Literatuur Zonder Leeftijd. Jaargang 17
(2003)– [tijdschrift] Literatuur zonder leeftijd– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 36]
| |
Nachtverhalen en dagdromen
| |
Een Koerdische kinderboekenschrijver in VlaanderenDe laatste jaren heeft een aantal ‘nieuwe’ auteurs met exotische namen als Halil Gür, Najoua Bijjir, Jamil Shakely en Hakim Traïda zijn entree gemaakt in de jeugdliteratuur. Deze schrijvers hebben een andere culturele achtergrond dan autochtone kinderboekenschrijvers, want ze zijn allen afkomstig uit de Arabische wereld. In hun werk treffen we migranten als hoofdfiguren aan en er is veel aandacht voor de oorzaken van het migreren, de aanpassingsmoeilijkheden, de culturele eigenheid en de soms moeilijke confrontatie met het gastland. In veel gevallen krijg je de indruk dat migrantenschrijvers de (jonge) lezer vooral iets willen leren over die ‘vreemde’ cultuur. Toch zijn er ook uitzonderingen. De Koerdische schrijver Jamil Shakely bijvoorbeeld maakte bij de presentatie van zijn laatste boek De droom van de nachtruiker (1998) duidelijk dat hij geenszins de pretentie heeft de lezers iets te leren. Hij wil alleen zijn verhaal vertellen: Dit verhaal ligt me na aan het hart. Ik heb het twintig jaar in me meegedragen. Toen pas was het rijp en wilde het geboren worden. Het is niet mijn ambitie een bekend schrijver te worden. Het kan tien jaar duren eer ik nog wat schrijf, of twintig.Ga naar voetnoot1. Bovendien benadrukt hij een spel met de nieuwe taal, het Nederlands, te willen spelen: | |
[pagina 37]
| |
Mijn beperkte woordenschat in het Nederlands dwingt me dieper na te denken over elke zin, het geeft me stimulans om de opbouw van die zin poëtischer en veelzeggender te maken. Daardoor geef ik iets aan de taal waarvan ik tegelijk veel krijg. De verfrissende ervaring van binnen te dringen in een vreemde taal kan je creatieve vermogens aanscherpen.Ga naar voetnoot2. Tenslotte meent Shakely, juist door zijn andere culturele achtergrond, een eigen thema te kunnen inbrengen: Ook al kunnen Vlaamse schrijvers net zo goed een verhaal vertellen met een Koerdische achtergrond, ze kunnen dat nooit doen vanuit dezelfde ervaring als ik. Of nog: ook al vertel ik volgende keer een verhaal dat in Leuven gesitueerd is, dan nog zal mijn ervaring van oorlog en verzet weerklinken. Ik bekijk de Belgische realiteit tenslotte met verwondering, terwijl de schrijvers die hier geboren zijn niet opkijken van de vrijheid die ze hebben of van de afwezigheid van politiecontroles na zonsondergang.Ga naar voetnoot3. Jamil Shakely groeide op in een klein dorpje in Noord-Irak. Na zijn studie aan een hogere technische school, waar hij naar eigen zeggen geen vak leerde, maar werd onderricht in Saddams ideologieën, verzaakte hij zijn legerdienst en belandde bij de Koerdische guerrilla. Na de gifaanvallen en de deportaties in '88 vluchtte hij naar België. Terug naar zijn geboorteland wil hij inmiddels niet meer: ‘Een leven in Koerdistan in de kleine kring van het dorp - en in die constante oorlogssfeer - zou ik niet meer verdragen.’Ga naar voetnoot4. Jamil Shakely schrijft, door zijn Koerdische achtergrond en zijn huidige status van politiek vluchteling, met een zeker engagement. In De witte wolk (1993) bijvoorbeeld worden de Irakese aanvallen in Koerdistan beschreven vanuit een tienjarig kind. Het boek schetst heel goed de politieke en sociaal-economische situatie in Koerdistan. Zonder dat het expliciet aan bod komt, wordt de achtergrond aangeduid voor de migratie van veel Koerden naar het Westen. De twijfels, angsten en nachtmerries van politieke vluchtelingen in het Westen kunnen na lezing van dit boekje in een ruimere context begrepen worden.Ga naar voetnoot5. | |
[pagina 38]
| |
