| |
| |
| |
Vakliteratuur en meer
Wilma van der Pennen en Bea Ros
Literatuur in stripvorm
Recent verscheen het tweede deel van Dick Matena's bewerking in stripvorm van De avonden van Gerard Reve, een bewerking die uit vier delen zal bestaan. Matena was niet de eerste of de enige die een klassieker uit de literatuur tot strip omvormde. Zo bewerkte Stéphane Heuet de romancyclus van Marcel Proust A la recherche du temps perdu. Heuet had de bedoeling het werk toegankelijk te maken voor een groot publiek en zijn plan is de cyclus uit te geven in vijftien delen. In 2002 verscheen het eerste deel ervan in het Nederlands. Lorenzo Mattotti en Jerry Kramsky kozen onlangs voor de bewerking van Dokter Jekyll & Mister Hyde, een klassieker uit 1886 geschreven door Robert Louis Stevensons.
Hoewel geen van deze boeken noch hun stripversies voor de jeugd bedoeld zijn, kunnen deze stripbewerkingen mogelijk al door een jonger publiek genoten worden. Dat geldt zeker voor de stripbewerkingen die speciaal voor de jeugd gemaakt zijn. Zo is er de bewerking in stripvorm van de Bijbel (Ark Boeken, 2000), maar ook klassiekers als de verhalen over Reinaert de Vos ondergingen een bewerking: in 1999 verscheen de kolomstrip naar het Comburgse Reynaerthandschrift, die bedoeld is voor ‘8- tot 88-jarigen’. En in 1998 kwam bij uitgeverij Van de Berg van de hand van Leo Faes een bewerking uit van Karel en Elegast. Ook de Arthurverhalen kennen hun stripvorm. Denk bijvoorbeeld aan de Excalibur-serie van Hübsch en Arleston (Talent), of, bij dezelfde uitgever verschenen, de stripserie van Lereculey en Chauvel. Ouder zijn bijvoorbeeld de stripbewerkingen van Schateiland, Alleen op de Wereld, Tom Sawyer en Robinson Crusoë. Al uit 1981 dateert Acht beroemde boeken als stripverhaal, met daarin bewerkingen van De klokkenluider van de Notre Dame, Dr. Jekyll en Mr. Hyde, De Rode pimpernel, Ivanhoe, De hond van de Baskervilles, Reis om de wereld in tachtig dagen, Black beauty en De drie musketiers. En dan zijn er nog de talloze stripverhalen uit de Disneyfabriek, bijvoorbeeld Junglebook en Peter Pan en de vele sprookjes, gebaseerd op de bekende tekenfilms, die weer gebaseerd zijn... etc.
Dick Matena verzorgde verder nog de bewerking van Dik Trom (Big Ballon, 1991/1993), Pietje Bell (Big Balloon, 1992) en Kruimeltje (Oberon, 1989). Literatuur? Misschien niet. Klassiek wel. (WP)
| |
| |
| |
Digitale jeugdliteratuur: www.dbnl.nl
De Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren, kortweg dbnl, is een onmisbare website voor iedereen die zich met de neerlandistiek bezighoudt. Zeldzame of kwetsbare werken worden voor een breed publiek ontsloten door ze integraal op de site te plaatsen. Daarnaast bevat de website secundaire literatuur (bijvoorbeeld ‘De Middeleeuwen in honderd artikelen’) en andere handige achtergrondinformatie zoals biografieën, portretten en hyperlinks.
Sinds augustus 2003 kan men er ook terecht voor jeugdliteratuur. Dankzij een apart digitaliseringsprogamma ‘Jeugdliteratuur’ komen er maandelijks zo'n negen Nederlandse en Vlaamse jeugdliteraire teksten op het web te staan. Een adviescommissie (bestaande uit Harry Bekkering, Saskia de Bodt, Toin Duijx, Helma van Lierop, Gerard de Vriend en Anne de Vries) is verantwoordelijk voor de selectie van de te digitaliseren teksten. Net als bij de literatuur voor volwassenen betreft dit titels die niet meer in de handel zijn of via bibliotheken eenvoudig te bemachtigen. De eerste lichting van negen teksten telt dan ook voornamelijk negentien-de-eeuwse titels, zoals Een klaverblad van vier van Tine van Berken, Al de kinderliederen van Jan Pieter Heije en Sturmfels van Marie Agathe Boddaert.
