| |
| |
| |
Oude problemen in een nieuw jasje?
De verfilming van Koning van Katoren
Helma van Lierop-Debrauwer & Mike Dobbe
Bewerkingen van bekende boeken behoren tot de best bezochte films van de afgelopen jaren (Schmidt & Veenendaal, 2011, p. 117). De cijfers in Van Abeltje tot Zoop, een beknopte geschiedenis van de Nederlandse jeugdfilm, liegen er niet om: films als Kruimeltje, Minoes, Oorlogswinter, Pietje Bell en De Schippers van de Kameleon trokken elk meer dan 700.000 bezoekers. Volgens Schmidt en Veenendaal is de vertrouwdheid van het publiek met de boeken de belangrijkste verklaring voor de hoge bezoekersaantallen: ‘Ondanks inspanningen van de professionals van de filmsector en initiatieven als Cinema Junior blijft het nu eenmaal een feit dat de meeste bezoekers eerder afgaan op iets wat ze al kennen dan op iets nieuws’ (p. 117). Het is echter niet vanzelfsprekend dat deze behoefte van het publiek in bewerkingen wordt gehonoreerd. Adaptaties zijn immers altijd combinaties van herhaling en verandering (Hutcheon, 2006, p. 4), creatieve processen waarin elementen worden overgenomen van de geadapteerde tekst, maar waarin ook elementen worden toegevoegd, weggelaten, verplaatst en
vervangen (Van Os, 1996, p. 171). Een bewerker kan zelfs zo ver gaan dat nog slechts enkele verhaalkenmerken herinneren aan de geadapteerde tekst.
Een recente verfilming van een Nederlands kinderboek is Koning van Katoren. De verfilming van deze klassieker van Jan Terlouw uit 1971 ging in première op 5 december 2012. De film is geregisseerd door Ben Sombogaart die eerder onder meer Abeltje van Annie M.G. Schmidt en Kruistocht in Spijkerbroek van Thea Beckman bewerkte
| |
| |
voor het witte doek. Het scenario van Sander Burger en Bart Westerlaken is gebaseerd op een eerder, Engelstalig, script van Jean Claude van Rijckeghem en Chris Craps. Terlouws boek werd en wordt gezien als een fantasieverhaal vol verwijzingen naar de politieke opvattingen van d'66 aan het begin van de jaren zeventig (Poelmans, 2013, zie verder dit nummer). Terlouw zelf bevestigt deze interpretatie, maar ontkent dat hij het partijprogramma er bewust in heeft geschreven:
Tja, ik heb me dat kennelijk zo eigen gemaakt, dat het er vanzelf uitkomt: het zit ook verankerd in m'n overtuiging. Maar wil je wel geloven, dat ik 't niet met opzet heb gedaan? Toen ik het verhaal vertelde [aan zijn kinderen; HvL], was die dubbele bodem er nog niet. Pas tijdens het schrijven bedacht ik, dat de problemen van Katoren niet zo anders konden zijn dan de onze. (Het Parool, 16 augustus 1972)
Koning van Katoren is na Oorlogswinter (2008; regie van Martin Koolhoven) en Briefgeheim (2010; regie Simone van Dusseldorp) het derde boek van Terlouw dat verfilmd wordt. Het is een bewerking waar lang over is nagedacht. Terlouw merkt in een interview op dat ‘er tien, misschien wel twintig jaar’ is gesproken over een verfilming van het boek (De Gelderlander, 10 december 2012). Dat deze zo lang op zich liet wachten heeft een aantal redenen: de onmogelijkheid om met een Nederlands filmbudget de ‘special effects’ te realiseren die nodig waren voor de bewerking van het fantasieverhaal (Beekman, 2012), het afhaken van de regisseurs Martin Koolhoven, Pieter Kuijpers en Paula van der Oest (De Gier, 2012) en twijfels over de actualiteit van de maatschappelijke problemen die in Koning van Katoren aan bod kwamen (Welles, 2012). Zo is de oecumenische dialoog die wordt beschreven in het hoofdstuk ‘De schuifelende kerken van Uikumene’ vandaag de dag veel minder urgent en actueel dan in de jaren zestig. De Koude Oorlog tussen de voormalige Sovjet-Unie en de Verenigde Staten waar in ‘Wapenfelt’ naar
| |
| |
verwezen wordt, eindigde in 1989 met een formele verklaring van de presidenten van beide landen, Gorbatsjov en Bush, op het eiland Malta. Nu de verfilming er uiteindelijk toch is gekomen, is de vraag interessant hoe men met die twijfels over de gedateerdheid van de maatschappelijke problemen is omgegaan. Zijn er bepaalde kwesties weggelaten of zijn er nieuwe actuele onderwerpen toegevoegd? Worden de problemen die destijds in het boek werden beschreven van een andere betekenis voorzien? Anders gezegd, welke ideologische overeenkomsten en verschillen zijn er tussen het boek Koning van Katoren van Jan Terlouw uit 1971 en de filmadaptatie onder regie van Ben Sombogaart uit 2012? Wordt het publiek dat het boek gelezen heeft, overwegend momenten van herkenning geboden, of worden ze vooral verrast?