De ‘eigen taal’ en de ‘eigen thema's’ geven het werk van Jamil Shakely een bijzondere toon. Die komt vooral tot uiting in De droom van de nachtruiker (1998), zijn meest recente roman: een fragmentarisch verteld verhaal waar andere verhalen in zijn ingevoegd en dat veel symboliek bevat. | |
De droom van de nachtruikerIn De droom van de nachtruiker staat Karwan Karim centraal. Na vele jaren keert Karwan Karim terug naar zijn geboortedorp Shilana, waar hij bij het graf van Amina, zijn vroegere hartsvriendin, zijn kindertijd opnieuw beleeft. Hij herinnert zich weer de verhalen die Amina hem ooit vertelde over oom Lente, Trifa en de bloemen en buurman Lalo die gekust werd door de dochters van de elfenkoning. Ook voelt Karwan weer het zachte gras onder zijn blote voeten, ziet hij de ontelbare sterren aan de hemel hangen en ruikt hij de geur van de nachtruikers. Maar ook nare herinneringen komen naar boven. De angst die hij had voor zijn vader, ‘het monster’ met losse handen die Karwan en zijn moeder dag in dag uit tiranniseerde. En de vreselijke herinnering aan de dood van Amina. Het onbezorgde leven van Amina wordt verstoord als haar oom Said, een gepensioneerde sergeant, zich in het dorp vestigt. Hij is een man van wet en discipline. Bovendien zet hij iedereen naar zijn hand door grote cadeaus te geven. Amina wordt gedwongen door oom Said en haar vader tot een huwelijk met Habas, terwijl zij verliefd is op de jonge, aantrekkelijke Shivan. Lalo, de buurman van Karwan, en de imam verzetten zich tegen het huwelijk. Habas isnamelijk een agressieve man, die bovendien twee keer zo oud is als Amina. Maar alle protesten worden genegeerd. Het hele dorp is vervolgens getuige van het nachtelijke gegil van Amina totdat het uiteindelijk stil wordt en het huis van Habas en Amina in vlammen opgaat. | |
[pagina 39]
| |
De droom van de nachtruiker gaat volgens Aimée de Jaeger, recensente van De Morgen, over ‘de zwaarte van een bestaan dat als licht bedoeld was’. Zwaar is het bestaan voor Karwan, zijn moeder en Amina zeker. Alle drie worden zij geconfronteerd met zowel geestelijke als lichamelijke mishandeling, waardoor Amina uiteindelijk de dood vindt. Zware onderwerpen die niet zouden misstaan in een probleemboek. Door de literaire vormgeving kun je echter moeilijk spreken van een realistisch probleemboek. Ik zal dat proberen duidelijk te maken door in te gaan op Shakely's taalgebruik, op het vertellen in zijn boek en op de personages in zijn verhaal. | |
Symbolische beeldenHet beeldende karakter van De droom van nachtruiker wordt voornamelijk bewerkstelligd door het veelvuldig gebruik van vergelijkingen, metaforen en personificaties. Een voorbeeld: ‘Een grote ijle, beschaamde maan hing in het midden van de hemel, en verder alleen sterren, miljoenen.’ (De droom van de nachtruiker, 1998, blz. 20) Opvallend is ook het gebruik van symboliek. Een aantal hoofdstukken heeft een titel met een symbolische betekenis. ‘Wachten op het licht’ bijvoorbeeld is de titel van het hoofdstuk waarin Karwan en zijn moeder weer de dupe zijn van het agressieve gedrag van ‘het monster’, Karwans vader. De donkere avonden en nachten van Karwan zijn immers verbonden met angst en pijn. In het hoofdstuk ‘De verliefde nachtegaal’ maakt Shivan, een aantrekkelijke jongeman, Amina het hof. Moeder Karim komt hier achter en vertelt Amina een verhaal over een nachtegaal die verliefd wordt op een roos. Deze titel krijgt ook weer een extra betekenis omdat Shivan als een nachtegaal zou fluiten om Amina te laten weten waar hij op haar wacht. Ook de nachtruiker uit de titel is een symbool. De geur van deze bloemen biedt het hele boek door troost aan Karwan, zijn moeder en Amina: ‘Pas op, Karwan, je mag de bloemen niet zo vasthouden, je doet ze pijn.’ Ik keek met verbaasde ogen naar moeder. Amina lachte. ‘Volgens mijn vader brengt de geur van nachtruikers geluk,’ zei ze. Moeder streelde de bloemen en glimlachte: ‘Mijn handen ruiken zo lekker.’ ‘Als je een bosje nachtruikers in huis hebt, blijft het verdriet op afstand,’ zei Amina. ‘Misschien in jullie huis, Amina,’ antwoordde moeder zacht. Ik dacht aan mijn vader, het monster: ‘Ik haat nachtruikers,’ zei hij altijd. ‘Ik krijg hoofdpijn van hun geur. Dit is de laatste keer dat jullie zulke bloemen in mijn huis binnenbrengen begrepen!’ (De droom van de nachtruiker, 1998, blz. 23) | |
