Het is heerlijk om je eigen baas te zijn. Als je 's morgens van de trap naar beneden komt, ben je op je werk. Je luistert op de radio met enig sadistisch genoegen naar al die files waar je 's morgens in stond. En als je verkiest om de hele dag in je pyjama te zitten schrijven, is er geen mens die daar wat van zegt, behalve de postbode, die in het begin telkens vroeg of ik soms ziek was.
Dus u hoort mij niet klagen. Maar vaak is de spoeling dun. Voor wie de spoeling dun is, is er nog altijd de overheid.
Zowel Nederland als de Vlaamse Gemeenschap hebben voor sappelende auteurs een hele mooie bijkomende regeling. In Brussel en in Amsterdam staan een aantal honingpotten en daar mag je ààn zitten. Gesteld dat je inkomen niet boven een bepaalde grens komt. In België is dat 1.250.000 frank (zo'n 30.000 EURO dus).
Er zijn meer full-time auteurs dan u denkt die nòòit dat bedrag halen. Ik ook niet. Dus gaat er ieder jaar een briefje naar het Fonds voor de Letteren in de Huddestraat te Amsterdam én naar de Vlaamse Gemeenschap. Er moet een verslagje bij. Wat je in het voorbije jaar hebt uitgespookt en wat je voor het volgende jaar van plan bent. Gaat al jaren goed. Geen centje pijn. Ik mag naderen tot de honingpotten en krijg een beurs.
Alleen, de heren die de honingpotten beheren, willen ieder jaar een kopie van je belastingaanslag.
Dat is hun goed recht. De honing moet rechtvaardig verdeeld worden en wie zelf zijn tuin vol met bijenkorven heeft staan, moet zijn hand niet ophouden.
Voor een goed begrip van de zaak: allèèn je eigen inkomen als auteur wordt in beschouwing genomen. Je kan gerust getrouwd zijn met een chirurge die een vorstelijk inkomen toucheert, rondrijden in een rode Ferrari die je van je vader hebt gekregen om in alle comfort schoollezingen te houden, een optrekje in Zuid-Frankrijk gebruiken van je maîtresse omdat je alleen dààr kunt schrijven - dat doet allemaal niks terzake, want het staat niet op je belastingaanslag.
Ik vind dit een ernstige lacune in de reglementering van de subsidiëring. Vooral omdat een uitstapregeling (een spaarpotje van twintig jaar werken, zeg maar) wél op die belastingaanslag voorkomt.
Ik heb hierover gecorrespondeerd met de heren die de ho-