Literatuur Zonder Leeftijd. Jaargang 24
(2010)– [tijdschrift] Literatuur zonder leeftijd– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 7]
| |
PerspectievenHet voelt onwezenlijk. Een inleiding schrijven bij een nummer dat tot stand gekomen is toen onze redactie nog compleet was. Inmiddels missen we iemand. Op 2 februari 2010 overleed plotseling Gerard de Vriend. Ruim een jaar geleden nog maar mochten we u trots ons Gerard de Vriend-nummer presenteren, een speciale uitgave van Literatuur zonder leeftijd, ter gelegenheid van Gerards afscheid van de Universiteit van Amsterdam. Ik wenste hem in mijn redactioneel een rijk leven toe. Onbegrijpelijk om nu op deze plek zijn dood te moeten memoreren. Gerards geest ademt nog door dit nummer. Zo was hij, zoals altijd, aanwezig op de jaarlijkse studiedag van de Nederlands/Vlaamse Werkgroep Onderzoekers Jeugdliteratuur die op 6 november 2009 plaats vond aan de Hogeschool Universiteit Brussel. Op deze studiedag presenteren jeugdliteraire onderzoekers resultaten uit lopend of net afgerond onderzoek en stellen coreferenten hierover vragen. Gerard was coreferent bij de lezing van Sara Van den Bossche. Zij is net gestart met onderzoek naar de manier van canonvorming binnen de jeugdliteratuur. Meer specifiek kijkt ze in hoeverre het werk van Astrid Lindgren canoniek is. Haar eerste bevindingen vindt u in dit nummer van Literatuur zonder leeftijd, dat, het begint inmiddels een traditie te worden, grotendeels gewijd is aan deze studiedag. Dat levert nog meer Lindgren op: Kirsten Waterstraat vergelijkt de Zweedse en Nederlandse grand old lady van de jeugdliteratuur, ofwel Lindgren en Schmidt. Verder kunt u lezen hoe het de dieren van Toon Tellegen vergaat in Polen, wat er door vertaling met kindbeelden in prentenboeken gebeurt en over Joe Speedboot als initiatieroman. Het nummer heeft nog meer perspectieven te bieden. Er zijn diverse boekbesprekingen. Bijvoorbeeld van Meesterwerk met ezelsoren, het proefschrift van Sanne Parlevliet. Dat is het vermelden waard, niet alleen omdat haar onderzoek er zijn mag, maar omdat zij sinds kort deel uitmaakt van onze redactie. Verder heropent Peter van den Hoven in een polemische bijdrage de discussie over de vraag of Zwart als inkt van Wim Hofman nu wel of niet geschikt is voor kinderen. Eerder betoogden Harry Bekkering en Joukje Akveld in Literatuur zonder leeftijd dat het boek weliswaar prachtig was, maar niet (volledig) te begrijpen voor kinderen. Van den Hoven toetst zijn eigen mening - het boek is wel degelijk geschikt voor alle leeftijden - aan het oordeel van de schrijver, Wim Hofman, zelf. | |
[pagina 8]
| |
Een ‘heropening’ zou men ook de bespreking van Gerard de Vriend - zijn allerlaatste bijdrage - van het nieuwe boek van Rita Ghesquière kunnen noemen. Waar hij eerder zeer kritisch was over de diverse herdrukken van Het verschijnsel jeugdliteratuurGa naar voetnoot1, was hij over haar nieuwste boek, Jeugdliteratuur in perspectief, oprecht lovend. Hij was te bescheiden om te schrijven dat Ghesquière mogelijk haar boek grondig herzien had met het kritische artikel van De Vriend op haar bureau. Bescheiden en kritisch, aimabel en scherp, literatuurliefhebber en voetbalfan - Gerard, we zullen je nog heel lang missen.
Bea Ros |
|