[pagina 40]
| |
Vertellen in de geest van de orale traditieDe droom van de nachtruiker bestaat uit herinneringen van Karwan Karim. Bij hem begint het verhaal en keert het ook steeds terug. De verteller doet verslag in korte scènes, waarbij het personage Karwan (zonder commentaar en observerend) aanwezig is geweest. Het verhaal wordt fragmentarisch door de verhalen en liedjes die Karwan zich weer herinnert. De verhalen en liedjes maken aan de ene kant deel uit van het verhaal doordat ze vooruitwijzen naar gebeurtenissen, of een bepaalde passage illustreren. Daarnaast hebben ze een eigen karakter, doordat ze in een ander lettertype zijn weergegeven en ook als losstaande verhalen kunnen worden gelezen. De verhalen zijn sprookjesachtig van aard en gaan bijvoorbeeld over oom Lente, of de schepping. In bijna alle verhalen komen bovennatuurlijke elementen voor. In een van de verhalen speelt Lalo, de buurman van Karwan, de hoofdrol. Lalo gaat op een dag naar het bos om op zijn fluit te spelen en uit het niets komen drie mooie meisjes. Zij beginnen enthousiast te dansen op de fluitmuziek. Op een gegeven moment is Lalo moe en stopt. Eén meisje komt op hem af en geeft hem een kus op zijn mond. Sinds die dag is Lalo de beste fluitspeler van de streek. Amina geeft hiervoor als verklaring dat de meisjes de dochters van de elfenkoning zijn wier adem speciale krachten hebben. In dit verhaal wordt geen onderscheid gemaakt tussen personages uit de realiteit en deze sprookjesfiguren. Opmerkelijk is tevens dat Karwan zich niet over het verhaal verwondert. De fantastische elementen en het bovennatuurlijke lijken, als vanzelfsprekend, in zijn wereld thuis te horen. Zo vertelt Karwan zijn jeugdherinneringen tegen de dode Amina. Haar geestverschijning boezemt hem geen angst in: ‘Je hebt me heel wat verhalen verteld, Amina, nu is het mijn beurt. Ik moet je een lang verhaal vertellen,’ zei hij zacht. Hij ging op de drempel van de hut zitten. Eindelijk waren ze met zijn drieën, Amina, het vuur en Karwan. Amina zat nu tegenover hem en keek hem met ogen vol verdriet aan. (De droom van de nachtruiker, 1998, blz. 20) Een aantal verhalen en liedjes onderstreept het cyclische karakter van de natuur. Dat is bijvoorbeeld het geval in het verhaal over oom Lente: Oom lente trekt zijn lange laarzen aan. Hij pakt zijn jas van het haakje en graait een kan mee. En hij neemt natuurlijk afscheid van zijn zus, mevrouw Winter: ‘Dag zus, tot volgend jaar!’ (De droom van de nachtruiker, 1998, blz. 21) | |
[pagina 41]
| |
De verhalen doen denken aan de traditie van het orale vertellen. De manier waarop Amina bijvoorbeeld het verhaal van Trifa, het bloemenmeisje, vertelt, herinnert aan het vertellen van Sheherezade uit De vertellingen van duizend-en-één-nacht. Amina onderbreekt, net als Sheherezade, op het spannendste moment haar verhaal. Daarmee prikkelt zij haar toehoorders en wordt er spanning gewekt. Amina hield op met vertellen en haalde diep adem. ‘En toen?’ vroeg ik. ‘Wil je alles horen? Ben je nog niet moe?’ vroeg Amina. ‘Nee, ga door’. (De droom van de nachtruiker, 1998, blz. 43) Heel expliciet is de verwijzing naar ‘De zeven reizen van Sindbad de zeevaarder’, een verhaal uit De vertellingen van duizend-en-één-nacht: De jongeren bleven tot diep in de nacht naar Said luisteren, die zijn nek als een gans vooruitstak en allerlei verhalen vertelde. ‘Ik ben Sindbad, de zeeman. Als ik jullie al mijn verhalen moet vertellen, zal het maanden duren’. (De droom van de nachtruiker, 1998, blz. 10) | |