| |
De actualiteit volgens Terlouw en Sombogaart
Jan Terlouw en Ben Sombogaart zijn van mening dat het boek en de maatschappelijke problemen erin niet gedateerd zijn. Terlouw is blij verrast dat zijn politieke fantasieverhaal uit de jaren zeventig ‘meer dan veertig jaar lang actueel is gebleven.’ Hij heeft er ook wel een verklaring voor:
Volgens mij blijft het verhaal boeien omdat de problemen die ik heb gekozen niet zomaar opgelost kunnen worden. Het zijn universele problemen waarmee we nog steeds kampen. Ze hebben nu misschien een ander accent, maar ze blijven relevant omdat ze te maken hebben met het menselijke gedrag. (Van Beek, 2013)
Ook voor Sombogaart zijn de maatschappelijke kwesties niet achterhaald:
Het verhaal blijft actueel. Er zijn veel raakvlakken met de bankencrisis, religieuze oorlogen, het milieu, de farmaceutische industrie. Het gaat echt ergens over. Maar om het niet al te moralistisch te maken leggen we in de film de nadruk meer op de avonturen en op actie. Al hebben we wel ons best gedaan om de ziel van het boek te bewaren. (Van Beek, 2013)
Meer actie en avontuur zijn de belangrijkste veranderingen in de ogen van Sombogaart. De ‘ziel van het boek’, is naar zijn idee zoveel mogelijk bewaard
| |
| |
gebleven. Wat die ziel precies is, laat zich volgens Hutcheon (2006, p. 10) echter lastig omschrijven. Zij noemt het een vage notie waarover het moeilijk discussiëren is:
Many professional reviewers and audience members alike resort to the elusive notion of the ‘spirit’ of a work or an artist that has to be captured and conveyed in the adaptation for it to be a success. The ‘spirit’ [...] is invoked, often to justify radical changes in the ‘letter’ or form. Sometimes it is ‘tone’ that is deemed central, though rarely defined [...]; at other times it is ‘style’ [...]. But all three are arguably equally subjective and, it would appear, difficult to discuss, much less theorize.
Gezien de context waarin Sombogaart zich hierover uitspreekt, mag worden aangenomen dat hij heeft geprobeerd de visie op mens en maatschappij uit het boek Koning van Katoren recht te doen. Om na te gaan in hoeverre deze intentie daadwerkelijk is gerealiseerd, worden mens- en maatschappijbeeld in het boek en de film met elkaar vergeleken. Verwacht mag worden dat de universele elementen in de maatschappijvisie die ten grondslag ligt aan het boek worden overgenomen en dat de aspecten die sterk zijn verankerd in de toenmalige sociale context zullen worden weggelaten of veranderd.
