Literatuur Zonder Leeftijd. Jaargang 22
(2008)– [tijdschrift] Literatuur zonder leeftijd– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 52]
| ||||||||||||
Boeken over oude en jonge kinderen...
| ||||||||||||
[pagina 53]
| ||||||||||||
goudvis en andere verhalen) en Eleanor
Farjeon's Book uit 1960. Verschillende van die teksten gelden in de Britse jeugdliteratuur als klassiekers. Zo ontving Eleanor Farjeon voor The Little Bookroom zowel een Carnegie Medal, de hoogste Britse onderscheiding voor jeugdliteratuur, als de allereerste Hans Christian Andersen Medal die ooit uitgereikt werd. Die eerste eer viel ook Philippa Pearce te beurt voor Tom's Midnight Garden. Dit fantasieverhaal wordt bovendien internationaal erkend voor de geslaagde vermenging van verschillende tijdslagen. Ook de boeken van Lucy Boston rond Green Knowe behoren tot de Engelse klassiekers, en het huis waar ze zich afspelen vormt nog steeds een toeristische trekpleister voor boekenliefhebbers. Hoewel een aantal van de bovenvermelde titels vertaald werd, zijn de namen Boston, Farjeon en Pearce in het Nederlandstalige gebied nauwelijks nog bekend, en zijn hun boeken in vertaling al lang niet meer te verkrijgen. Een mogelijke verklaring is dat de magisch-realistische werken niet meteen een equivalent hadden in de Nederlandstalige jeugdliteratuur van rond de jaren vijftig. In het Engels worden ze nog wel regelmatig herdrukt, en met name de boeken van Philippa Pearce doen nog bijzonder eigentijds aan. Gelijkenissen tussen kinderen en oude mensen zijn er op verschillende niveaus in de boeken van Boston, Farjeon en Pearce: de kinderen en bejaarden hebben onder andere hun positie buiten het beroepsleven gemeen, alsook een voorliefde voor de natuur en voor dieren, een interesse in het verleden, tijd en belangstelling voor verhalen en een bijzondere gevoeligheid voor contact met het bovennatuurlijke. Verschillende van deze eigenschappen maken deel uit van een romantisch discours dat zowel op het kind als op de oudere van toepassing blijkt te zijn. In andere aspecten blijken oud en jong in het werk van Farjeon, Pearce en Boston complementair aan elkaar: de wijsheid, het geduld en het begrip van de bejaarde personages vormt een aanvulling op het enthousiasme en de fysieke kracht van de jeugdige personages. | ||||||||||||
Overeenkomsten tussen oud en jongIn de Westerse maatschappij van na de Tweede Wereldoorlog stonden kinderen en ouderen net zoals nu buiten de actieve beroepsbevolking. Deze positie bui- | ||||||||||||
[pagina 54]
| ||||||||||||
ten het professionele maatschappelijke leven blijkt een aantal voor- en nadelen met zich mee te brengen die beide groepen met elkaar delen. Enerzijds zijn kinderen en bejaarden vaak financieel afhankelijk van de werkende generatie, ze zijn nog niet of niet meer vertrouwd met moderne technologieën en instituties, en ze worden vaak het recht ontzegd om bij belangrijke beslissingen inspraak te hebben. Als resultaat hiervan worden zowel kinderen als ouderen in sommige van de bestudeerde werken afgebeeld als zwak, kwetsbaar of eenzaam. Toch zijn dit niet de voornaamste kenmerken die in de onderzochte boeken belicht worden, want anderzijds zorgt deze positie buiten het professionele leven voor een aantal bijzondere mogelijkheden. In de bestudeerde werken uit het midden van de twintigste eeuw beschikken kinderen en ouderen over zeer veel tijd - dit is één van de aspecten waarin ze overigens wel wat verschillen van de meer recente situatie, waarin zowel kinderen als grootouders hun vrije tijd invullen met een enorme hoeveelheid hobby's en sportactiviteiten en daardoor net zo gehaast door het leven gaan als de ouders.Ga naar voetnoot1. In