Goed versus slechtDe personages uit De droom van de nachtruiker leert men slechts kennen uit beschrijvingen van hun uiterlijk en de weergave van hun handelingen. Alleen Karwans gedachten zijn weergegeven, maar heel summier. Er wordt bovendien duidelijk onderscheid gemaakt tussen slechte en goede personages. Zo is ‘het monster’, de vader van Karwan, een bruut die zijn vrouw en kinderen dag in dag uit tiranniseert. Hij is niet de enige, want Habas, de nieuwe man van Amina, slaat haar elke nacht bijna dood. Amina en Karwans moeder behoren tot de goede personages. Opmerkelijk is dat zij verhalenvertellers zijn: de verhalen bieden hun enige uitkomst en ontspanning. De slechte personages zijn die met status en macht en de goede zij, die leven volgens de Koran, en juist zij zijn de onderworpenen. De personages zijn in De droom van de nachtruiker mijns inziens slechts een middel om een probleem aan de orde te stellen. De lezer komt namelijk weinig over ze te weten en ze maken geen ontwikkeling door. Het is alsof de gebeurtenissen belangrijker zijn dan de personages, of de plaats waar alles zich afspeelt. Het lijkt wel of de auteur net zo goed een ander dorp dan Shilana had kunnen beschrijven.Ga naar voetnoot6. | |
[pagina 42]
| |
Een kritische toonIn De droom van de nachtruiker bespeurt men tussen de regels door een kritische houding van Shakely tegenover onder meer het geloof: ‘Dat meisje mag niet tegen haar wil in uitgehuwelijkt worden aan Habas. Volgens onze Koran moet ze haar toestemming geven.’ ‘Dat zal ze binnenkort doen, ik verzeker het u, Mala Qadir!’ ‘Onder dwang natuurlijk,’ antwoordde Mala Qadir. Hij stond op, hief zijn hand en zwaaide met zijn wijsvinger voor de neus van meneer Karim: ‘Ik weiger haar huwelijk in te zegenen, en wat u doet, is ontoelaatbaar. God zal het u nooit vergeven!’, riep hij en hij liep de deur uit. (De droom van de nachtruiker, 1998, blz. 64) Helaas moet Amina toch met hem trouwen en de lezer weet inmiddels dat Amina elke nacht tot bloedens toe wordt geslagen. Shakely verwoordt de ontmaagding van Amina dan ook op dubbelzinnige wijze: Habas was een echte man geweest. Hij had Amina één nacht lang laten bloeden. (De droom van de nachtruiker, 1998, blz. 70) Nauwverholen kritiek blijkt ook uit het optreden van imam Mala Qadir. De imam vertelt Karwans moeder een verhaal waarin hij niet mag geloven: Mala Qadir keek naar Lalo en naar moeder en zei: ‘Als imam mag ik zo'n verhaal niet geloven... Ach, ik denk dat maar heel weinig mensen weten wat geluk en liefde zijn, en je man zeker niet.’ (De droom van de nachtruiker, 1998, blz. 67) Volgens de wetten van de Koran heeft iedere moslim een grote verantwoordelijkheid tegenover God. Hij is degene aan wie je je leven moet wijden door zo goed mogelijk zijn regels op te volgen. Het verhaal van de imam zegt echter dat je verantwoordelijk bent voor je eigen geluk. Door dit soort dubbelzinnigheden dringt het tot de lezer door dat er soms wel degelijk inzicht is over een bestaan in onderworpenheid, maar dat de berusting overheerst. Het duidelijke onderscheid tussen goede en slechte personages, de cyclische natuur, de schijnbare inwisselbaarheid van de plaats waar het verhaal zich afspeelt, de losstaande orale verhalen en de fantastische elementen doorbreken het realistische karakter van De droom van de nachtruiker. Shakely's roman is dan ook geen probleemboek in verdichte vorm, waarin de werkelijkheid buiten | |
[pagina 43]
| |
het boek zo realistisch mogelijk wordt uitgebeeld.Ga naar voetnoot7. De droom van de nachtruiker kan men beter typeren als een symbolisch verhaal, waarin de onontkoombaarheid van het bestaan van het islamitische dorpsleven in Koerdistan aan de orde wordt gesteld. Shakely doet dit, in tegenstelling tot het merendeel van de andere allochtone jeugdboekenauteurs, niet op een belerende wijze, maar op literaire wijze. |
|