Volgens Sombogaart was Koning van Katoren vooral vanwege de fragmentarische structuur een moeilijk te verfilmen boek. De losse avonturen moesten een rode draad krijgen. Om die reden keert Stach, de protagonist uit het boek en de film, in de verfilming niet na elke opdracht die hij moet vervullen om koning te worden, terug naar huis, maar maakt hij een lange reis. Hij wordt daarbij vergezeld door Kim, in het boek de dochter van de burgemeester van Wapenfelt, in de film een kritische journaliste die, aldus Sombogaart, zijn ‘love interest’ wordt (Van Beek, 2013).
| |
Verantwoordelijkheid en daadkracht
Stach, de hoofdpersoon in het boek, wordt geboren in de nacht dat de oude koning van Katoren sterft. Zijn ouders overlijden kort daarna en hij wordt opgevoed door zijn oom Gervaas. Zes ministers grijpen na de dood van de koning de macht en zijn vast van plan die niet meer af te staan. Wanneer Stach
| |
| |
zeventien jaar is, heeft zijn oom Gervaas een vreemde droom waarin Stach koning is. Naar aanleiding van de droom raakt de oude man er steeds meer van overtuigd dat Stach de volgende koning van Katoren moet worden. Wanneer Gervaas ter gelegenheid van zijn vijftigjarig jublileum als paleismedewerker bij de ministers wordt geroepen, spreekt hij de wens uit dat zij Stach ontvangen. Stach vraagt bij die gelegenheid de minister van Eerlijkheid wat hij moet doen om koning te worden. Om hem te verhinderen het koningschap te verwerven, bedenken de ministers zeven schijnbaar onmogelijke opdrachten: hij moet de vogels van Decibel uitschakelen, de granaatboom van Wapenfelt onschadelijk maken, de draak van Smook
doden, de schuifelende kerken van Uikumene tot stilstand brengen, van de St. Aloïsiuskerk in de hoofdstad afspringen, de knobbelneuzen in Afzette-Rije genezen, de strijd aangaan met tovenaar Pantaar in Ekilibrië en plaats nemen in de Stenen Stoel van Stellingwoude. Nadat Stach alle opdrachten tot een goed einde heeft gebracht, roepen de burgemeesters van de door hem bezochte steden hem uit tot koning van Katoren, daarin gesteund door alle Katorenen en uiteindelijk zelfs door de ministers.
Alle opdrachten verwijzen naar maatschappelijke kwesties. Sommige van de uitdagingen, zoals Decibel, Wapenfelt, Smook en Uikemene, refereren aan onderwerpen die in de Nederlandse samenleving van de jaren zestig nadrukkelijk om aandacht vroegen en belangrijke punten waren in het partijprogramma van d'66: de geluidsoverlast, wapenwedloop, luchtvervuiling en ontkerkelijking en de dialoog tussen verschillende kerken. Andere, zoals Ekilibrië en Afzette-Rije, hebben betrekking op kwesties die van alle tijden zijn: eigenbelang, bedrog en verrijking ten koste van anderen.
Op het eerste gezicht worden alle problemen in het boek veroorzaakt door externe factoren en zijn de mensen in de steden die Stach bezoekt er het slachtoffer van. Bij nadere beschouwing blijken de inwoners en de burgemeesters echter zelf in hoge mate verantwoordelijk voor wat er mis gaat. Emilie Poelmans (2013) laat zien hoe de wapenwedloop tussen Katoren en
| |
| |
