Intermezzo
‘Je hebt hem toch een jeneverke aangeboden?’
November 1976. Ik werkte een paar weken op de uitgeverij en mocht me in het kinderboekenfonds verdiepen. Folders doornemen, dossiers inkijken, boeken doorbladeren. Inwerken heette dat toen. Allemaal van die leerrijke dingen waarvoor een beginnend redacteur tegenwoordig de tijd niet meer krijgt.
Plots drie zware kloppen op de deur. Een man met snor en baard, een muts op zijn hoofd, een pijp in zijn mond en een stapeltje papier onder de arm vroeg of hij stoorde. ‘Henri van Daele’, stelde hij zich voor. ‘U kent me wel...’
Hij moest toevallig in de drukkerij zijn en had gehoord dat er op de uitgeverij een nieuwe aangekomen was. Hij wou gewoon komen kennismaken. Een beleefdheidsbezoek, noemde hij het. Ondertussen keek hij me met zijn grote donkere ogen onderzoekend aan en stak rustig een pijp op. Of ik iets van boeken afwist?... Of ik een asbak had?...Of ik een pater was? ....Hoe ik in Averbode terechtgekomen was?...
Ik was een groentje en probeerde me zo goed mogelijk uit de slag te trekken. Na een tiental minuten hield hij het voor bekeken. ‘Dan ga ik maar’, zei hij. ‘O ja, ik heb toevallig ook nog een script bij. Interesseert het u soms?’ Hij liet het mapje op mijn tafel achter en weg was hij.
Zo werd Henri van Daele de eerste auteur die ik in levende lijve ontmoette en Op vlugge pootjes was het eerste typoscript dat ik in handen kreeg.
Nu ja, wat nu? Ik zette het venster open om de tabaksrook te laten ontsnappen en ging naar mijn baas. ‘Je hebt hem toch een jeneverke aangeboden?’, was het eerste wat hij me vroeg.
Henri van Daele was blijkbaar een habitué van het huis. Een klant met vaste gewoontes en verworven rechten. Hij schreef al vanaf zijn zestiende ‘Vlaamse Filmpjes’ en Altiora had het jaar voordien een boek van hem uitgegeven: Ukje de laatste kabouter. Een ‘ecologisch’ sprookje, maar dat woord bestond toen nog niet.
Een week later belde Van Daele me op. Of ik zijn script al gelezen had? Want hij moest 's anderendaags in de drukkerij zijn en we zouden er eens kunnen over praten....
De secretaresse - die de jenever beheerde - had me ondertussen verwittigd: Mijnheer Van Daele drinkt liefst Oost-Vlaamse jenever van Feliers, maar wij hebben hier enkel Hasseltse van Smeets en we maken daar geen uitzondering op!