onderdeel van de master Vertalen en Meertalige Communicatie. Voor bachelor3-studenten is er bovendien een keuzevak jeugdliteratuur.
Karin Lesnik-Oberstein verzorgt aan de Universiteit van Reading (zie voor het onderzoek haar artikel) een masterscursus over kinderliteratuur en samen met drie collega's zijn er elk studiejaar vijf bachelormodules, met onderwerpen als: algemene kinderliteratuur, ‘school-stories’, Victoriaanse of Edwardiaanse kinderboeken, en achttiende-eeuwse kinderliteratuur, cultuur en pedagogiek.
Helma van Lierop doceert zowel in Tilburg als in Leiden. In Leiden is er jaarlijks een cursus kinder- en jeugdliteratuur, waarbij de nadruk ligt op de genres. In Tilburg heet haar college Cultuuruitingen voor de jeugd en die titel dekt de lading volledig: er is niet alleen aandacht voor kinderboeken, maar ook voor kindertijdschriften, de kinderfilm en het kindertheater en games. In de collegereeks Polemieken en debatten in de kunsten van de 20e eeuw brengt Van Lierop drie colleges over jeugdliteratuur in. Eervol is het verzoek om volgend jaar voor een groepje geselecteerde studenten Ethics and Aesthetics of Children's Literature te organiseren binnen het Honoursprogram van de Tilburgse Universiteit.
Aan de Universiteit van Antwerpen zijn sinds 1999 Vanessa Joosen en Katrien Vloeberghs ingeschakeld om de jeugdliteratuur een plaats te geven in de curricula. Dit jaar is er zowel overdag (niveau bachelor 2/3) als 's avonds (mensen van buiten de universiteit) een inleidende cursus in jeugdliteratuur. Vloeberghs geeft daarnaast een werkcollege over kinderboeken en de Holocaust. Interessant is dat er verder elk jaar een andere onderwerp wordt behandeld: adolescentenliteratuur, de Bildungsroman, postmoderne jeugdliteratuur, sprookjes, klassiekers uit de jeugdliteratuur en hedendaagse Britse kinderboeken zijn al aan bod gekomen.
Aan de Katholieke Universiteit van Leuven brengt Rita Ghesquiere de jeugdliteratuur ter sprake voor bachelo3-studenten. Haar aanpak is theoretisch (systeem- en veldtheorie) en comparatistisch en ze behandelt de kinderboeken binnen de systemen ‘literatuur’, ‘pedagogiek’, ‘filosofie’, ‘canonisering’ en ‘vertalen’. Opmerkelijk is het aantal deelnemers: negentig studenten lezen primaire teksten en leggen een dossier aan over een bepaald thema, er komen zes bachelorscripties uit voort en er zijn tien master-studenten met hun proef bezig op het gebied van de jeugdliteratuur. Dat onderwerp komt ook voor (onder andere met Harry Potter) in de cursus Verhaaltheorie.
Dick Schram behandelde in een werkcollege onderwerpen als: het jeugdliteraire veld, opvattingen over jeugdliteratuur, de afbakening jeugdliteratuur/literatuur voor volwassenen, de literarisering, de auteurs poëtica, meisjes- en jongensboeken en jeugdliteraire kritiek en prijzen. In een ander college, Literaire socialisatie komt het kinderboek als onderwerp eveneens voor.