Eltoren vooral wordt veroorzaakt door de inwoners die welvaart boven veiligheid stellen. Hetzelfde geldt voor Smook. Niet de draak is het grootste probleem, maar de houding van de bewoners die actief bijdragen aan de milieuvervuiling. De burgemeester van Afzette-Rije neemt al evenmin zijn verantwoordelijkheid. Door zijn onzekerheid komt hij in de greep van de farmaceutische industrie die daardoor de kans krijgt de bevolking af te zetten. In Decibel zijn niet de vogels het grootste probleem, maar de mensen zelf die niet meer naar elkaar luisteren. Iedere opdracht draagt de boodschap uit dat met daadkracht, het opzij zetten van eigenbelang, doorzettingsvermogen en moed grote maatschappelijke problemen opgelost kunnen worden. Mensen moeten hun verantwoordelijkheid nemen en met een frisse, praktische blik naar de problemen durven kijken. De held Stach wordt voorgesteld als het prototype van de soort mensen die een gezonde en veilige samenleving nodig heeft. Hij is vrijmoedig, eerlijk, vriendelijk, dapper en behulpzaam. Duidelijk is echter ook dat hij de maatschappij niet alleen kan veranderen. Daarvoor is samenwerking nodig, want ‘eendracht maakt macht’. Stach is overigens niet heel gedreven om koning te worden. Het is oom Gervaas die er, mede door zijn droom, van overtuigd is dat hij koning moet worden. Zelfs nadat hij voor de zoveelste keer zijn oom heeft gevraagd om over die droom te vertellen, houdt Stach zijn twijfels: ‘Ach, denkt hij, als de opdrachten mislukken word ik metselaar. Dat is ook een mooi beroep’ (p. 15). Een nieuwe visie op het koningschap heeft hij evenmin. De spreuken van de oude koning vormen de leidraad voor zijn handelen. Zijn antagonisten, de zes ministers, representeren op macht beluste gezagsdragers, maar komen door de karikaturale typering nauwelijks bedreigend over. Ze bemannen de ministeries van Reinheid, Ernst, Eerlijkheid, Deugd, Regelmaat en Orde en IJver. Dit laatste ministerie is in handen van
meneer Pardoes die wordt voorgesteld als een ‘kwiek man’ die van 's morgens vroeg tot 's avonds laat aan het rennen is:
Hij kan met twee handen tegelijk schrijven, 't is haast niet te geloven. Hij kan zich 's morgens in twee minuten en zeven seconden aankleden. Hij ontbijt terwijl hij de trap afloopt, hij kust zijn vrouw gedrag terwijl hij zijn hoed opzet. Hij kan zich niet voorstellen dat iemand wel eens wil lummelen. (p. 29)
| |
| |
De opmerking daarna dat zijn ambtenaren de ‘meest opgejaagde personen in de wereld’ zijn die ‘jong sterven aan een hartziekte’ is na bovenstaande introductie van de minister niet meer echt serieus te nemen.
Het boek heeft een alwetende verteller die alle touwtjes in handen heeft en de gebeurtenissen voorziet van commentaar. Het inzicht in de menselijke aard en in het belang van verantwoordelijkheid en daadkracht wordt nergens aan de lezer zelf overgelaten, maar wordt ofwel via de personages of door de verteller zelf geëxpliciteerd. Zo wordt duidelijk dat de inwoners van Smook voor een belangrijk deel zelf verantwoordelijk zijn voor de milieuvervuiling. Wanneer Stach bij zijn eerste bezoek aan de ministers zegt dat hij hun beleid afkeurt en dat hij de pers heeft ingelicht over zijn voornemen koning te worden, legt de verteller uit waarom minister Regtoe dit tandenknarsend aanhoort:
Geen ogenblik vermoedt hij dat deze jongen een ernstige bedreiging voor de ministers zal worden. Maar voor de kranten is hij wel bang. Ze zijn er altijd als de kippen bij om ook maar de kleinste onwaarheid die hij zegt met vette koppen af te drukken. (p. 13)
Doordat er nauwelijks lege plekken zijn en de boodschap direct aan de lezer wordt overgebracht, is er in Terlouws boek sprake van een actieve ideologie (Hollindale, 1988). De vraag is nu of en in hoeverre deze in de film is aangepast.
