1 maart. Onder de titel ‘Is hier iemand bi?’ presenteerde Van de Vendel een dilemma voor jeugdboekenschrijvers: schrijf je dat ene prachtige, grensverleggende boek dat door veertien jonge fijnproevers wordt gelezen of doe je water bij de wijn en mik je op vierduizend lezers? Van de Vendel kiest voor bi: mik zowel op literatuur als op populariteit, en vooral gloedvol.
Drie dagen eerder en een slordige vijftig kilometer zuidelijker gaf Bart Moeyaert aan de Radboud Universiteit de Kellendonk Lezing 2012. Nijmeegse insiders repten over de mooiste Kellendonklezing ooit en dat wil wat zeggen voor een lezing die sinds 1992 jaarlijks plaatsvindt. ‘Bestaan kan iedereen. Er zijn vraagt moed,’ citeerde Moeyaert uit eigen werk in de lezing. Om het vervolgens te hebben over engagement en de moed om genuanceerd te zijn en te durven erkennen dat mensen fouten mogen maken. Hij vertaalt dat ook naar schrijvers: de schrijver, ‘ook de kinderboekenschrijver’, moeten met zijn werk zowel omhelsen als verontrusten, ‘juist omdat hij de grenzen van zijn schaamte verkent, aan de lezer niet alleen de gekende, vertrouwde wereld laat zien, maar ook een onbekende, soms zelfs gevreesde of onaangename wereld.’
Gloedvol, genuanceerd en geëngageerd. En vooral er zijn. Daar is zeker moed voor nodig. Als hoofdredacteur van een klein vakblad als Literatuur zonder leeftijd voel ik me aangesproken door deze woorden.
Zo'n eerbetoon via Twitter, daar word ik dus #blij-van. Moedig voorwaarts dus aan de start van weer een nieuwe jaargang. Want jeugdliteratuur en jeugdliteraire kritiek en onderzoek verdienen een podium waar je ruimer mag denken dan 140 tekens. Wat niet wil zeggen dat we niet ook graag digitaal met u communiceren. Bijvoorbeeld via @literatuurzl op Twitter.
Bea Ros