het werk van Boston, Farjeon en Pearce klagen de oudere personages over de stress en de toenemende snelheid die de moderne maatschappij oplegt, en voor kinderen is de generatie van de ouders een ‘alledaagse soort zonder fantasie (...) die nooit eens even pauzeert om na te denken over iets wat buiten hun onmiddellijke situatie ligt’ (Mikkelsen, blz. 8).Ga naar voetnoot2. Het is geen toeval dat de meeste oude personages in het werk van Boston, Farjeon and Pearce niet getrouwd of weduwe(naar) zijn, en dat de kinderen hen bezoeken tijdens weekends en in de vakantie: de ouderen worden afgebeeld als de enige volwassenen die bereid zijn om zoveel tijd en aandacht uitsluitend aan de kinderen te besteden. Een belangrijk aandeel van die schijnbare zee van tijd gaat naar het vertellen van verhalen. In het werk van Boston en Farjeon vind je verschillende voorbeelden van wat Pat Pinsent ‘patchwork grandparents’ noemt, oftewel grootouders met een lappendeken. Deze oudjes ‘worden vaak gezien met wat verstelwerk, wat hun niet zelden inspiratie geeft voor het oprakelen van familieherinneringen’ (142).Ga naar voetnoot3. De ‘Old Nurse’ in de verhalen van Farjeon vertelt terwijl ze sokken stopt. Boston begon haar eerste boeken te publiceren toen ze al ouder dan zestig was (Nikolajeva, 2006, blz. 190). In The Chimneys of Green Knowe vertelt Mrs Oldknow - what's in a name? - haar zevenjarige achterkleinzoon Tolly over de familiegeschiedenis terwijl ze aan een lappendeken naait (Boston, 1976a, | ||||||||||||
[pagina 55]
| ||||||||||||
blz. 13). Tijdens deze vertelmomenten verbinden de ouden van dagen geregeld heden met verleden, en dit wordt in de loop van het boek zelf ondersteund door verschuivingen van de grens tussen verschillende tijdslagen. De filosofische theorieën rond niet-lineaire vormen van tijd, die in deze teksten verwerkt zitten, brengen de oudere en jonge personages nog duidelijker samen. | ||||||||||||
Buiten de tijdTijd speelt een belangrijke rol in de fantasieverhalenvan Farjeon, Pearce en Boston, en dit niet alleen in de zin dat de personages er veel tijd hebben. In The Children of Green Knowe, Tom's Midnight Garden en The Old Nurse's Stocking Basket verloopt de tijd niet lineair, maar wijkt hij op bepaalde vlakken af van het tijdsconcept in realistische romans. Verschillende bijzondere opvattingen van tijd dragen ertoe bij dat de oude en jonge personages dichter bij elkaar komen. De ‘Old Nurse’ uit de verhalen van Farjeon lijkt wel het eeuwige leven te bezitten: zij zorgt al eeuwenlang voor talloze generaties van baby's. Net zoals Mrs Oldknow uit het werk van Boston kan je haar vergelijken met een soort archetypische oermoeder, ‘die niet alleen alles over het verleden lijkt te weten, maar ook zelf in alle tijdsperiodes uit het verleden geleefd lijkt te hebben’ (Nikolajeva, 2006, blz. 190).Ga naar voetnoot4. In The Children of Green Knowe speelt Tolly samen met kinderen die eeuwen eerder leefden, dankzij wat Mary Buckalew beschrijft als ‘Global Time’: een opvatting waarin alle tijdsperiodes samen (kunnen) vallen (182). De boeken zijn doordrongen van de idee dat alles ooit terugkeert (Boston, 2000, blz. 8), zodat er interactie mogelijk is tussen het verleden en het heden. In Tom's Midnight Garden zoekt een eenzame jongen 's nachts toevlucht in de magische tuin van zijn tante en oom, bij wie hij noodgedwongen een tijdje moet verblijven. Daar speelt hij samen met het jonge meisje Hatty, hoewel op het einde van het boek blijkt dat Tom bijna een eeuw later geboren is en Hatty ondertussen een stokoude vrouw is. | ||||||||||||
[pagina 56]
| ||||||||||||