| |
Minder opdrachten
De film verschilt op diverse vlakken van het boek. Wat als eerste opvalt, is dat het aantal opdrachten is teruggebracht van zeven plus één (de sprong van de toren) naar vier plus één. Decibel, Stellingwoude en Wapenfelt zijn afgevallen, al worden ze nog wel genoemd in het oude volkslied dat een aantal keren gezongen wordt. Aannemelijk is dat de inkorting is toe te schrijven aan het medium. Een film heeft gemiddeld een duur van anderhalf tot twee uur. Alle opdrachten in dat tijdsbestek weergeven, zou de film te fragmentarisch maken. De losse structuur van het boek met als enige rode draad het koningschap van Stach was zoals gezegd één van hindernissen die Sombogaart naar
| |
| |
eigen zeggen moest nemen bij de verfilming. Een film moet één of twee grote spanningsbogen hebben. Vermoedelijk om die reden is er voor gekozen het aantal opdrachten te beperken en Stach van de ene plaats naar de andere te laten reizen in plaats van hem tussen de opdrachten steeds naar Wiss te laten terugkeren. Door het aantal opdrachten te verminderen, konden de andere opdrachten worden uitgebreid met meer actiemomenten, zoals een achtervolging van Stach door de Tara's als hij hun bedrog in Afzette-Rije heeft ontdekt. De verhaallijn van het koningschap is verweven met die van de relatie tussen Kim en Stach. Waar Kim in het boek de dochter is van de burgemeester van Wapenfelt en een relatief kleine rol vervult, is ze in de film een journaliste die vanaf de allereerste opdracht met Stach meereist en die zich aanvankelijk kritisch opstelt. Later blijkt ze de dochter van de minister van Beleid te zijn, waardoor de verhaallijn van de liefde tussen Stach en Kim een conflict kent en voor extra spanning zorgt.
Vanuit het perspectief van de actualiteit is het op het eerste gezicht opmerkelijk dat de opdrachten in Decibel en Wapenfelt zijn weggelaten en dat die van Uikemene is behouden. Geluidsoverlast en de wapenwedloop waren urgente problemen in de jaren zestig, maar zijn dat in deze tijd, zij het in een andere vorm, nog steeds. Bij nadere beschouwing blijken elementen uit beide opdrachten toch in de film aanwezig. De oorlogsdreiging die in het boek door de opdracht in Wapenfelt wordt opgeroepen, is verweven met de opdracht in Smook, op een manier die Stach voor een dilemma plaatst: de draak verslaan
betekent de redding van de inwoners van Smook, maar geeft de ministers vrij baan voor een oorlog met Eltoren. Alleen door zijn koningschap kan die oorlog worden beëindigd. De machtswellust van de ministers die aanleiding is voor de op handen zijnde oorlog tussen de twee landen, verwijst naar talloze machtsconflicten in de wereld, zowel vroeger als nu. Veel meer dan in het boek en zonder ironie worden de ministers voorgesteld als dictators. Het ingrijpen van het leger bij de laatste opdracht en de ministers die op het balkon van het paleis daarop toezien, roepen een beeld op dat her- | |
| |
innert aan foto's van dictatoriale regimes, zoals die van het Videla-regime in Argentinië in de jaren zeventig.
De kern van de opdracht in Decibel - de onwil om naar elkaar te luisteren - is in de film gecombineerd met de schuifelende kerken van Uikemene. In deze opdracht zijn verder de problemen tussen de christelijke kerken die rond het ontstaan van het boek sterk speelden, verbreed. De kerken in de stad die niet met elkaar willen samenwerken, representeren in de film wereldgodsdiensten zoals het christendom en de islam, en verwijzen naar het geloofsfundamentalisme dat in de geschiedenis, maar zeker vandaag de dag wereldwijd voor conflicten zorgt. Samen met Stach slaagt de zwarte burgemeester van Uikemene er uiteindelijk in de kerken tot elkaar te brengen. Door de samenvoeging van Wapenfelt en Smook en Decibel en Uikemene ligt het accent in de film meer dan in het boek op conflictsituaties die van alle tijden zijn.
Dat het in de film behalve om tijdloze problemen ook gaat om universele emoties, wordt benadrukt door een andere mediumspecifieke verandering: de toevoeging van beeld en geluid. Vooral de muziek en de liedjes spelen een belangrijke rol doordat ze spannende momenten markeren en de voor iedereen herkenbare emoties van de personages versterken. Wanneer Stach alleen door Ekilibrië loopt na Kims bekentenis dat ze hem namens haar vader heeft bespioneerd, wordt zijn eenzaamheid benadrukt door het door Tim Knol gezongen ‘A simple man’, een liedje over een man die zijn best doet eerlijk te blijven tegenover zichzelf en die behoefte heeft aan iemand op wie hij kan leunen. Het happy end van de film - Stach wordt koning en hij en Kim zijn samen - worden onderstreept door het romantische en opnieuw door Tim Knol uitgevoerde ‘Good things will always last’.
