| |
| |
| |
Vertalen/bewerken van jeugdliteratuur
|
Abels, Ursula |
408. |
Hans Christian Andersen: Von den Schwierigkeiten bei einer Übertragung ins Deutsche. |
|
1991 (17) 40-51 |
|
|
Abels vergeleek in het kader van haar promotie-onderzoek twee door Andersen zelf in het Duits vertaalde sprookjes met latere vertalingen van anderen. Zij toont aan dat Andersen de enige was die in zijn vertalingen de juiste sfeer en toon kon bereiken. Bij de andere vertalingen blijf je merken met een vertaling van doen te hebben. |
|
|
Albrecht, Ann & Karin Van Camp |
409. |
‘Vertaal maar precies zo als anders’. Een interview met Anthonie Kee. |
|
1994 (30) 121-125 |
|
|
Verslag van een gesprek met Anthonie Kee die, zich begevend op het pad van de vertaling van jeugdboeken, concludeert dat hij daarbij meer rekening met zijn lezerspubliek houdt dan bij zijn andere vertaalwerk. Aan de hand van een passage uit Matthijs en zijn opa van Roberto Piumini licht hij dit toe. |
|
|
Bode, Andreas |
410. |
Ausländische Wörter aus dem Hut des Zauberers. Die Übersetzungen der Muminbücher ins Deutsche. |
|
1995 (34) 189-203 |
|
|
Kritische bespreking van een Duitse vertaling (1954) door Kurt en Vivica Bandler van Trollkarlens Hatt (1954) uit de Moem-serie door de Fins-Zweedse Tove Jansson, waaruit het verschil in benadering van het kind als lezer tussen Jansson en de Duitse vertalers blijkt. |
| |
| |
|
Boonstra, Bregje |
411. |
De Tovenaar van Oz bewerkt. |
|
1995 (33) 41-45 |
|
|
Boonstra beschrijft de bezwaren die ze heeft tegen de vertaling/bewerking van het klassieke Amerikaanse jeugdboek De Tovenaar van Oz die in de reeks Nederlandse klassieken van Altiora/Becht is verschenen. |
|
|
Coppens, Thera |
412. |
Het vertalen van de gedichten van Silverstein. Het vertalen met ant eaters en hot dogs onder toeziend oog van de nukkige dichter. |
|
1997 (42) 265-274 |
|
|
Beschouwing aan de hand van veel voorbeelden over het vertalen van de bundel kinderpoëzie A light in the attic van de in Amerika zeer populaire dichter Shel Silverstein. Dat vertalen gebeurde onder diens toezicht door de Nederlandse dichters Willem Wilmink, Hans Dorrestijn en Thera Coppens. |
|
|
Engels, Jacques |
413. |
Hans Christian Andersen, 150 jaar in vertaling. |
|
1991 (17) 37-39 |
|
|
Lezing ter gelegenheid van de opening van de Hans Christian Andersen expositie '90-'91 in de aula van de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag op 10 januari 1991. |
|
|
Maas, Cornald |
414. |
De grote verpestmacht van een vertaler. Een interview met Huberte Vriesendorp. |
|
1993 (26) 79-83 |
|
|
Interview met Huberte Vriesendorp, die in 1992 het Charlotte Köhlerstipendium kreeg toegekend vanwege haar vertalingen van het werk van Roald Dahl. ‘Als je het niet goed doet, blijft er van het boek niks over. Je hebt grote verpestmacht.’ |
| |
| |
|
Os, Quirin van |
415. |
De bronnen van Biegel. Anderland vergeleken met Ierse reisverhalen. |
|
1996 (39) 309-334 |
|
|
Quirin van Os onderzoekt welke bronnen Paul Biegel voor zijn verhaal Anderland, een Brandaan mythe heeft gebruikt en hoe hij ze heeft gebruikt. Ze vergelijkt Biegels bewerking met de Engelse vertalingen van drie oorspronkelijk Ierse verhalen van Brandaan, die zij als grondtekst voor het verhaal van Biegel ziet. ‘De bewerking van Biegel is dan te beschouwen als een geslaagd voorbeeld van een generische literaire bewerking.’ |
|
416. |
‘Woorden reizen langs kromme wegen’. De literaire bewerking voor de jeugd. |
|
1996 (38) 165-191 |
|
|
Van Os analyseert de bewerking die Imme Dros met Odysseus, een man van verhalen maakte van de Odysseia. Dros heeft de grondtekst dusdanig getransformeerd dat er een nieuw op zichzelfstaand verhaal is ontstaan. Van Os concludeert dat de bewerking van Dros aantoont dat de grens tussen jeugdliteratuur en literatuur voor volwassenen niet eenvoudig te trekken is. Ze noemt de bewerking overgangsliteratuur, waarbij de jonge lezer met een heuse volwassen literaire klassieker geconfronteerd wordt. |
|
|
Pressler, Mirjam |
417. |
Vertalingen kweken begrip en verbinden culturen. |
|
1994 (30) 37-52 |
|
|
Voordracht gehouden op de Frankfurter Buchmesse, oktober 1993, waarin Mirjam Pressler, vertaalster en adviseur van een Duitse uitgeverij, thema's en stijlen in Nederlandstalige jeugdliteratuur vergelijkt met die in oorspronkelijk Duitstalige jeugdliteratuur. |
|
|
Van Camp, Karin |
418. |
Een halve eeuw Pippi Langkous: suggesties voor een nieuwe vertaling. |
|
1995 (34) 165-188 |
|
|
Van Camp vergelijkt de Nederlandse vertalingen van Pippi Langkous met de oorspronkelijke Zweedse teksten. Voorbeelden van |
| |
| |
|
ongelukkige vertalingen passeren de revue. Uiteindelijk pleit zij voor een nieuwe vertaling. Artikel is aangevuld met illustraties van Pippi Langkous door tien verschillende illustratoren. |
|
|
Vriesendorp, Huberte |
419. |
‘Uitgangspunt is respect voor het boek’. Over het vertalen van Anne Fine. |
|
1992 (24) 12-16 |
|
|
Na een inleiding over het werk van een vertaler, gaat Huberte Vriesendorp in op het vertalen van Anne Fine's boeken Madame Doubtfire (Juffrouw Tureluurs) en The Book of Bansheet (De hellekat) en de problemen die zich voordeden bij deze vertalingen. |
|
|