Literatuur Zonder Leeftijd. Jaargang 13

[p. 84]

Twee heren
Column
Ted van Lieshout

Mag ik informatie over het aanvullend honorarium?

Jazeker.

Ik ben heel blij met de vierduizend gulden die ik gestort kreeg voor Gebr., want daaruit blijkt dat het in de hoogste categorie is beoordeeld.

Maar nu heb ik in het jaarverslag van uw fonds gezien dat Sjoerd Kuyper voor zijn De rode zwaan het dubbele gekregen heeft. Waarom is dat?

Waarom kreeg hij achtduizend gulden aanvullend honorarium en ik maar vierduizend?

Dat heeft te maken met het aantal woorden.

Dus niet het aantal bladzijden? Want mijn boek heeft 118 bladzijden en dat van Sjoerd 190. Dat is veel minder dan twee keer zo veel.

Nee, het gaat om het aantal woorden. Als u vierduizend krijgt, telt uw boek meer dan 10.500 woorden en minder dan 35.000.

Daar zit ik echt maar een ietsepiets onder. Het zijn er 34.000. Dat heb ik de computer laten uitrekenen. Dus als ik duizend woorden meer geschreven had, dan had ik meer gekregen?

Ja, zesduizend gulden.

Goh, als ik dat geweten had, had ik er wel duizend woorden bijgemoffeld. Wat is dat nou, duizend woorden. Een dialoogje hier en een beschrijvinkje daar.

Die grenzen zijn nu eenmaal zo vastgesteld. Zou u werkelijk hebben bijgeschreven omwille van die duizend woorden extra?

Eh, nee, niet echt.

Meneer Kuyper krijgt achtduizend gulden, zei u? Nou dan moet het aantal woorden in zijn boek in de vierde trede liggen.

Vierde trede?

Ja, de eerste trede is tussen 3.500 en 10.500 woorden, goed voor tweeduizend gulden, de tweede tussen 10.500 en 35.000, goed voor vierduizend, de derde tussen 35.000 en 70.000, en de vierde trede is tussen 70.000 en 105.000 woorden.

[p. 85]

O, nou, ik heb toevallig zijn boek zitten tellen, zo van: zo veel woorden gemiddeld per regel maal het aantal regels per bladzijde maal het aantal pagina's, en dan kom ik uit op iets meer dan tachtigduizend woorden, dus dat klopt wel.

Nou, daar ben ik blij om.

Ja, eh, ik niet eigenlijk. Ik bedoel, ik sta op bijzonder goede voet met Sjoerd en ik vond zijn boek heel leuk, maar het is toch niet zo goed als het mijne, hoor, vind ik zelf.

Mooi, beter, best. Wie zal het zeggen, meneer. We hebben maar twee categorieën: goed en heel goed. Zowel het boek van meneer Kuyper als dat van u zijn beoordeeld als heel goed. Beter kan dus niet.

Ja, maar in geld uitgedrukt is het boek van Sjoerd toch twee keer zo goed als het mijne. Zo komt dat in elk geval op mij over. Eigenlijk.

Dat u dat zo voelt, geloof ik wel. Maar wij moeten volgens vaststaande afspraken verdelen, want anders is er geen beginnen meer aan.

Ja, dat begrijp ik wel. Maar u weet toch óók wel dat bij het schrijven van een boek niet het schrijven zélf moeilijk is, maar het schrappen? Het lukte mij om Gebr. van 300 bladzijden terug te schrappen tot 118 bladzijden. Sjoerd emmert in zijn verhaal door tot 190 pagina's. Het lukte hem niet om zijn verhaal tot de essentie terug te brengen.

Wij kunnen onmogelijk bepalen of er in een boek wel genoeg geschrapt is. Als een boek af is, is het nu eenmaal zo lang als het duurt.

Maar uw Fonds zou voor hetzelfde geld kunnen stellen: wij honoreren niet dat oeverloos gezever in het boek van Sjoerd, maar de literaire punctualiteit en de no nonsense van míjn boek.

Ik denk niet dat deze discussie ergens toe leidt.

Maar u bent het toch met mij eens dat je een verhaal moet vertellen in precies genoeg woorden, en niet in duizenden overbodige woorden méér? Alléén maar om meer geld te krijgen van het Fonds?

Beweert u dat meneer Kuyper dat gedaan heeft?

Nee, natuurlijk niet. Ik bedoel het in zijn algemeenheid.

Ik kan daarover niet oordelen; u stelt die vraag aan de verkeerde persoon.

Wij zitten hier om ervoor te zorgen dat u het aan u toegekende aanvullend honorarium ook daadwerkelijk ontvangt.

Tóch is het op de een of andere manier oneerlijk. Ik heb jaren en jaren aan dat boek geschreven om te komen tot die 118 bladzijden, terwijl

[p. 86]

Sjoerd maar een maand of wat aangerommeld heeft met zíjn verhaal. Hij kan gewoon niet zo goed schrappen als ik.

Ik denk dat u dit moet opnemen met meneer Kuyper zelf.

Nee, natuurlijk niet! Ik ben erg gesteld op die man!

Dat zou ik niet denken, als ik u zo hoor.

Nou, gelooft u mij maar. Ik moet toch gewoon om informatie kunnen vragen zonder dat hij erbij betrokken wordt? Waar bemóeit u zich eigenlijk mee?

Ik probeer u zo geduldig en redelijk mogelijk te woord te staan.

Nee, u zit een potje te stoken tussen Sjoerd en mij! Daar ben ik niet van gediend. Hoe dan ook: dank u wel voor de informatie. Goedemiddag. Goedemiddag.