de opdracht voor Frankfurt aan zou nemen? En hoe moet dat nu met je literaire werk? Ik ga al 27 jaar naar de Frankfurter Buchmesse en ik heb in die tijd al heel wat zeer geslaagde en minder geslaagde gastlanden gezien. De lat ligt hoog. | |
[pagina 14]
| |
Vlaamse en Nederlandse aanwezigheid in Frankfurt een artistiek portret te maken van ons taalgebied. Toen ik uiteindelijk ‘ja’ heb gezegd, heb ik als rechterhand - in mijn geval eerder mijn linkerhand - iemand kunnen vragen met wie ik graag en veel op pad wil gaan. Wij moeten elkaar niet alleen ten volle vertrouwen, maar ook begrijpen en inspireren. Ine Pisters is mijn meest dichtbije ‘compagnon de route’. | |
Een kuil om in te wonenOf het New York-moment voortduurt, wil ik weten. Of wordt het inzicht van toen misschien weer bedolven onder de eisen van de dag? Is het meer dan het voornemen om na een geslaagde vakantie minder te draven en meer halt te houden? Ik ben me er heel wel van bewust dat ik de ramen open moet houden, ruimte in mijn hoofd moet laten om te voorkomen dat de chaos mij overmeestert. Ik moet me laten voeden door muziek, lezen, films. En ophouden met - wat ik veel te vaak gedaan heb in nachtelijke uren - gesprekken te herkauwen en te herinterpreteren. Heel steriel is dat en het houdt je hoofd vol rommel. Ik probeer dat niet meer te doen. Mijn hoofd leegmaken lukt me het beste in het water, zwemmend. En ook wel als ik zit te tekenen, spelend met mijn iPad. Tekenen geeft me een vrijheid die ik niet ervaar als ik schrijf. Schrijven gaat toch gepaard met de spanning van ‘Lukt het me nog?’ Er kijkt bij het tekenen ook nog geen uitgever mee, geen publiek. | |
[pagina 15]
| |
op een vrije zondag in Brussel in het Horta museum. En ik die altijd gedacht had dat Art Nouveau niets voor mij was - veel te krullerig - ik werd helemaal overmeesterd door de kracht van de architectuur en de decoraties in dat huis. Het klopte helemaal en het benam me de adem daar te zijn en een groot geluksgevoel te ervaren. Dat is dan niets cerebraals, maar een emotie die mij helemaal vervult. | |
Blote handenIn de nacht van 22 op 23 augustus 2014 maakte Sylvain Tesson een lelijke smak toen hij de gevel van het huis van een vriend beklom, naar verluidt een van de manieren waarop hij het beëindigen van een manuscript pleegt te vieren. De eerste gezondheidsbulletins waren onrustbarend. Toen hij een week later ontwaakte uit een kunstmatige coma, bleek zijn toestand mee te vallen: hij kon bewegen en communiceren. Zeven jaar voordien schreef diezelfde Tesson over de afstemming van daden op gedachten: ‘Ik geloof maar in de kracht die zuinig wordt aangewend, in de discretie van de actie en de stilte van de gedachten.’ Het is niet meteen een overweging die je verwacht van een man die huisgevels, de Notre Dame en de Eifeltoren beklimt. Maar misschien is juist het zoeken naar het delicate evenwicht tussen denken en doen wat | |
[pagina 16]
| |
zowel Tesson als Moeyaert zo boeiend maakt. Hoe beïnvloedt, verandert, vernieuwt een val van tien meter het toekomstige denken en doen van Sylvain Tesson? Hoe komt de auteur Bart Moeyaert uit een avontuur als artistiek intendant van een internationaal evenement waar een hele sector de hemel van verwacht?
Want het is een eeuwig bewegende balans natuurlijk. Niet alleen brengen ideeën (al dan niet) consequent gedrag op gang. Elke aandachtig uitgevoerde keuze opent ook weer nieuwe gedachten. Elk avontuur werpt een ander licht op vermeende verworvenheden en vereist een nieuw - wellicht ook weer tijdelijk - evenwicht tussen gedachten en gedrag. Het lijkt me zeer de moeite het denken en doen van beide auteurs te blijven volgen. Fotograaf: Dries Luyten
|