Literatuur Zonder Leeftijd. Jaargang 18
(2004)– [tijdschrift] Literatuur zonder leeftijd– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 155]
| |
Het werk van de meester
| |
Bijzondere titels, bijzondere constructiesEen erg uitgebreid oeuvre is het niet, dat van Claire Hülsenbeck. Naast een aantal artikelen en handleidingen heeft zij welgeteld vier jeugdromans gepubliceerd: in 1993 verscheen haar eersteling Laura's appelkamer, gevolgd door De draaimolen gaat fluitend beginnen (1994), Florian Niemandsdochter (1995) en Groenblauwe dromen en duizend jaar zand uit 1999.Ga naar voetnoot1. Wat direct opvalt aan de boeken zijn de bijzondere titels. Bij Pijnstillers van Carry Slee of Vals beschuldigd (van mijzelf) kan een lezer zich vooraf enigszins een idee vormen van het verhaal. Maar wat moet je je voorstellen bij De draaimolen gaat fluitend beginnen? Of bij Groenblauwe dromen en duizend jaar zand? Bijzondere verhalen in elk geval. En die verwachting komt uit: stuk voor stuk kennen de jeugdromans van Hülsenbeck buitengewoon ingenieus geconstrueerde plots: verschillende malen wordt er gebruik gemaakt van flashbacks die de lezer meeslepen naar het verleden, eenmaal is er sprake van een meervoudig perspectief waardoor de lezer het gebeuren vanuit verschillende standpunten kan bezien, een andere keer wordt de historie van een bepaald gebied op creatieve wijze in verband gebracht met het heden van een in de betreffende regio wonende jongen. | |
Laura's appelkamerHet eerste boek van Claire Hülsenbeck, Laura's appelkamer, vertelt over de dertienjarige Laura die door haar vader wordt opgehaald uit het kindertehuis waar | |
[pagina 156]
| |
ze jaren heeft doorgebracht. Vader heeft samen met zijn vriendin een oude boerderij gekocht en wil graag dat zijn dochter weer bij hem komt wonen. Vanaf het begin wordt de lezer via geheimzinnige flashbacks duidelijk gemaakt dat er iets bijzonders met Laura aan de hand is. lets wat te maken heeft met de plotseling verdwijning van haar moeder lang geleden en waarvan haar nieuwe vrienden op de hoogte lijken te zijn. Gaandeweg het verhaal wordt duidelijk dat Laura heeft verdrongen dat haar moeder zelfmoord pleegde en door haarzelf werd gevonden met het hoofd in de oven. Vader vindt het moeilijk om over het gebeurde met zijn dochter te praten en verzwijgt het daarom. Hij beseft niet dat Laura zich niets meer kan herinneren en dat de verdwijning van moeder een steeds grotere rol in haar leven gaat spelen. Aan het eind van het verhaal komt het tot een dramatische climax waarbij alles op zijn plaats valt. Naast het geheim omtrent het verdrongen verleden van Laura spelen er verschillende andere onderwerpen mee: vriendschap en verliefdheid, ‘waar hoor ik thuis’ en emotionele verwaarlozing. Dit maakt Laura's appelkamer een vol boek, volgens een enkeling té vol: ‘Het verhaal met veel flashbacks verliest aan kracht door de overvloed van problemen,’ aldus recensente Baukje Wijtsma.Ga naar voetnoot2. | |
De draaimolen gaat fluitend beginnenHoofdpersoon van De draaimolen gaat fluitend beginnen is Judith, veertien jaar oud. Zij ziet haar zomervakantie de mist in gaan omdat ze vanwege een nierziekte het bed moet houden. Haar moeder en broertje gaan wel op reis en ook haar vriendin en vriend Lennart verblijven elders. Judith besluit de verveling te verdrijven met het inplakken van oude familiefoto's. Door die foto's, een dagboek, dromen en visioenen ‘reist’ ze vervolgens naar het verleden waar ze in de huid van haar oma Yda en overgrootmoeder Lotte kruipt. Zo ontdekt ze dat hun levens veel verklaren van het leven dat haar eigen moeder leidt en dat ook zijzelf de invloeden van het verleden ondervindt. Aan het eind van het verhaal is Judith in staat de oude, onbewuste patronen te doorbreken en een eigen beslissing te nemen. Concreet houdt die in dat ze in plaats van met haar vriendinnen naar het havo te gaan, kiest voor een opleiding in het vwo. De draaimolen gaat fluitend beginnen is volgens recensent Joke LindersGa naar voetnoot3. ‘zorgvuldig gecomponeerd en gestructureerd. Hülsenbeck heeft een emotionaliteit in haar stijl weten te leggen die meisjes van dertien het verhaal intrekt.’ Selma Niewold roemt het ‘goed geschreven verhaal waarin alle karakters overtuigend zijn neergezet’, ‘waarin de overgangen naar het verleden soepel verlo- | |
