Kästner & Bolliger herdacht
Hans ten Doornkaat, ‘“Ich bin froh, wenn ich schreibe und nicht rede”: Geburtstags-Portrait.’ In: Jugendliteratur (1999), afl. 1, blz. 2-5.
‘Erich Kästner.’ Themanummer Eselsohr (1999), afl. 2, blz. 4-10
Herdenkingsartikel ter gelegenheid van de zeventigste verjaardag van de Zwitserse auteur Max Bolliger én een herdenkingsnummer bij de honderdste geboortedag van Erich Kästner, de geestelijk vader van onder meer Emil, die ‘geboren’ werd in 1929, en dus ook al zeventig is.
Het biografische artikel over Bolliger is voornamelijk gebaseerd op een recent interview, aangevuld met eerdere interviews en veel, vaak niet eerder gepubliceerde foto's. Reeds als jonge leraar - Bolliger stond op zijn achttiende al voor de klas - maar ook in zijn literaire werk, kiest hij partij voor de ‘anders-dan-anderen’. Voor het kind dat door velen als moeilijk, door hem als buitenbeentje wordt gekarakteriseerd. Vanuit die motivatie gaf hij les op een privéschool, was hij huisleraar en belandde hij in het speciaal onderwijs. Schrijven deed hij er al die tijd naast, kinderboeken, maar ook scenario's voor tv. Tot zijn bekendste televisieprogramma's hoort een serie over kinderen die in extreme situaties opgroeien. Zijn keuze voor het zogenoemde probleemkind loopt als rode draad door zijn hele werk.
In een serie artikelen over Erich Kästner wordt onder meer ingegaan op de rol van vrouwen in het leven van de Duitse auteur. Hij had met hen een ‘ernstig probleem’, hetgeen volgens de auteur van het stukje, Gabriele Wenke, terug te vinden is in zijn literaire werk. In een volgende bijdrage bespreekt Wenke drie recente biografieën van Kästner en legt ze deze naast de in 1994 verschenen biografie van de hand van Klaus Kordon, die er in 1995 de Duitse Jugendliteraturpreis mee won (Die Zeit ist kaputt. Die Lebensgeschichte des Erich Kästner) en naast Als ich ein kleiner Junge war, dat verscheen in 1957 en beschouwd wordt als sleutelroman.
Verder bevat het themanummer een korte bijdrage van Heide Germann over de boeken van Kästner op geluidscassete. Jutta Richter besluit met de beschrijving van een droom, waarin ze een gesprek had met Erich Kästner over hoe het is om enig kind te zijn: ‘Wie ich das doppelten Lottchen wurde...’