doorschrijven later moet zich een ontwikkeling hebben voltrokken waarin u zich oefende in het opvangen van signalen van het buiten- en bovendagelijkse in de gewone, dagelijkse werkelijkheid. Uw uitgebreide oeuvre getuigt daar op allerlei plaatsen van; een eiland met een Oma met een raam op zee is een godsgeschenk en zou door de Stichting Lezen gesponsord moeten worden. Een prachtige zin uit Annetje Lie geeft onnavolgbaar vorm aan die verdubbeling en verrijking van de werkelijkheid. Annetje, door de maan onder diens hoede genomen, ziet zichzelf liggen in haar bedje in oma's huis, en vraagt zich verbaasd af: ‘Hoe kan ik daar liggen als ik hier sta?’ De Maan zegt dan: ‘Als je daar niet sliep, zou je ook niet dromen dat je hier liep’, en dat is één van de zinnen uit uw werk die zich kandideren voor een hogere toepasbaarheid en de gebruiker ervan in staat stellen zichzelf in allerlei onbevattelijke levenssituaties te hernemen. Maar het is vooral een perfecte samenvatting van een levenswerkelijkheid-in-stereo waarin de droom een belangrijke rol speelt. Dat u een sterk gevoel hebt voor geheime aanwezigheden die zich aan ons dagelijks waarnemen onttrekken, blijkt ook uit wat u twee jaar geleden toevertrouwde aan HP/De Tijd. Toen u nog in Amsterdam woonde, verdwaalde u eens in Hilversum en kreeg daar toen, het was in de Sumatralaan, het sterk mystieke gevoel op een plek te staan waarmee u op de een of andere manier verbonden was. Later zou u dan ook vlak bij die plek gaan wonen en nog later zou ook uw zoon daar zijn eigen huis hebben. Nu heb ik vele jaren van huis naar school en vice versa, twee keer per dag heen, twee keer per dag terug, door de Sumatralaan gefietst, en ook ik heb best wel sterke gevoelens, om van mijn visioenen maar te zwijgen, maar dát had ík toch nooit achter de Sumatralaan gezocht. Het zal wel bestemd zijn geweest dat ik daar nooit
zou wonen. Maar de straat waar ik nu wél woon heeft me ook nooit van te voren gewaarschuwd, al had dat technisch best gekund, want ik was daar voor die tijd vaak genoeg doorgekomen. Als je daar niet sliep, zou je ook niet dromen dat je hier liep, lijkt me, daar houd ik het nu dan maar even op.
Mevrouw Dros, in 1976, toen u al wel een beetje bekend was, maar nog niet onmiskenbaar beroemd zoals nu, vertelde u in een interview dat u op dat moment als ghostwriter werkte voor Lo van Banda, omdat die het op dat moment te druk had, want hij moest in plaats van zijn eigen werk te doen als ghostwriter werken voor Marten Toonder, omdat die het te druk had. De pikorde binnen geschakelde ghostwriterschappen kan veranderen, dat vast te leggen is een taak van de literatuurgeschiedschrijving, maar alle schrijvers zijn altijd een beetje ghostwriter van andere schrijvers, dat is wel een thema in uw werk. De ghostwriter van Lo van Banda die u ooit even was zal zich vast nog wel ergens in u roeren, maar de prominentste ghostwriterschappen uit uw gevorderde schrijverschap zijn toch gekoppeld aan die twee oergestalten uit uw literaire