[pagina 157]
| |
pen’.Ga naar voetnoot4. Zij spreekt van ‘een geslaagde kruising tussen een historische en feministische roman’ omdat het een beeld geeft van de levens van vrouwen in tijden waarin zij weinig scholingsmogelijkheden hadden en waarin ze in veel opzichten ondergeschikt waren aan of vernederd werden door de man. Kritiek is er echter ook. Joke Linders: ‘Het verhaal barst van de emoties, vroeger en nu. Het duizelt je van de familieleden, foto's en verklaringen.... En werkelijk iedereen verandert in die hete zomer.’ Of zoals Ruud Kraaijeveld schrijft in het Lexicon van de Jeugdliteratuur: ‘hoewel de toon van de besprekingen van De draaimolen gaat fluitend beginnen positief is, maken alle recensenten kritische opmerkingen over de stijl, de complexiteit van het verhaal en de overvolheid van het boek.’Ga naar voetnoot5. | |
Florian NiemandsdochterMijn persoonlijke favoriet onder de jeugdromans van Hülsenbeck is Florian Niemandsdochter. Het vertelt de verhalen van Florian, Kasper en Stanley. Florian is een vijftienjarig meisje dat uit het huis van haar tante is weggelopen en een nieuw ‘thuis’ heeft gevonden in een verlaten school. Kasper, en later ook zijn boezemvriend Stanley, raken gefascineerd door het gesloten kind en proberen haar te helpen waar ze maar kunnen. Dan verdwijnt Florian. Ze wil de waarheid weten over het verleden van haarzelf, haar moeder en haar vader en gaat daarnaar op zoek. De inmiddels verliefde Kasper en Stanley zetten alles op alles om haar terug te vinden. Tijdens die zoektocht ontdekken ze niet alleen hoe het verleden van Florian haar heeft gevormd maar ook wie zij zelf zijn en hoe ze tegenover elkaar staan. In Florian Niemandsdochter wordt het meervoudig perspectief gehanteerd: naast de feitelijke hoofdpersoon Florian maken ook Kasper en Stanley een boeiende psychologische ontwikkeling door. De inspiratie voor het meervoudig perspectief heeft Hülsenbeck opgedaan bij het boek Vertrouwen van Mary Flanagan. Behalve de vorm verwijst ook het opgenomen motto in Florian Niemandsdochter naar deze auteur.Ga naar voetnoot6. In dit boek is veel op knappe wijze met elkaar verbonden: de dilemma's van de verschillende hoofdpersonen, hun parallelle groei naar volwassenheid, de verwerkte teksten van popmuziek, literaire producten en de thema's in het verhaal. | |
[pagina 158]
| |
De technische vaardigheid waarmee het verhaal is geschreven en de psychologisch zeer goed doordachte beschrijvingen van de emotionaliteit van de personages beschouw ik als zaken waaraan menigeen een voorbeeld kan nemen. Illustraties van beide zijn er te over, hieronder enkele voorbeelden. Mijn vriendin. Hij stond met een schok stil. Florian, mijn vriendin. Er sloeg een vlam door zijn buik, zo hevig dat zijn knieën het bijna begaven. Hij snakte naar adem. Blinde stommeling, schaapachtige idioot. Natuurlijk was ze zijn vriendin... Natuurlijk was hij verliefd op haar. Krankzinnig verliefd, razend verliefd, waanzinnig verliefd. Florian, Florian... hier ben ik. Ik kom je halen, ik hou van je. Een wilde vreugde sloeg door hem heen, zijn polsen hamerden, zijn hart barstte bijna naar buiten. Ik hou van je. Ik hou van je... (blz. 54) Of: ‘Florian,’ zei Kasper. Hij haalde diep adem en schreeuwde het uit, zo hard hij kon. ‘Floriaaaaan...’ Haar naam kaatste tegen de muren en rolde van de vuile traptreden tot hij smoorde in de roetige drab van de kelder. (blz. 181) Of de prachtige opening van het boek: Kasper staarde naar het meisje in haar nest van dekens. Niemand zou zo maar in een trojka moeten stappen, voor je het weet komen de wolven. Hoe kwam iemand op zulke bizarre gedachten? (blz. 9) De reacties op Florian Niemandsdochter zijn overwegend zeer positief: Ruud Kraaijeveld noemt het een ‘een volwaardige en waardevolle psychologische roman voor jongeren.’Ga naar voetnoot7. Lieke van Duin schrijft: ‘door de uitgebalanceerde dosering van informatie, de afwezigheid van welzijnswerkersjargon en de verschillende verhaalperspectieven blijft het verhaal tot het open einde toe boeiend.Ga naar voetnoot8. In De Standaard wordt gesproken over ‘een van de knapste jeugdromans van 1995’ en ‘een heel apart, met veel passie en veel vaart geschreven boek’Ga naar voetnoot9. en Joke Linders spreekt van een zorgvuldig opgebouwd plot.Ga naar voetnoot10. Zij noemt in dezelfde | |
