uit de Angelsaksische wereld (toenemend van 42,3% in de jaren veertig tot bijna 70% in de jaren negentig).
Hoofdstukken 3, 4 en 5 bevatten case studies waarin Desmet vertalingen vergelijkt met de bronteksten binnen drie types meisjesboeken, ingedeeld volgens hun status: triviale series (‘formula fiction’), klassiekers en prijswinnaars. Het is jammer dat de onderzoekster geen aandacht schenkt aan de erg populaire ‘chicklit’ (wat deels te verantwoorden valt doordat het genre pas echt populair geworden is na 1995). Haar voornaamste hypothese is dat de vertaalstrategieën zullen verschillen naargelang de status van de tekst. Om deze hypothese te toetsen, gaat ze na welke vertaalstrategieën worden toegepast, zowel op macro- als op microniveau. Zo onderzoekt ze aanpassingen van de verhaalopbouw, het vertelstandpunt en culturele elementen (als namen, gerechten, munten). Vooral deze laatste krijgen veel aandacht, zoals ook in andere studies naar jeugdliteratuur in vertaling. Ze verraden immers het duidelijkst vanuit welk kindbeeld de vertaler werkt. Terecht besteedt Desmet ook aandacht aan de paratext (titel, woord vooraf, colofon en titelpagina met positie van de vertaler).
De vele voorbeelden maken op een overtuigende manier duidelijk dat er inderdaad een correlatie is tussen de gehanteerde vertaalstrategieën, het type boek en specifieke opvoedende bedoelingen, al zijn er ook opmerkelijke verschillen binnen een bepaald type. De vertalingen van de prijswinnaars (met hoge status) laten een duidelijke tendens zien om zowel de literaire kwaliteit als het vreemde zoveel mogelijk te bewaren. Weglatingen of tussenkomsten op macrostructureel niveau zijn vrijwel afwezig, maar expliciterende strategieën komen wel frequent voor, zowel om vreemde elementen te verduidelijken als om relaties te specificeren of emoties te benoemen. Afwijkingen op microstructureel niveau blijven meestel beperkt tot kleine aanpassingen aan de stijl, zoals veralgemeningen, het schrappen van herhalingen, het gebruik van verkleinwoorden en het wegwerken van dialect, slang en krachttermen (‘S'funny’ > ‘Vreemd’; ‘Waste of bloody energy’ > ‘Wat een verspilling van energie.’)
In tegenstelling tot de prijswinnaars worden in de vertalingen van triviale series verklarende en vereenvoudigende strategieën overvloedig toegepast. Mieke Desmet verklaart die vooral vanuit de opvoedende bedoeling de lezer op de eerste plaats te willen amuseren (maar kun je dit wel ‘opvoedend’ noemen?) en een tekst te schrijven die de lezer gemakkelijk kan begrijpen. Hierdoor worden hele (hoofd)stukken geschrapt, verplaatst of herschikt. Sommige reeksen in vertaling hebben een vast aantal pagina's, wat de vertaler vanzelf dwingt tot drastische ingrepen. Maar ook op microniveau worden moeilijke woorden versimpeld, gevoelens geëxpliciteerd enzovoort.
Vergelijking van de drie vertalingen van de klassieker Little Women laat zien