Kindertijd en ouderdom worden het duidelijkst met elkaar verbonden in het tijdsconcept uit ‘And I Dance Mine Own Child,’ een kortverhaal van Eleanor Farjeon (1955, blz. 216-243). Hierin wordt de relatie beschreven tussen een tienjarig meisje en haar overgrootmoeder. Hoewel sommige dorpsgenoten het ongepast vinden dat het kind en de oude vrouw samenleven, hebben de twee veel gemeen. De verteller legt dit als volgt aan de lezer uit: (...) there was not as much difference between them as you might suppose. If Griselda's Great-Grandmother had been twice, or thrice, or four times ten years old, there would have been a great deal of difference; for when you are twenty or thirty or forty, you feel very differently from when you are ten. But a hundred is a nice round number, and it brings things home in a circle; so Griselda's ten seemed to touch quite close the ten of Great-Grandmother Curfew, who was a hundred years away, and yet so very near her. (Farjeon 1955, blz. 216) De circulaire opvatting van tijd brengt oud en jong letterlijk opnieuw samen: de honderd jaren maken de cirkel rond. Het resultaat is dat overgrootmoeder Curfew dezelfde interessen deelt met haar tienjarig achterkleinkind, maar aan het meisje niet dezelfde financiële zekerheid kan geven als de generatie van haar ouders. Daarom neemt Griselda zelf de verantwoordelijkheid en gaat ze geld verdienen om haar overgrootmoeder te onderhouden. De circulaire tijdsopvatting in ‘And I Dance Mine Own Child’ verklaart waarom ouders en andere volwassenen van middelbare leeftijd zo'n kleine rol spelen in het verhaal. Dat is ook een constante in de andere bestudeerde boeken van rond de jaren vijftig. In The Children of Green Knowe zijn de ouders van Tolly afwezig: hij wordt omringd door oude mensen en bovennatuurlijke wezens. Mrs Oldknow vertelt graag over haar kindertijd, maar heeft het zelden over haar leven als volwassen, getrouwde vrouw. Haar echtgenoot is één van de grote afwezigen in de boeken rond Green Knowe. In het bekendste verhaal van Eleanor Farjeon, ‘Elsie Piddock Skips in Her Sleep’ (vertaald als Elsje en het geheim van de Kahoorn; 1966, blz. 61-81), springt het hoofdpersonage alleen met haar springtouw als ze een kind en een oude vrouw is. Haar leven als volwassene wordt in slechts enkele zinnen beschreven. Ook de volwassen tijd van Anthony in ‘The Man Who Heard the Trees Grow’ wordt kort vermeld als ‘sixty years gone by’ (Farjeon, 1960, blz. 130). In Tom's Midnight Garden ontmoet Tom zijn vriendin Hatty enkel wanneer ze een kind, een jong meisje en een oudere vrouw is. De andere volwassenen in het verhaal, de tante en oom van Tom, fungeren in de eerste plaats als contrastpersonages: ze kunnen geen afstand nemen van een rationele, lineaire tijdsopvatting | ||||||||||||
[pagina 57]
| ||||||||||||
en daarom kunnen ze zich moeilijk inleven in de belevenissen en zorgen van Tom. Ook in A Dog So Small beschrijft Pearce een moeder die zozeer in haar eigen zorgen en bezigheden opgaat dat ze, in tegenstelling tot de grootvader, geen idee heeft dat haar zoon eenzaam en droevig is. Ze slaagt er dan ook niet in tot hem door te dringen. Ook al spelen de volwassenen van deze generatie misschien een belangrijke rol in het actieve beroepsleven, in de kinderboeken uit de jaren vijftig waarin ook bejaarde personages optreden, vervullen zij enkel een marginale rol. | ||||||||||||
