een prettige bijkomstigheid wanneer je de stapel binnenkomende boeken onder elkaar moet verdelen.
Bij het kiezen van de volgende recensenten over kwam mij hetzelfde als Rindert. De samenwerking met Cornald Maas en Hanneke Lelieveld pakte desondanks goed uit. Dat de redactie van het katern niet uitblonk in communicatie met de medewerkers was duidelijk, maar woog niet op tegen de enorme vrijheid die wij als jeugdboekrecensenten hadden.
Han van Gessel, een van de redacteuren, droeg de jeugdliteratuur een warm hart toe en vond het belangrijk dat er een vaste plek in de krant voor was. Dat de jeugdliteratuur niet echt thuishoort in een katern non-fictie, wist hij ook wel. De andere optie, de kinder- en jeugdboeken mee laten draaien in het literatuurkatern, zou betekenen dat plaatsing van artikelen onzeker was en afhankelijk van redacteuren die weinig affiniteit met het onderwerp hadden. Onze plaats binnen Folio was een vaste, iedere week stond er van een van de twee recensenten een artikel in en er was ruimte voor interviews en grotere artikelen. Omdat er wel waardering was voor mijn recensies, maar niet voor mijn interviews - men vond dat ik te weinig journalist was en teveel recensent bleef - werd altijd gezocht naar een tweede persoon die deze journalistieke vaardigheden beter beheerste.
In de periode dat er sprake was van een nieuw katern Cicero, voor zowel non-fictie als fictie, verkeerde ik bijna twee jaar in onzekerheid over de toekomst van de rubriek en mijn positie. Het behoorde tot de mogelijkheden dat Michael Zeeman de verantwoordelijkheid voor het katern zou krijgen. En hij heeft zijn afkeer van jeugdliteratuur nooit onder stoelen of banken gestoken. Gelukkig werd Han van Gessel eindredacteur.
Wel veranderde er iets in het beleid bij het aantrekken van nieuwe mensen voor de rubriek. Cornald en Rindert hadden nog duidelijk een band met de jeugdliteratuur en bezaten deskundigheid op dit gebied. Hun opvolgers, de twee Hannekes, kwamen uit de journalistiek. Van hen heeft Hanneke Lelieveld het langst aan de rubriek meegewerkt. Zij heeft zich zeer snel weten te ontplooien tot een deskundige met een vlotte pen.
Haar komst maakte tevens bij mij iets wakker dat ik al jaren bij de Volkskrant miste. Bij De Waarheid maakte ik deel uit van de kunstredactie. Met veel plezier denk ik terug aan de gesprekken op de redactie. Inspirerende uitwisselingen van ideeën, waarbij het altijd verder ging dan het eigen vakgebied. Er was ook reflectie op elkaars producten, ondersteuning en vooral gedeeld enthousiasme. Werken voor een groot landelijk dagblad betekent dat je maar een klein radertje bent in het grotere geheel. Er zijn wel meer lezers, maar er is minder binding met de medewerkers. Pas in de samenwerking met Hanneke