Literatuur Zonder Leeftijd. Jaargang 27

[p. 20]

Schipper, mag ik met je mee?
Tekst: Harrie Geelen / Muziek: Joop Stokkermans

Ik hoor de riemen het water raken,
Het rustige, roestige gepiep.
Kan het niemand, niemand wakker maken?
Kan je wel over in het geniep?
We moeten maar weer eeuwen wachten,

Want we gaan natuurlijk niet.
Want we zitten zoals gewoonlijk
Op een kluitje in het riet.

Schipper, schipper, mag ik met je mee? Nee!
Anders raakt mijn bootje vol.
Schipper, schipper, ja of nee? Hee!
Nee, nee, maak mijn hoofd niet dol!
Kan ik je dienen met een konijn
Dat ik vangen kan? Of een waterhoen?
Ik zou o zo graag aan de overzij zijn.
Kan ik niet met je zaken doen?

Zet me maar over, maar over, meneer,
Want op deze oever is mijn liefje niet meer.
Vandaar waar hij heen is, komt hij niet meer.
Zet me maar over, zet me maar over.

Kan ik je dienen met een hand graan
Of een kiekendief of een veldboeket?
Heb ik soms iets verkeerds gedaan,
Dat je mij niet overzet?

[p. 21]

 

Zet me toch over, maar over, meneer,

 

Want aan deze zijde heb ik niemand meer.

 

Breng me heen en morgen weer.

 

Zet me maar over, zet me maar over.