Intermezzo
Henri van Daele in - slechts- 600 woorden.
Het begon ergens in 1985, het prille begin van mijn loopbaan bij het Nationaal Centrum voor Jeugdliteratuur. Het was mijn allereerste Raad van Bestuur en ik zat een beetje beduusd rond te kijken in de vergaderzaal van het AMVC in Antwerpen. Rondom mij verzamelden zich een aantal dames en heren die best wel indruk op me maakten, niet in het minst de man met de bromstem die af en toe tussenbeide kwam. Niet zo maar tussenbeide, neen, hij bediende zich van een indrukwekkend rijke woordenschat die zorgvuldig werd uitgegoten in van die lange, meanderend ronkende zinnen. Ondertussen bleef hij rustig verder zijn pijp roken, kuisen en uitkloppen. Hij gaf een gemoedelijke indruk, maar toch ook weer niet, want hij sprak met een ferme stem en hij had van die donkere, felle ogen. Na afloop trok de Raad bijna voltallig naar het café aan de overkant, om de vergadering nog een keer over te doen.
Daar zat ik dan, pal naast de beroemde schrijver Henri van Daele. Hij bekeek me met zijn vrolijke ironische ogen en zei ‘zeg maar Henri zene, Griet, wat gaat ge drinken?’. ‘A gentleman at large’, dacht ik. Ik bestelde een witte wijn, en Henri een Duvel. Vanaf ons eerste gesprek bij pot en pint was ik eigenlijk al verkocht aan de gevierde schrijver, de gloedvolle rasverteller, de verdediger van de simpele geneugten van het leven, de spreekbuis van de gewone mens, de kleinzoon van een klompenmaker die even fier was op zijn afstamming als op de Pleiädereeks in zijn boekenkast...
Jaren later, toen we mekaar al grondig hadden leren tutoyeren, mocht ik voor het eerst mee naar de internationale Kinderboekenbeurs in Bologna. De Vlaamse aanwezigheid daar was door Henri en Gregie heel lang bepleit: als een klein land groot wil zijn, zo redeneerden zij, moest het zich ook met de groten durven meten. Ik heb in de Vlaamse stand ooit een receptie meegemaakt waar al vanaf 's middags Duvel werd geschonken: een Bourgondisch Henri-initiatief dat voorwaar zijn effect niet miste en de Vlamingen op slag wereldwijd populair maakte...
Henri moest zichzelf als schrijver al lang niet meer bewijzen, maar hij zat daar met vuur de vertegenwoordiger te zijn van alles wat Vlaams en goed was, genereuze Vlaamse reus als hij is.