| |
Modernisering
Een tweede type verandering is de modernisering, de zogeheten ‘movement of proximation’ (Genette, 1997, p. 304), een strategie waarbij de brontekst wordt aangepast aan het referentiekader van het nieuwe doelpubliek. Vanaf het allereerste moment is de televisie aanwezig die live verslag doet van het overlijden van de oude koning. Op andere momenten wordt via de televisie bericht over de opdrachten van Stach of over de op handen zijnde oorlog met Eltoren nadat Stach de draak van Smook heeft verslagen. Wanneer Stach zijn
| |
| |
laatste opdracht, de sprong van de Aloïsiustoren, voltooit, kan het toegestroomde volk hem op grote televisieschermen volgen.
Naast de televisie zijn er meer moderne media. Zo verstoren smart phones het gebed in het gezin van de burgemeester van Uikemene en worden computers ingezet om de schuifelende kerken in goede banen te leiden en om nieuws te verspreiden. De belangrijke krant Katoren in druk heeft een webpagina en Kim roept de inwoners van Katoren via internet op kussens naar Wiss te brengen, zodat Stach veilig kan springen. Dat nieuwe media niet alleen maar vooruitgang betekenen, wordt kort aangestipt door Janus, een personage dat niet in het boek, maar wel in de film voorkomt. Hij wijst Kim terecht wanneer ze opmerkt niet te kunnen interviewen zonder voice-recorder. Hij leert haar de kneepjes van wat volgens hem echte journalistiek is. Wanneer Kim, die veel gebruikt maakt van de moderne media, haar brieven aan Stach met de hand schrijft, wordt impliciet duidelijk dat zoiets persoonlijks als een liefdesbrief met de hand geschreven dient te worden en dat nieuwe media intermenselijk contact onpersoonlijker dreigen te maken. Tot slot is het opvallend dat Stach nauwelijks van de nieuwe media gebruik maakt. Een mogelijke interpretatie is dat het goed is dat mensen blijven uitgaan van hun eigen kracht.
| |
Censuur en bureaucratie
Waar in het boek de ministers vooral lachwekkend zijn, zijn ze in de film de dragers van een wereldwijd probleem. Vanaf het begin wordt benadrukt dat de ministers de belichaming zijn van een dictatoriaal regime. Flitsen van een opgroeiende Stach worden afgewisseld met krantenberichten waaruit blijkt dat het regime de persvrijheid steeds verder aan banden legt. Behalve de krantenberichten laten ook de televisiebeelden over de op handen zijnde invasie van Eltoren door Katoren zien dat de berichtgeving via de pers gecontroleerd wordt door de overheid.
In dit licht moet ook de toevoeging van het personage Janus worden gezien. De gewezen hoofdredacteur van Katoren in druk woont als een verschoppeling in een uithoek van Smook omdat de ministers hem verbannen hebben. Ze vonden hem als kritisch journalist te lastig. Benadrukt wordt dat hij een reporter is die uit het goede hout gesneden is, omdat hij daadwerkelijk
| |
| |
geïnteresseerd is in de mens achter het nieuws. Janus is ook degene die doorheeft dat Kim dubbelspel speelt en die haar laat inzien dat ze de kant van Stach moet kiezen.
Niet alleen journalisten worden uit de weggeruimd door de regering. Anders dan in het boek stimuleert Gervaas Stachs wens om koning te worden niet, maar probeert hij hem juist af te remmen. Wanneer hij zijn handtekening niet wil zetten onder Stachs verzoek om het koningschap te verwerven en zijn neef hem om die reden een slappeling noemt, legt oom Gervaas uit dat iedereen die eerder probeerde om koning te worden, verdwenen is. Wanneer Stach hem vraagt waarom hij daarover nooit iets heeft gehoord, antwoordt Gervaas: ‘Mensen vergeten snel, vooral als ze bang zijn.’ Als Stach vastbesloten blijft, adviseert Gervaas hem de pers in te schakelen zodat journalisten hem in elk geval kunnen volgen. Op deze manier wordt duidelijk dat de controlerende functie van de pers onder de dictatuur soms ook positieve kanten heeft.