[pagina 159]
| |
recensie ook een bezwaar van de gelaagdheid in het verhaal: het geeft Florian Niemandsdochter ‘dat zware karakter’. Jaap Friso heeft kritiek op de veelheid aan verwerkte thema's: ‘Hülsenbeck had er beter aan gedaan zich te beperken tot enkele thema's waar ze er nu een hele kast van heeft opengetrokken. Vertrouwen, veiligheid, schaamte en identiteit, om er een paar te noemen. Ze heeft een boek geschreven waarin nog minstens twee andere boeken schuilgaan.’Ga naar voetnoot11. | |
Groenblauwe dromen en duizend jaar zandDe vierde roman van Hülsenbeck draagt de bijzondere naam Groenblauwe dromen en duizend jaar zand. Het is een fraai vormgegeven boek, dankzij de actieve inbreng van vormgever Steef Liefting en illustrator Philip Hopman. Het verhaal speelt in het bloembollen- en duingebied van Noord-Holland en vertelt de geschiedenis van de twaalfjarige Toon, door iedereen Kolle genoemd. Het is een wat angstige onzekere jongen die uitblinkt in tekenen, maar erg slecht ligt in de groep leeftijdsgenoten vanwege zijn magere voetbalprestaties. Vanaf het moment dat er een onbekend meisje op school komt, een meisje met een groen en een blauw oog, gebeuren er vreemde dingen. Net als hoofdpersoon Judith uit De draaimolen gaat fluitend beginnen keert Kolle terug naar een ver verleden. Waar Judith dat verleden vooral betrad door middel van foto's en andere tastbare overblijfselen, bereikt Kolle het verleden uitsluitend door middel van dromen. Het zijn dromen over hekserij, over monniken en de zwarte dood, over de Franse Descartes die ooit tijdelijk in het duingebied verbleef en over Vikingen. Dromen waarin de onzekerheden en levensvragen van Kolle terugkomen maar die tegelijk samen een beeld schetsen van de geschiedenis van de kuststreek van Noord-Holland; de geschiedenis ook van de duinstreek waar Philip Hopman en Steef Liefting zijn opgegroeid. Evenals de andere boeken van Hülsenbeck laat Groenblauwe dromen en duizend jaar zand sterke psychologische beschrijvingen zien van de hoofdpersoon en kenmerkt het zich door doordacht en beeldend taalgebruik. De volgende situatie speelt op het moment dat Kolle voor het eerst naar de middelbare school gaat. In het dorp keken alle huizen met doffe ramen toe terwijl hij voorbijgleed... Op het schoolplein duwden zijn handen de fiets in de stalling. Hij staarde naar de gezichten om zich heen. Ze bleven ver weg. Geen gefluister of gesis kon in zijn buurt komen. Duwen of pootje haken was onmogelijk. (blz. 14) | |
[pagina 160]
| |
In enkele regels laat Hülsenbeck zien hoe Kolle zich voelt. Ze heeft daarbij geen woorden nodig als tegenzin, angst, onzekerheid, spanning; de beelden spreken voor zich. Dit is volkomen overeenkomstig een van de stelregels die ze haar cursisten aanleerde: emoties moet je tonen, niet vertellen. Ondanks het boeiende verhaal en het mooie taalgebruik is Groenblauwe dromen en duizend jaar zand niet zo toegankelijk voor de doelgroep en dat komt waarschijnlijk door de ingewikkelde constructie. De dertienjarige Mauro Muraro schrijft erover in Ouders OnLine (1999)Ga naar voetnoot12.: ‘Dit is het enige boek dat voor mij geen passieve leeservaring was. Of misschien moet ik zeggen dat ik het gewoon te moeilijk vond. Wel intrigerend, maar ik bleef steeds het gevoel houden dat ik de essentie ervan niet kon vatten. De hoofdpersoon Kolle wisselt geheimen uit met Linda. Veel speelt zich af in het hoofd van Kolle. Zijn gedachten worden nauwgezet en met veel details beschreven. Je begrijpt dat dat niet zo vlot gaat.’ En: ‘Ik denk dat ik eenvoudig niet voldoende levenservaring heb om de psychologische diepte van dit boek te doorzien. Maar dat ik het over een jaar of twee nog eens ga proberen, dat weet ik nu al.’ Anderzijds zegt het H.I.Q (Advies en Informatie over Hoogbegaafdheid)Ga naar voetnoot13. op haar website: ‘Hoogbegaafde lezers zullen Kolles anders-zijn goed kunnen invoelen en meeleven met de strijd die hij moet leveren om bij de andere kinderen uit zijn klas te horen.’ Professionele recensenten zijn niet erg eensluidend in hun kritieken. Waar de een de roman omschrijft als ‘het beste jeugdboek van de laatste tijd, en in zijn genre een van de interessantste boeken van de afgelopen decennia’Ga naar voetnoot14. zegt een ander: ‘Niets is geloofwaardig, niets is emotionerend, spannend, grappig, goed gezegd of opmerkelijk. Het is allemaal ijverig bij elkaar verzonnen. Jammer van de inspanning.’Ga naar voetnoot15. Een niet onder een noemer te vangen verhaal dus, dat Groenblauwe dromen en duizend jaar zand. Een boek dat tot zelf lezen en oordelen uitdaagt. | |
IdentiteitEen gemeenschappelijk kenmerk in de verhalen van Claire Hülsenbeck is de bijzondere constructie. Andere kenmerken zijn er echter ook. Zo speelt het verleden steeds een grote rol. Soms ligt dat heel dichtbij, zoals in Florian Niemandsdochter, soms ligt het veel verder terug, zoals in De draaimolen gaat fluitend beginnen, maar in alle gevallen is ‘de complexiteit van het heden veroorzaakt door een problematisch verleden.’Ga naar voetnoot16. Bij Laura, Judith, Florian, Stanley en | |
[pagina 161]
| |
Kolle komt dat tot uiting in verwarring omtrent de eigen identiteit. Het is noodzakelijk om het verleden te ontrafelen voordat de hoofdpersoon van het betreffende verhaal een evenwichtig leven in het hier en nu kan leiden. Een wezenlijk kenmerk van het werk van Hülsenbeck is de literaire verwerking van autobiografische gegevens. Net als bij de hoofdpersoon in Laura's appelkamer is een van Hülsenbecks ouders, haar vader, op tragische wijze om het leven gekomen. Waar er in het boek sprake is van zelfmoord van Laura's moeder, is de vader van Claire overleden doordat hij tijdens de Tweede Wereldoorlog een brandend huis in rende. Over die ervaring vertelt Hülsenbeck: ‘Er is bij mijn weten nooit meer over de dood van mijn vader gepraat... Ik heb het verdrongen omdat zijn dood geen onderwerp was.’Ga naar voetnoot17. De draaimolen gaat fluitend beginnen handelt zoals eerder gezegd over de patronen die men onbewust doorgeeft. Hülsenbeck: ‘Als mijn oma op bezoek was, kreeg je altijd dat gevoel van een geweldig geheim met de bijbehorende droefenis. Dan zaten ze te fluisteren en werd er gehuild... Het geheim van die oma (zij werd verkracht op de kermis in Alkmaar. JP) is nooit verteld, maar de boodschap heeft mijn moeder wel op mij overgedragen: vertrouw geen enkele man.’ (idem). Dat dat vertrouwen in anderen noodzakelijk is om jezelf te kunnen vertrouwen en te ontdekken wie je werkelijk bent, komt vervolgens weer terug in Florian Niemandsdochter. | |
Rijkelijke beloningDe romans van Claire Hülsenbeck zijn geen makkelijke stof, daarover zijn de meeste critici het eens. Maar ‘wie zich een beetje wil inspannen, wordt rijkelijk beloond.’Ga naar voetnoot18. Want ‘Hülsenbeck leeft zich bijzonder goed in de tijdgeest in. Ze schrijft vanuit haar personages, zonder in haar taal toe te geven aan een bepaald modejargon. De beeldrijke taal van haar (toen nog, JP) drie jeugdromans, het spel op verschillende niveaus, de verwijzing naar andere teksten en het grote aantal personages in De draaimolen gaat fluitend beginnen, het voortdurend wisselende vertelperspectief en de beschouwende passages in Florian Niemandsdochter maken haar werk rijk.’Ga naar voetnoot19. En wellicht ‘een mooie overgang naar de echte literatuur.’Ga naar voetnoot20. Voor mij zijn de boeken van Hülsenbeck in de eerste plaats inspirerend materiaal dat op mijn werktafel ligt wanneer ik schrijf. Als literair voorbeeld. En als het werk van de meester. |
|