Voor de kinderen uit Duitsland die in een brief schreven: We hebben uw boek overal gelezen. In de vensterbank op school en thuis voor het naar bed gaan en bij het ontbijt.
Voor het met de Nederlandse taal worstelende meisje op de Antillen dat schreef: bedank voor al die leuke boeken die mevrouw gedaan heeft voor ons.
Voor de student aan de Brusselse kunstacademie die mij, toen ik een jaar of vijftien was, aan de grote eettafel in de achterkamer over kleurgebruik en vlakverdeling vertelde in een paar onvergetelijke lessen.
Voor de leraar Nederlands op het Koninklijk Atheneum die ons eindelijk eens een opstel liet schrijven vanuit de verbeelding, een opstel dat ik in de klas mocht voorlezen.
Voor de man die, toen er lang geleden besprekingen waren over de kunstwerken die in de Brusselse metro zouden komen, De Metro van Magnus ter inspiratie meenam naar de vergadering.
Voor wie mij voorgingen als schrijvers en tekenaars, want de eigen stijl die je vindt, wordt gevoed door de rijkdom van wie in het verleden hun weg vonden, op hun beurt geïnspireerd
door wie hen voorgingen.
Voor wie aandacht gaven aan wat ik schreef en tekende, zodat het boeken werden, die gelezen en bekeken konden worden.
Voor, voor, voor...
En, en...
Voor mijn vader, deze week vijftien jaar geleden gestorven, die ons verhalen vertelde waarvan we zelf de ingrediënten mochten opnoemen. En die het bestaan bleef bevragen zonder stellig te worden in zijn pogingen tot antwoord.
Voor mijn springlevende en weer verliefd geworden moeder, die met ons heeft gezongen en toneelgespeeld, en zelf soms zo moest lachen bij het voorlezen dat ze haast onverstaanbaar werd. Maar ik begreep daardoor dat er teksten kunnen bestaan waar groot en klein samen van kunnen genieten. Ik hoop de speelse verwondering die daarvoor nodig is, niet te verliezen.
Voor mijn broers en zussen: voor de stimulansen die je in een groot gezin kunt krijgen. Een huisorkestje, een huiskrant, samen een wandkleed maken of een cabaretavond in elkaar zetten.
Voor mijn zoon, die me zo rond z'n tiende zomaar op een dag bedankte voor zijn bestaan, terwijl ik zelf al zo dankbaar was.
Voor mijn vrienden die me soms meer geven dan ze zelf denken.