te wachten? Er zijn al zoveel prachtige boeken. Wat valt daar nog aan toe te voegen? Had ik eigenlijk wel iets te zeggen? Maar ja, als je gevraagd wordt iets te schrijven, dan ligt de verantwoordelijkheid bij de opdrachtgever. Toch?
Maar goed, ik ben nu eenmaal nieuwsgierig en wil graag alles proberen en houd van nieuwe uitdagingen aangaan. Dus zoetjesaan ben ik gaan schrijven omdat ik dat zelf wil en ben ik uitgekomen bij jeugdromans. Ik ben er ondertussen ook achter gekomen waarom ik schrijf en dat ik echt nooit meer iets anders wil doen tot de dood erop volgt.
Schrijven lijkt namelijk op lezen. Ook als je
schrijft, ontspan je je, verken je nieuwe werelden door research, onderzoek je ethische kwesties en duik je in de huid van je personages en beleef je emoties en scènes die je in het echte leven meestal niet meemaakt. Oké, schrijven duurt iets langer dan lezen en is soms ook wel een geploeter, maar dan ga je ook wel tot de bodem van een verhaal. Research doen voor een boek vind ik een van de aller-leukste aspecten van het schrijven. Ik doe het voor elk boek, maar de tijd die ik erin stak voor mijn laatste jeugdroman
Niets meer te verliezen sloeg alles. Maar goed, dat betrof dan ook een historisch verhaal.
Dat schrijven voor jezelf als auteur een fijn proces is, is een persoonlijk argument. De vraag of de buitenwereld daarop zit te wachten is daarmee nog niet beantwoord. De discussie gaat vaak over literatuur en lectuur. Als ik Literatuur zonder leeftijd lees, zie ik dat daarin vooral belang wordt gehecht aan het literaire niveau van verhalen.
Ik ben niet zo'n mooischrijver, kan het denk ik niet, maar bovenal past het me niet. Heb je dan als auteur wel bestaansrecht? Ik heb me dat vaak afgevraagd, maar ben tot de conclusie gekomen van wel, zolang ik in mijn werk maar oprecht en authentiek blijf en mezelf ben (of word). Ongeacht of mijn boeken nu literair zijn of gewoon vlot en spannend geschreven.
Hanneke van den Berg schreef over mijn laatste boek: ‘Niets meer te verliezen is een jeugdroman die moeiteloos door regisseur Steven de Jong zou kunnen worden verfilmd. Net als eerdere films van De Jong (de Snuf