Parallellen in de beeldvormingAls resultaat van de beschreven overeenkomsten tussen oude en jonge personages die hierboven beschreven werden, worden deze figuren vaak op een gelijkaardige manier afgebeeld, en dit zowel in hun fysieke als mentale aspecten. Daarbij ligt de nadruk in de bestudeerde werken soms ook op hun kwetsbaarheid. Wanneer ze gekrompen is tot de grootte van een zevenjarig kind, wordt het oude vrouwtje Elsie Piddock beschreven als ‘een piepklein, piepklein vrouwtje (...) zo krom en gebogen dat ze niet groter leek dan een jong kind’ (Farjeon, 1966, blz. 76).Ga naar voetnoot5. In Tom's Midnight Garden lijken er in de beschrijving weinig fundamentele verschillen tussen de oude en de jonge versie van Mrs Bartholomew (zoals Hatty later blijkt te heten). Als Tom de oude vrouw voor het eerst ontmoet op het einde van het boek, doet ze hem vooral denken aan het kleine meisje in de tuin van zijn dromen, niet aan de jonge vrouw zoals ze op het laatst aan hem verschijnt. Ook zijn tante legt het verband: Of course, Mrs Bartholomew's such a shrunken little old woman, she's hardly bigger than Tom, anyway: but, you know, he put his arms right round her and he hugged her good-bye as if she were a little girl. (Pearce, 2000, blz. 218) Mrs Oldknow heeft vooral de speelsheid van een jong kind bewaard. Haar kamer staat vol met speelgoed en soms kijkt ze zo schalks dat Tolly ‘zich bijna kon voorstellen dat ze een jongen was om mee te spelen’ (Boston, 2000, blz. 14).Ga naar voetnoot6. Bovendien: haar ‘gerimpelde glimlach (...) had nog steeds iets jongensachtigs, een beetje zoals de zijne, alsof ze zijn gedachten kon lezen’ (Boston, 1976a, blz. 45).Ga naar voetnoot7. Wanneer ze samen een schat ontdekken in The Chimneys of | ||||||||||||
[pagina 58]
| ||||||||||||
Green Knowe wil Mrs Oldknow zich meteen verkleden met de ontdekte juwelen, als in een kinderspel (170). Er is een keerzijde aan dit kinderlijke aspect. Soms worden de mentale vaardigheden van oude mensen in een beperkende zin gelijkgesteld aan die van kinderen en wordt er op hen neergekeken door andere volwassenen. In het Engels bestaat er een uitdrukking, ‘one's second childhood,’ wat een eufemisme is voor seniliteit. Ook het Nederlandse woord ‘kinds’ duidt op een achteruitgang van de mentale vaardigheden van oudere mensen. Deze parallel vind je duidelijk terug in A Dog So Small (1964) van Pearce. De grootvader van het hoofdpersonage, Mr Fitch, wordt afgebeeld als een vriendelijke, eerlijke man die een eenvoudig leven leidt op het platteland, samen met zijn wat dominante vrouw. De relatie tussen het koppel lijkt op de verhouding tussen een ouderfiguur en een kind. Dit wordt duidelijk wanneer Mr Fitch aan zijn kleinzoon, Ben, een hond belooft. Hij handelt impulsief en wil de jongen graag gelukkig zien, maar al snel moet hij toegeven aan de grootmoeder, die meer vooruitdenkt. Hoewel Mrs Fitch fysiek zwakker is dan haar echtgenoot, heeft zij de touwtjes in handen: ze beheert het geld, geeft hem standjes en kijkt zijn brieven aan Ben na op spelling en inhoud (Pearce, 1964, blz. 4). In die brieven lijkt Mr Fitch op een kind dat moet leren schrijven: hij schrijft zijn woorden ‘traag en krakkemikkig’ (‘slowly and crabbedly’) en vol fouten. Zowel in de beschrijving van Ben als van zijn grootvader schept de verteller een ironische afstand: het is duidelijk dat de verteller en de lezer meer weten dan deze twee personages. Dit blijkt uit de volgende twee voorbeelden: As Mr Fitch wrote with such difficulty, he always supposed that others would be as easily confused as himself by the spelling of words. (Pearce, 1964, blz. 98) In het eerste citaat knipoogt de verteller als het ware over de schouder van Bens grootvader naar de lezer: Mr Fitch wil een geheim doorvertellen maar veronderstelt ten onrechte dat andere mensen dezelfde moeilijkheden met spelling hebben als hij. Iedereen weet meteen waar hij het over heeft, en als resultaat komt de oude man een beetje belachelijk uit de situatie. In het tweede citaat toont de verteller dat hij meer weet dan Ben, die niet betrokken wordt bij de belangrijke beslissingen in zijn gezin. In beide gevallen sluit de superioriteit van | ||||||||||||
