Literatuur Zonder Leeftijd. Jaargang 17
(2003)– [tijdschrift] Literatuur zonder leeftijd– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 154]
| |
Schaduw van ‘n eens levende
| |
[pagina 155]
| |
kon ze niet vinden. De zaal golfde van
Foto Willem Wilmink
deernis, want Willem Wilmink wist altijd sympathie te wekken. ‘Een stratenmaker op zee’, dacht ik tijdens zijn verdediging. Niet zo aardig. Toch zijn enkele van de interpretaties in het boek heel goed, in het dubbele perspectief: voor kinderen en volwassenen. Na de zitting op de Groenburgwal liepen we meestal samen door de binnenstad naar het station. Dat waren mooie wandelingen. Wilmink vertelde over zijn steeds eenzamer wordende studentenjaren in Amsterdam. Hij moet heel wat door de kleinste straten en stegen gelopen hebben, op zijn eentje. Het mooie was dat dat kleine verdriet iets genoegelijks kreeg. We passeerden een roodgloeiend raam waar de liefde lonkte. ‘Ik vond dat eigenlijk heel gezellig’, merkte hij op. ‘Die gezelligheid was de verleiding. Maar ja, overal snuffelden ziektes’. Dat laatste vond ik geniaal geformuleerd. Hij verliet de stad Tilburg getiteld. Hij moet de bul bij thuiskomst meteen in een kast hebben gestopt; hij is op de promotie nooit teruggekomen, ook niet bij Hugo Verdaasdonk. Er was in Amsterdam een etentje voor een klein gezelschap. Joost Prinsen trad op als ceremoniemeester. En in diens woorden en blikken werd Willem Wilmink steeds groter. Tenslotte wist ik zeker tegenover Goethe te zitten. Wilmink moet dat ook hebben gevonden, hij straalde steeds dieper. Kijk, zo eenvoudig was eigenlijk Goethe! Het was een lieflijke wraak tegenover mij, want hij vond mij als lezer een levensgevaarlijke diepzeeduiker, als ik niet wilde zien dat de gedichten van Leopold en teksten van de Zangeres zonder Naam veel gemeen hadden. Hij verdween naar zijn geboortestraat in Enschede. Ik las wat hij schreef en schreef er soms ook over. Nog een keer reageerde hij met een heel aardige brief, waarin de ongunst der tijden begon door te klinken. Ineens was hij dood. Ik hoop dat hij weer gauw voor mij uit loopt. In de Reestraat bijvoorbeeld, waarover hij zo mooi heeft geschreven, Dr. Willem Wilmink. |
|