Elke tekst gaat vergezeld van een ‘verantwoording’ met daarbij informatie over welk exemplaar gebruikt is en welke eventuele redactionele ingrepen er zijn gepleegd. Bij het schrijven van deze tekst begin september was het nog niet mogelijk om via de Snelnavigatie meteen de Jeugdliteratuur in te duiken, maar moest je als gebruiker per eeuw gaan zoeken naar jeugdliteraire titels. Het zou handig zijn als ‘Jeugdliteratuur’ een aparte zoekrubriek onder de Snelnavigatie zou worden. (BR)
| |
Canon-enquête: www.dbnl.nl → rechts aanklikken ‘Canonenquête’
In 2002 heeft de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (dbnl) de leden van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde gevraagd naar hun opvattingen over de Nederlandse literaire canon. Met een respons van 20 procent zijn de uitkomsten weliswaar niet helemaal representatief, de uitkomsten geven toch een indicatie.
Zo vindt iedereen dat de aandacht voor de klassieken in onderwijs en media sterk te wensen over laat. Opvallend is verder de krachtige aanbeveling om weer een ruime literatuurlijst verplicht te stellen op middelbare scholen. Minstens 25 werken zou deze op het vwo moeten tellen, met het zwaartepunt op de 2oe eeuw.
Aardig is de vraag uit hoeveel titels de Nederlandse literaire canon bestaat.
| |
| |
Een kleine minderheid (2,3%) wil het beperken tot tien werken, een kwart houdt het op zo'n 25 werken en het merendeel (48,2%) kiest voor circa honderd.
Het meest boeiend zijn de kritische opmerkingen van respondenten over het probleem wat nu eigenlijk precies een canon is. En het siert de organisatie dat ze die integraal heeft opgenomen in haar verslag op de website. Zo vindt iemand ‘Klassieken, of een canon, laten zich eigenlijk niet vaststellen. “Klassiek” is datgene, wat telkens weer gelezen wordt.’ Een ander merkt op: ‘De veronderstelling bij deze enquête is dat de Nederlandse klassieken een nagenoeg onveranderlijk bestand vormen. Maar de consensus over welke teksten tot de Nederlandse klassieken behoren veroudert geleidelijk met de tijd.’ Een derde veegt de vloer aan met het hele canon-denken: ‘Het gebruik van canons moet worden vermeden. Gemakzuchtigen denken dat ze daarmee voldoende van de literatuur hebben kennisgenomen, andere minstens zo belangwekkende literatuur raakt erdoor uit zicht en daar heeft niemand iets aan.’ Misschien tijd voor een enquête naar wat we precies onder een canon moeten verstaan en hoe deze tot stand komt of moet komen? (BR)
| |
Einde Signal
In The Cambrigde Guide to Children's Books in English (2001) staat het tijdschrift Signal als volgt beschreven: ‘Independent journal founded in 1970 and published trice-yearly by Aidan and Nancy Chambers through their Thimble Press in South Woodchester, England. (...) In that time, Signal has become a major - if not the major - children's book journal with immense influence worldwide.’ Nancy Chambers, vanaf de oprichting hoofdredacteur, stimuleerde jong talent en zo stond Signal aan de wieg van de carrière van vooraanstaande critici als Peter Hunt. Maar ook auteurs, dichters, academici, onderwijzers, bibliothecarissen en boekverkopers kregen de steeds ruimte om te publiceren. Chambers omschreef haar blad ooit als ‘a conference in print’. Bij de verschijning van het vijftigste nummer schreef Hugh Crago een soort credo van het blad: ‘It is inclusive rather than exclusive, prepared to tackle the popular as well as the critically approved; it is dissatisfied with the established judgements and willing to risk new ones, on different bases; it calls on insights from outside traditional literacy scholarship and criticism, while still paying close attentions to the facts of an individual text; and it allows the child reader a voice alongside the vastly more knowledgeable and more sophisticated, but not necessarily more “correct” adult reader.’ Vanaf 1979 was er ook nog The Signal Poetry Award met in de jury namen van vooraanstaand ‘Signal-auteurs’ als Brian Morse en Margaret Meek. De prijs groeide uit tot een van de meest prestigieuze prijzen voor kinderpoëzie.
Eind 2002 kondigde Nancy Chambers aan dat met nummer 100 het blad zou
| |
| |
ophouden te bestaan. Dit honderdste nummer omvatte alle artikelen die normaal in de drie edities van 2003 zouden verschijnen: het werd een dik jubileumnummer, maar wel het laatste. En daarmee gaat een belangrijke stem verloren op het terrein van (het onderzoek naar) de kinder- en jeugdliteratuur. In Children's Literature Association schreef Peter Hunt een afscheidsartikel: ‘Obit Signal: Approaches to Children's Book (1970-2003)’. Hierin roemt hij de onafhankelijkheid van het blad: ‘It took no advertising, was affiliated with no institution, and, most important, it followed no academic fashion. The fact that it was not, stricktly speaking, a “refereed journal” placed it in an uncomfortable relationship with academia, which tends to be nervous about editorial individualism, however rigorous.’ Signal was een interdisciplinair tijdschrift voor een breed publiek van belangstellenden. Er was ruimte voor alles wat gezegd moest worden, onder het motto ‘obscurity did not indicate wisdom, and clarity did not indicate simplicity of ideas’.