[pagina 59]
| ||||||||||||
kennis bij lezer en verteller de sympathie voor het personage echter niet uit. In de verhalen van Farjeon, Pearce and Boston, worden oudere personages soms wel beschreven als minder geleerd of gevat dan andere volwassenen, maar de beschrijving blijft altijd vriendelijk, en de nadruk ligt dan op andere waarden en vaardigheden. Kinderen en ouderen zijn met name moreel superieur. Deze voorstelling vindt haar wortels in het romantisch discours dat het denken over kinderen van de drie schrijfsters in belangrijke mate bepaalt. | ||||||||||||
Romantische kenmerken van oud en jongDe overeenkomsten tussen jong en oud in het werk van Farjeon, Pearce en Boston zijn gedeeltelijk beïnvloed door romantische ideaalbeelden. Vooral het concept van het onschuldige kind, de aandacht voor het verleden en het contact met het bovennatuurlijke staan daarbij centraal en zijn zowel van toepassing op de kinderen als de oude personages. Het concept van het verheven kind in het romantisch discours is van invloed gebleven in de rest van de negentiende en in de twintigste eeuw, zo argumenteren onder andere Kimberley Reynolds (1994) en Katrien Vloeberghs (in Joosen & Vloeberghs, 2008). Aspecten van het romantisch kindbeeld zijn ook duidelijk terug te vinden in de teksten die ik voor dit artikel bestudeerd heb. Belangrijk in het romantisch denken over kinderen is de puurheid van de jeugd, die bedorven wordt wanneer de kinderen opgroeien en in contact komen met de verdorvenheden van de volwassen wereld: Childhood in Romantic literature is frequently portrayed as Edenic, natural and asocial. The Romantic child is, like Adam, unfallen as long as it remains solitary. (Richardson, 1992, blz. 122) Het beeld van een paradijselijke wereld van voor de zondeval treedt het duidelijkst naar voren in Tom's Midnight Garden. De tuin van Tom is vaak vergeleken met de tuin van Eden, en Raymond E. Jones schrijft hierover het volgende: ‘de uitstapjes van Tom naar de tuin duiden op een intrede in een ideaal van kinderlijke onschuld en geluk’ (214).Ga naar voetnoot8. Het is geen toeval dat, behalve de dieren en de tuinier, alleen Hatty Tom kan zien; zij is het jongste kind dat in de tuin speelt. In de loop van het boek groeit Hatty op en is er letterlijk een val (van een muur) - in het Engels worden zowel val als zondeval aangeduid met ‘Fall.’ De kinderen groeien ook psychologisch verder weg van de paradijselijke omgeving. Blijft de vraag waarom de oude Mrs Bartholomew opnieuw toegang krijgt tot | ||||||||||||
[pagina 60]
| ||||||||||||
de paradijselijke tuin. Als volwassene wordt zij verondersteld om ver weg te staan van de kinderlijke wereld van onschuldig spel. Als oude vrouw beweegt ze zich echter, net als een kind, aan de rand van het leven, bijna klaar voor een nieuwe stap in het onbekende en het mystieke. Het is bovendien dankzij haar nostalgische verlangen naar haar jeugd dat de tuin van haar kinderjaren terug tot leven komt en Tom erin kan spelen. De tuin van Tom wijst op nog een ander aspect dat belangrijk is in het romantisch kindbeeld: de verwantschap met de natuur. De romantische dichter William Wordsworth noemde de natuur ‘een rijke bron van associaties en ervaringen die bijdragen aan de groei van een “uitverkoren geest”.’ (Richardson, blz. 123)Ga naar voetnoot9. De natuur is een plaats van spel en ontdekking voor het kind, liefst in een weinig gecultiveerde vorm. In het werk van Farjeon, Pearce en Boston speelt de natuur een cruciale rol in de ontwikkeling van het kind. Maar niet alleen van het kind: ook de oudere personages staan dicht bij de natuur. Zowel Tolly als Mrs Oldknow brengen graag en veel tijd door in de tuin bij Green Knowe, en ze hebben een nauwe band met dieren, vooral vogels. Volgens Linda Hall draagt deze band met de natuur bij tot de romantische sfeer van het boek: Contributing to the picture of ‘the innocence’ of their lives is their richly fulfilling respect for the animal and bird life at Green Knowe, an environmentally loving attitude not confined to social position. (Hall, 1998, blz. 232) De oude Mrs Oldknow is genoemd naar een vogel - Linnet (kneu, een kleine vogelsoort) of Granny Partridge (oma patrijs) en wordt er af en toe mee vergeleken (Boston, 1976a, blz. 125). Ze kan ook vogels lokken en met hen communiceren, ‘in clucks and tschks which are common to old ladies and birds’ (137). In de verhalen van Farjeon wordt dit verband met de natuur nog meer in de verf gezet. De natuur verschijnt er niet alleen als - vaak gedetailleerd beschreven - setting, maar ook als thema binnen het verhaal. De band die kinderen | ||||||||||||
[pagina 61]
| ||||||||||||
en ouderen in de verhalen van Farjeon hebben met de natuur is bijna heidens, vooral hun band met bomen. Een boom kussen wordt als een zegen beschouwd in ‘The Girl Who Kissed the Peach-tree’ (Farjeon, 1955, blz. 83-90), en het is de liefde van een klein meisje voor een boom die het dorp redt. In ‘Every Man Loves the Tree that Gives him Shelter’ (Farjeon, 1960, blz. 95-96), wordt beschreven hoe bij de geboorte van een kind een eikel werd geplant. Als oude man brengt die veel tijd onder de boom die uit de eikel gegroeid is. De natuur wordt geschetst als bestendiger dan de mensen: als zijn kleinkind zegt dat hij het meest van zijn moeder houdt, geeft de oude man hem een eikel om te planten, omdat een eik langer leeft dan een mens. Bij de drie Britse schrijfsters is het respect voor de natuur verbonden met een ecologische boodschap. In het heden is de weelderige tuin van Tom gereduceerd tot een klein stuk grond, en de rivier is vervuild. In ‘Elsie Piddock skips in Her Sleep’ wordt het dorp bedreigd door fabrieken in het laatste deel uit de reeks rond Green Knowe, The Stones of Green Knowe (1976b), zijn het huis en de tuin in gevaar. Dit respect voor de natuur gaat niet zelden gepaard met een nostalgisch verlangen naar het verleden, opnieuw een romantisch gegeven. Zoals Hans Heino-Ewers schrijft: ‘het standpunt van een kind innemen betekent, voor de romantische denker, om zichzelf naar het verleden te bewegen’ (Ewers, 1996, blz. 737).Ga naar voetnoot10. Ten slotte is het opvallend dat de verwantschap tussen het romantische kind en een mystiek en zelfs goddelijk onbekende ertoe leidt dat aan jonge mensen een bijzondere ontvankelijkheid voor het bovennatuurlijke wordt toegeschreven - een gave die ze opnieuw met de ouderen gemeen hebben. Een soort telepathisch talent maakt het mogelijk voor jonge en oude mensen om te communiceren met bomen, dieren en zelfs geesten. Bovendien wordt dit talent gestimuleerd door de verhalen die de ouderen vertellen. Het opvallendst gebeurt dat in The Children of Green Knowe, waar zowel Tolly als Mrs Oldknow met de geesten van dode kinderen communiceert. De oude vrouw moedigt de interesse van Tolly in het bovennatuurlijke sterk aan en bevestigt dat ze zelf ook in geesten gelooft. Volwassenen van de generatie daartussen, daarentegen, blijken vaak niet over de verbeelding te bezitten die nodig is om aan deze magische ervaringen deel te nemen, en zijn ook op die manier een buitenstaander van de relatie tussen oud en jong. | ||||||||||||
ConclusieHet evenwicht tussen gelijkenissen en verschillen maakt de interactie tussen oude en jonge personages succesvol en boeiend. Dit komt overeen met | ||||||||||||
