Literatuur Zonder Leeftijd. Jaargang 12
(1998)– [tijdschrift] Literatuur zonder leeftijd– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 393]
| |
Alle remmen los
| |
[pagina 394]
| |
Vernieuwende invloedHet kan nog jaren duren voor we ons terdege bewust zijn van de vernieuwende invloed die De Maeyer heeft gehad op de Vlaamse jeugdliteratuur. Al in zijn vroege tekenwerk viel zijn eigenzinnige, karikaturale stijl op met een opvallend gebruik van puntjes en arceringen. Vernieuwender was het gebruik van alternatieve technieken. In zijn eerste eigen prentenboek, Pief poef paf, mijn broek zakt af uit 1985 beeldde hij de voorwerpen die Sooi verzamelde fotografisch uit en tekende hij zijn fantasieën. Voor De computer lekt liet hij sommige tekeningen hertekenen met behulp van de computer. Een aparte uitdaging vormde de animatiereeks Saartje en Sander die hij samen met Henri van Daele maakte voor tv. Het medium dwong hem zijn figuren nog verder te vereenvoudigen. Een belangrijke stap in zijn werk zette Gregie de Maeyer met Fietsen. Zelf verwoordde hij die als volgt: ‘Maar de dag dat ik “foert” zei en met een inktbus in de hand de illustraties van Fietsen op papier spoot, zal ik niet licht vergeten.’ In zijn illustraties gooide hij alle remmen los. Met enkele forse lijnen herleidde hij figuren en voorwerpen tot hun essentie. Door zijn naïeve directheid is zijn stijl verwant aan het expressionisme. Zonder omhaal gaf hij vorm aan zijn gevoelens. Ook de inhoud van dit boek was anders. Ook hier groef hij naar de essentie, hij ging schrijven vanuit de buik. Vanaf dit boek ruilde hij de vrijblijvende humor in voor een - desnoods pijnlijk - zoeken naar de wortels van het leven en naar wat mensen drijft. Wat aan humor bleef, werd suggestiever. Fietsen gaat niet zonder meer over een meisje dat leert fietsen. Het is een metafoor voor het leven zelf, een leven met vallen en opstaan en weer doorfietsen. In 1995 kreeg De Maeyer voor dit boek de Driejaarlijkse Prijs van de Vlaamse Gemeenschap voor jeugdliteratuur. In de put en Mama? trokken de lijnen door. Ook hier emoties uitgepuurd in taal en beeld over paniek, vertrouwen, geborgenheid en angst om verlaten te worden. De drie boekjes werden bewerkt voor het theater, een medium dat voor De Maeyer een nieuwe uitdaging vormde. In 1996 verraste Gregie de Maeyer opnieuw met Juul. De tekst riep verdeelde reacties op. Het was een gruwelijk en schrijnend verhaal over een jongen die zo erg wordt gepest tot er bijna niets meer van hem rest. Minstens even verrassend waren de illustraties in het boek: foto's van een houten figuur die uit elkaar wordt gehaald. Het beeld was van kunstenaar Koen van Mechelen. Het boek is het eerste in een reeks | |
[pagina 395]
| |
totaalprojecten waarin De Maeyer verschillende kunstvormen wou integreren. De toneelvoorstelling door het gezelschap Gordijnen voor Konijnen werd een groot succes. In Duitsland werd het project meermaals bekroond. Ook voor De kooi deed De Maeyer een beroep op Koen van Mechelen. Rond het boek werd een theatervoorstelling, een tentoonstelling en een atelier rond filosoferen met kinderen gecreëerd. Voor andere boeken schakelde hij fotograaf Alex Deyaert en illustrator Karel Meersman in. | |
Een vat creatief vuurwerkManneke van glas is zijn grootste project en het staat het dichts bij het vuurwerk waar hij zo van hield. Tijdens een verblijf in Venetië in oktober 1996 raakt hij in de ban van de kunst van het glasblazen. Een jaar later trok hij met Koen van Mechelen en fotograaf Peter Labarque naar Murano om er het glasblazen te leren. Na tien dagen kwamen ze terug met een twintigtal ‘mannekes van glas’. Begin 1998 werden de foto's gemaakt op het strand van Wenduine, met een camera obscura, terug naar de fundamenten van de fotografie, zoals het boek teruggaat naar de wortels van het leven. ‘Het wezen van de dingen vervaagt/ naarmate het zichtbaar wordt’. Met dit motto opent het boek. ‘Het wezen van de dingen’ staat voor het manneke van glas. ‘Je keek er gewoon doorheen, zo helder was het.’ Op zijn mooist, als het helemaal opgepoetst is, lijkt het, ‘bijna verdwenen’. Lucht, water, vuur en zand, daarvan is Manneke gemaakt, van de zuivere natuurelementen. Als doorschijnend wezen is het symbool van zuiverheid, van het onbezoedelde leven. Zo wou Victor de glasblazer het, zuiver als het kind dat hij van Veronica wou. ‘Maar Veronica kruiste haar armen en haar benen. Een kind? Geen sprake van!’ Het kind is gemaakt van glas en dus broos en kwetsbaar. Het leven zelf maakt er krassen in. De radeloze Veronica gooit het onwetend in zee en er komt een barst in zijn schedel. De kleine Basta maakt hem schoon, zodat hij zichzelf erin kan zien, nog onbezoedeld. Maar dan komt Fiasco, en die slaat een tweede barst in het lijf van Manneke, de barst van plicht en schools onderwijs. Lamama neemt Basta en Manneke liefdevol in haar armen, maar haar liefde werkt verstikkend en Manneke bezwijkt bijna. Nog net op tijd kan Basta vluchten naar Amica, zijn allerliefste vriendin, bij wie geen woorden nodig zijn. Ze krijgt zoveel medelijden | |
[pagina 396]
| |
met Manneke dat ze alles en iedereen vergeet. In een vlaag van jaloersheid gooit Basta Manneke opnieuw in zee. De barsten worden groter en Manneke dreigt te zinken. Maar dan komt Veronica en die staat ‘op een antwoord te wachten’. Ze redt Manneke uit zee, maar laat hem vallen. Een einde is dit niet. ‘Victor en Veronica hurkten neer. Ze raapten de scherven samen in haar schoot. Want daar kon Victor glas mee maken.’ Handen en schoot, man en vrouw en de zuiverheid van glas scheppen de mogelijkheid voor nieuw leven. Wie het verhaal goed leest of beluistert, snapt al gauw dat Manneke veel meer is dan een voorwerp van glas. Zichzelf kan hij niet redden, maar de mensen die met hem in aanraking komen, laat hij niet onberoerd. Hij maakt dromen, verlangens, driften en angsten los. Als Veronica hem in zee gooit, brandt ze haar vingers. En als ze hem op het laatst uit zee opvist, snijdt ze zich, of zoals De Maeyer het schrijft: ‘Manneke had zich bij haar naar binnen gesneden.’ Basta blinkt Manneke op als een spiegel waarin hij zichzelf ziet. Hij noemt Manneke vriend. Blinkend in de zon verblindt Manneke de vreselijke Fiasco. Van Amica maakt Manneke een moeder vol medelijden, zodat ze haar geliefde Basta vergeet. De tekst heeft de vorm van poëzie, opgedeeld in strofen waarvan de regels gecentreerd op de bladzijden staan gedrukt. Met herhalingen, klinker- en medeklinkerrijmen blaast de auteur leven in de tekst. Af en toe knapt er iets in een regel die net iets te gezocht klinkt, maar geregeld sta je stil bij een verrassende uitspraak, zoals die over de overkant ‘waar de wereld zijn zon terugkrijgt’. Basta is glashelder getypeerd:
‘Zelf leek hij ook op een aangespoeld ding.
Zijn haar plakte als nat wier tegen zijn gezicht.
Er zat zand tussen zijn tanden en nog meer tussen zijn tenen.
Basta was van de zee. En de zee was van hem.
De zee en alles wat ze meebracht.’
Op de omslag is het Manneke van glas het scherpst te bewonderen, doorschijnend tegen een blauwe achtergrond. De foto's in het boek zijn ontwikkeld in grijze tinten wat ze iets mysterieus geeft. Dit geheimzinnige wordt nog versterkt door de gekozen standpunten en belichting. De wazige close-up van de navel roept onmiskenbaar iets op van het begin van leven, maar zou je ook kunnen zien als zon en maan of als | |
[pagina 397]
| |
een mysterieus teken. Manneke die met gebarsten hoofd op het strand ligt, is een en al verlorenheid. De lichtstraal die op Manneke weerspiegelt, deed me denken aan de beelden van vuur en lava bij het begin van de aarde. Sommige foto's hebben iets futuristisch. De foto's in dit boek verschillen van de illustraties in andere kinderboeken als water en vuur. Ze hebben niets te maken met lieve kindertjes of vriendelijke dieren. Wellicht zullen ze bij kinderen net als bij volwassenen verdeelde reacties losmaken. Zeker is dat ze je evenmin als Manneke onberoerd laten. Wat je erin ziet, bepaal je voor een groot deel zelf en dat geldt evenzeer voor de tekst. Die is beslist niet transparant als glas. Je moet er als lezer zelf leven in blazen. Ik ben me er scherp van bewust dat de interpretatie die ik hierboven gaf, slechts een van de mogelijke is. Het is best mogelijk dat jonge lezers moeite hebben met deze openheid. Ik denk dat het boek het beste tot zijn recht komt als volwassenen het voorlezen en er samen met kinderen over praten. Allicht snijdt het zich dan bij allebei naar binnen. |