Het meest zichtbaar is het dictatoriale regime aan het slot van de film als Stach de opdracht krijgt van de toren te springen. Als de bevolking hem te hulp komt, geven de ministers het leger opdracht de mensen met geweld terug te drijven. Tegelijkertijd blijkt dan dat de macht van de ministers voorbij is. De mensen zingen het oude volkslied en het leger gehoorzaamt niet meer aan de ministers. Als een soldaat salueert voor Stach, trekken de ministers zich terug in plaats van zich in te zetten voor de nieuwe koning zoals ze in het boek doen. Hiermee krijgt de film een realistischer einde dan het boek waar de ministers zich gewillig schikken in de rol die koning Stach voor hen bedenkt.
Een ander nieuw maatschappelijk probleem dat aan de kaak wordt gesteld, zij het zijdelings en met humor, is de bureaucratie. Wanneer Stach te kennen geeft dat hij koning wil worden, wordt hij doorverwezen naar de ambtenaar van beleid die hem lang laat wachten om hem vervolgens weer weg te sturen: ‘Komt u maandag terug met een legitimatie, schriftelijke verzoek, recente pasfoto, in vijfvoud.’
De nieuwe kwesties, nieuwe media, censuur en bureaucratie, benadrukken het belang van vrijheid en beperkte regelgeving, het recht van het individu om eigen keuzes te maken en verantwoordelijkheid te kunnen nemen en ze wijzen op de gevaren van macht en eigenbelang. Deze mens- en maatschappijvisie heeft onmiskenbaar raakvlakken met die in het boek van Jan Terlouw,
| |
| |
maar legt andere accenten. Waar in het boek vooral de nalatigheid van lokale overheden en het eigenbelang van individuen aan de kaak wordt gesteld, ligt de nadruk in de film op de dreiging en het gevaar van een dictatoriale overheid.
| |
Menselijkheid
In de film heeft Stach voor een belangrijk deel dezelfde eigenschappen als zijn naamgenoot in het boek: hij is vriendelijk, behulpzaam en ondernemend. Maar meer dan de Stach van Terlouw is hij ook nonchalant en ziet hij het koningschap en de opdrachten in eerste instantie vooral als avontuur. Zo blijkt hij zich absoluut niet te hebben voorbereid op wat hem in Afzette-Rije te wachten staat. Het is Kim die hem vertelt dat ze er een andere taal spreken. De frisse, praktische blik die Stach in het boek heeft en die in de d'66-ideologie destijds zo belangrijk was voor het oplossen van de problemen, is in het begin van de film vooral een naïeve blik geworden. Gaandeweg ontwikkelt Stach zich echter wel. De eerste keer dat Kim hem vraagt waarom hij koning wil worden, weet hij geen antwoord op de vraag, maar later motiveert hij zijn ambitie wel: ‘Het voelt zo goed om mensen te helpen, om mensen bij elkaar te brengen.’ Bij zijn laatste opdrachten - Ekilibrië en de sprong van de toren - laat hij zich leiden door het motto dat een koning alles over moet hebben voor zijn volk. Verder vindt hij eerlijkheid een belangrijke eigenschap voor een koning. De burger moet de overheid kunnen vertrouwen. Eerlijkheid, menselijkheid en opofferingsgezindheid als idealen tegenover het bedrog, de onmenselijkheid en het eigenbelang van het dictatoriale regime. Het zijn vooral Janus en Stach zelf die deze visie op mens en maatschappij verwoorden. De alwetende verteller uit het boek is in de film niet vervangen door een voice over. Zijn commentaarfunctie is voor een deel wel overgenomen door de krantenberichten en de televisiebeelden die de avonturen van Stach begeleiden. Hierdoor en door de uitspraken van Janus en Stach is ook de boodschap in de film niet mis te verstaan.