[pagina 62]
| ||||||||||||
de mening van Peter Hollindale over ‘childness,’ een kenmerk dat niet alleen beperkt blijft tot kinderen. In volgend citaat uit Signs of Childness in Children's Books (1997) beschrijft Hollindale de ‘childness’ of kinderlijkheid van Polixenes, een personage in Shakespeare's The Winter's Tale, die met zijn zoon Florizel speelt: In playing with Florizel, Polixenes is not ceasing to be an adult; he is not playing as a child plays, any more than adults read as a child reads. But there is a transaction between them, a shared set of pleasuring beliefs about childhood and child behaviour, in which the adult can engage - in our contemporary phrase- as a participant observer. (...) For the boy it is the presentness of his condition; for Polixenes it is participant reconstruction, made up from observation, play, and memory, and values and hopes which he invests in childhood and the future represented by this son. Childness, the quality of being a child, is shared ground, though differently experienced and understood, between child and adult. (Hollindale, 1997, blz. 47) In dit citaat overlappen kind en volwassene niet volledig, er blijft een afstand. De volwassene kan jaren levenservaring niet zomaar wegcijferen, zelfs als hij of zij dat zou willen. Hetzelfde geldt voor de grootouders en andere ouderen in de beschreven jeugdboeken: hoewel ze zich nauw verbonden voelen met de kinderen, zijn er uiteindelijk ook grote verschillen, en niet zelden treedt het oudere personage op als een soort mentor die het kind beter begrijpt dan zijn of haar ouders. In de Green Knowe reeks van Lucy M. Boston bijvoorbeeld, speelt Mrs Oldknow graag met Tolly en de geesten uit het verleden, maar ze is er zelden zo emotioneel bij betrokken als hij. Ze bezit de wijsheid om Tolly bij zijn ervaringen te begeleiden, en geeft hem zo een gevoel van zekerheid en geborgenheid. Anderzijds beschikt de jongen over vaardigheden die bij Mrs Oldknow ontbreken, zoals de fysieke kracht om op avontuur te gaan. In The Chimneys of Green Knowe worden de verhalen van de overgrootmoeder aangevuld met het relaas van de ontdekkingen die Tolly op zijn tochten door de tuin doet, en wanneer beiden hun kennis en ervaringen combineren ontdekken ze een grote schat. In recentere Britse jeugdboeken blijven ouderen een belangrijke rol spelen, maar hun rol is wat verschoven, zo stelt Pat Pinsent in ‘The Depiction of Elderly Characters in Recent Children's Fiction’ (2001). Een aantal van de aspecten die in dit artikel besproken werden, blijven echter van toepassing op hedendaagse titels: zo is de affiniteit met het verleden, de voorliefde voor verhalen en de gevoeligheid voor het bovennatuurlijke duidelijk aanwezig in boeken als Kit's | ||||||||||||
[pagina 63]
| ||||||||||||
Wilderness van David Almond (1999, vertaald als De wildernis) en in Feather Boy (2002, vertaald als Het verenkleed) van Nicky Singer. Ook Nederlandstalige werken zoals die van Guus Kuijer, Sjoerd Kuyper en Henri van Daele thematiseren de hechte band tussen grootouders en kleinkinderen. Nostalgie wordt ook in deze werken wel eens gekoppeld aan ecologie, maar de magisch-realistische stroming uit de Britse literatuur van het midden van de twintigste eeuw lijkt niet meteen een pendant te hebben in de Nederlandstalige literatuur. Hoewel de bezigheden van veel ouderen verschoven zijn, blijft de bijzondere relatie met de jongere generatie in veel jeugdboeken behouden en is deze niet zelden beïnvloed door een romantisch discours. | ||||||||||||
Primaire literatuur
| ||||||||||||
Secundaire literatuur
| ||||||||||||
[pagina 64]
| ||||||||||||
|
|