heeft zijn kinderen kennelijk zodanig gemanipuleerd dat zij zich van de moeder afkeerden. Een pijnlijk incident is illustratief voor deze afvalligheid: als Toske, de moeder, eindelijk een dag op thuisbezoek is, ontfutselen de kinderen haar ‘heur’ portemonnee om die over en weer te gooien en de moeder vergeefs ernaar te laten springen. Dit voorval anticipeert op een gemene truc van de vader, die zijn vrouw het kapitaal ontneemt waar zij recht op heeft. ‘Wie berooft er een bibberend schaap van zijn wol?’ De definitieve waarheid komt uiteindelijk boven tafel als Steffie inzage krijgt in het complete psychiatrische dossier van haar moeder, dat zij tot de laatste regel moet uitlezen ‘om te voorkomen dat ik uit elkaar zou vallen’.
Blijkens het nawoord is het verhaal volledig op waarheid gebaseerd. Steffie, de dochter, is echter niet dezelfde als Dumon Tak, de schrijfster van het boek, maar heeft aan haar de ‘ik-stem’ geleend. Ook heeft de auteur bij het citeren uit het dossier van de moeder van de originele stukken gebruik kunnen maken. Het verhaal wordt echter verteld in de ik-vorm, waardoor Dumon Tak met háár stem en stijl als het ware het narratief is ingekropen. De vertelling als zodanig heeft het karakter van een reconstructie, waarbij is gewerkt met technieken als flash backs, indirecte rede, monologue intérieur. De vertelstrategie werkt in het algemeen heel goed, Wolfskwint is meeslepend en vol empathie geschreven. Een enkele keer wordt het alwetende perspectief misschien iets te ver doorgevoerd, zoals in de zin: ‘Hij hield op met lachen toen hij zag hoe ik mijn spullen pakte en het huis uit rende.’ De invoeging ‘hij zag hoe’ had hier wel weg gekund.
Wolfskwint is een typisch voorbeeld van wat tegenwoordig als life writing wordt aangeduid. Dit genre maakt gebruik van een uitgebreid arsenaal aan literaire technieken en fictionele elementen om, balancerend op de dunne lijn tussen verbeelding en werkelijkheid, de Werdegang van identiteiten te reconstrueren of juist te ontmantelen. In Wolfkwint gebeurt beide: moeder en dochter spiegelen elkaar in een wederkerig proces van identiteitsopbouw en identiteitsverlies. Life writing heeft ook als kenmerk dat het de lezer sterk bij het verhaal betrekt, het nodigt nadrukkelijk, ofschoon niet expliciet, uit tot inleven en medeleven. Je wordt het verhaal ‘ingezogen’. Hier gebeurt dit onder andere door vragen en verzuchtingen en levenswijsheden die de lezer op zijn eigen situatie gaat toepassen, bijvoorbeeld: ‘Zoals je wel een eerste beeld van iemand hebt, zo heb je nooit