| |
| |
| |
Variatie maar toch vooral herkenning
Bezoekers van de film Koning van Katoren die naar de bioscoop gaan voor een feest der herkenning, zullen zeker aan hun trekken komen. Hoewel er opdrachten ontbreken, zijn de uitdagingen die zijn overgenomen qua verhaallijn grotendeels behouden, zij het in een gemoderniseerd jasje. De kernwaarden van eigen verantwoordelijkheid, een praktische inslag bij het oplossen van problemen, hulpvaardigheid en samenwerking zijn overeind gebleven en worden zowel in het boek als in de film expliciet verdedigd. Maar waar de bedreigingen van die waarden in het boek vooral lokaal van aard zijn, komt het gevaar in de film in de eerste plaats vanuit het dictatoriale regime waardoor de visie op mens en maatschappij meer dan in Koning van Katoren van Jan Terlouw een globaal perspectief krijgt. Hoewel de relatie tussen de film en de partijideologie van d'66 door dit nieuwe perspectief minder direct zichtbaar is, blijft die in de kern zeker overeind. Of het nu lokaal, nationaal of mondiaal is, een samenleving moet volgens het programma van d'66 gebaseerd zijn op vertrouwen:
Vertrouwen in mensen, in keuzes die ze maken en in de verantwoordelijkheden die ze kunnen dragen. Een maatschappij voor en door mensen zelf. Een maatschappij, waarin mensen zoveel mogelijk zelf bepalen hoe hun leven en land worden ingericht. (site.d66.nl)
De rol van de overheid moet vooral dienend zijn. Het zijn de mensen zelf die samen de maatschappij waarin ze leven, vorm moeten geven.
Samenvattend kan gesteld worden dat in deze specifieke filmbewerking volgens verwachting vooral de universele elementen uit de brontekst min of meer getrouw zijn overgenomen. Aspecten uit Terlouws boek die specifiek waren voor de jaren 1960-1970, zijn zodanig bewerkt dat de ideologie van toepassing is op een bredere context
| |
Primaire literatuur
Sombogaart, B., Koning van Katoren. Kasander Film Company, 2012. |
Terlouw, J., Koning van Katoren. Rotterdam, Lemniscaat, 1971. |
| |
| |
| |
Secundaire literatuur
Beek, J. van, ‘Onsterfelijk jeugdboek over de menselijke aard.’ In: De Morgen, 2 februari 2013. |
Beekman, B., ‘Koning van Katoren’. In: de Volkskrant, 6 december 2012. |
Genette, G., Palimpsests: Literature in The Second Degree. Linkoln, University of Nebraska Press, 1997. |
Gier, R. de, ‘Warboek van belegen boodschappen. Koning van Katoren van Ben Sombogaart.’ Recensie op Cinema.nl. Geraadpleegd op 29 oktober 2013 via:
www.cinema.nl/artikelen/9620282/warboel-van-belegen-boodschappen. |
Hollindale, P., Ideology and the Children's Book. Woodchester, Thimble Press, 1988. |
Hutcheon, L., A Theory of Adaptation. New York/London, Routledge, 2006. |
Os, Q. van, ‘Woorden reizen langs kromme wegen.’ In: Literatuur zonder leeftijd, 10(38), 1996, p. 165-191. |
Poelmans, E., ‘Van persoonlijk idealisme naar algemene maatschappijkritiek. Jan Terlouw en zijn jeugdboeken over Katoren.’ In: Literatuur zonder leeftijd, 27(92), p. 49-63. |
Schmidt, E. & S. Veenendaal, Van Abeltje tot Zoop. Over het succes van de Nederlandse jeugdfilm. Hoorn, Hoogland & Van Klaveren, 2011. |
Welles, A., ‘Koning van Katoren.’ Recensie op Filmtotaal.nl, 4 december 2012. Geraadpleegd op 29 oktober 2013 via:
www.filmtotaal.nl/recensie.php?id=28511. |
[z.n.], ‘Koning van Katoren: film anders dan het boek’. In: De Gelderlander, 10 december 2012. Geraadpleegd op 28 oktober 2013 via:
www.gelderlander.nl/regio/nijmegen/koning-van-katoren-film-anders-dan-het-boek-1.3552590. |
[z.n.], ‘Programma d'66 in “Katoren”.’ In: Het Parool, 16 augustus 1972. |
|
|