Nancy en Aidan Chambers gaan zich verder concentreren op hun zogenoemde core business, hun kleine uitgeverij, Thimble Press. De poëzieprijs zal blijven bestaan. (WP)
| |
Saskia de Bodt, Jeroen Kapelle, Prentenboeken. Ideologie en illustratie 1890-1950. Ludion, 2003. ISBN 90 76588 58 9, 360 blz.
Onlangs verscheen een rijk geïllustreerde uitgave over het prentenboek. Het beschrijft de ontwikkeling vanaf de jaren negentig van de negentiende eeuw, waarin het artistieke prentenboek domineerde. Theo Hoytema stond aan de basis van deze ontwikkeling, met uitgaven als Het leelijke jonge eendje en Hoe de vogels aan een koning kwamen. Hij werd beïnvloed door de Engelse Arts and Crafts, die kunst onderdeel wilde laten zijn van het dagelijks leven vanuit de gedachte dat schoonheid bijdraagt aan een betere wereld. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw treedt een proces van professionalisering in. In het boek wordt beschreven wat de gevolgen daarvan waren voor het artistieke peil en de inhoud van de prentenboeken.
Het boek is een uitgave bij de tentoonstelling in Museum Willet-Holthuysen van 26 september t/m 15 februari 2004. (WP)
| |
Getekend: Fiep Westendorp
Kunsthal Rotterdam, 13 september 2003 t/m 11 januari 2004
Niet voor niets is de overzichtstentoonstelling van het werk van Fiep Westendorp in de Kunsthal in Rotterdam te vinden: Westendorp studeerde aan de Rot- | |
| |
terdamse Kunstacademie en zij maakte bijvoorbeeld ook de muurdecoratie voor de kinderkamer van het cruiseschip de Nieuw Amsterdam van de Holland Amerika Lijn. De tentoonstelling bevat originele tekeningen van alle helden: Floddertje, Pluk, Pim en Pom, maar ook documenten die voor het eerst publiekelijk worden getoond.
Westendorp tekende voor de kinderboeken van Annie M.G. Schmidt, Han G. Hoekstra en Mies Bouhuys en voor bladen als het Parool en Vrij Nederland. Zij ontving de tot nu toe een keer uitgereikte Oeuvre Penseel, de prijs voor haar hele werk die speciaal voor haar door de CPNB in het leven is geroepen.
Bij de tentoonstelling verscheen het gelijknamige boek Getekend: Fiep Westendorp (Querido; ISBN 90 451 0047 9).
Informatie over de tentoonstelling en de openingstijden is te vinden op www.kunsthal.nl. (WP)
| |
Nieuw: Bontekoeprijs
De Bontekoeprijs is een prijs van het Historisch Nieuwsblad en wordt toegekend aan het beste historische jeugdboek van het afgelopen schooljaar. Als eerste winnaar kwam ‘Grand Old Lady’ van het historische verhaal, Thea Beckman uit de bus. Beckman werd gekozen uit een selectie van 22 historische verhalen. Zij won de prijs, een kunstwerk en geldbedrag (€1000,-) voor haar laatste boek Gekaapt! (Lemniscaat, 2003). De feestelijke uitreiking vond plaats in het Archeon in Alphen aan de Rijn op 20 september. Een overzicht van de genomineerden en achtergrondinformatie over de prijs is te vinden op www.historischnieuwsblad.nl. (WP)
| |
Dossier Willem Wilmink op internet: www.kb.nl (onder Nieuws: Dossier Willem Wilmink)
Op de website van de Koninklijke Bibliotheek is een uitgebreid dossier te vinden over de onlangs overleden auteur, dichter en liedjesschrijver Willem Wilmink. Naast een korte biografie zijn er overzichten opgenomen: Gedichten en liedjes voor kinderen; Vertalingen van (prenten)boeken; Gedichten en liedjes voor volwassenen; Oude Nederlandse teksten, ingeleid, verklaard en vertaald; Over Nederlandse literatuur; Bloemlezingen en verzamelingen; Bibliofiele uitgaven en Twentse drukken; Titels over Willem Wilmink en Links. (WP) |
|