| |
| |
| |
Vakliteratuur
|
Aangenendt, Lieneke & Toin Duijx |
|
365. |
|
[Jeugdliteratuur voor de beroepspraktijk. Een leergang voor het HBO. Bea Ros (eindred) Groningen: Wolters Noordhoff, 1990] |
|
De leergang biedt, volgens de besprekers, voor zowel studenten als docenten voldoende handvatten om de jeugdliteratuur die plaats te bieden binnen de toekomstige onderwijspraktijk die zij verdient. |
|
1990 (16) 31-34 |
|
|
Beentjes, Hans |
|
366. |
|
[Taking advantage of media: a manual for parents and teachers. L.K. Brown. Boston: Routledge & Kegan Paul, 1986] |
|
Het boek geeft een genuanceerde visie op nieuwe media in hun functie als moderne verhalen-verteller. De theorie wordt aangevuld met praktische tips. Beentjes vindt het boek niet in alle opzichten geslaagd: Brown legt te weinig verantwoording af over haar keuzes. In feite worden alleen de TV en het prentenboek uitvoerig besproken. |
|
1987 (4/5) 87-90 |
|
|
Bekkering, Harry |
|
Het ABC als openbaar kunstbezit. |
|
367. |
|
[A is een aapje. Opstellen over ABC-boeken van de vijftiende eeuw tot heden. Jaap ter Linden e.a. (red). Amsterdam: Querido, 1995]. |
|
Catalogus bij een drietal tentoonstellingen over Nederlandse ABC-boeken met artikelen over het genre. Bekkering noemt het boek een aanwinst voor onze (jeugd)literaire geschiedschrijving, omdat het boek een vergeten stukje geschiedenis van de jeugdliteratuur blootlegt. |
|
1996 (38) 245-251 |
| |
| |
|
Het kinderboek: het bellemeisje in het huis van de literatuur? Over de literatuuropvattingen van W.G. van de Hulst. |
|
368. |
|
[Het kind en zijn boek. Daan van der Kaaden (samenstelling). Baarn: Callenbach, 1995] |
|
Bespreking van een bundel waarin elf lezingen van de bekende jeugdboekenschrijver W.G. van de Hulst zijn samengevoegd en waaruit de ‘moderne’ opvattingen van W.G. van de Hulst spreken. Bekkering wil de moderniteit van de literatuuropvattingen van de oude meester laten zien, maar ook de noodzaak van een geïntegreerde aanpak van de jeugdliteraire geschiedschrijving benadrukken. |
|
1997 (41) 139-145 |
|
|
Vooruitgang geboekt? ‘Juist de kinderliteratuur biedt de verwondering alle ruimte’. |
|
369. |
|
[Het literair klimaat 1986-1992. Nicolaas Matsier e.a. (red). Amsterdam: De Bezige Bij, 1993] |
|
Volgend op zijn bespreking van het hoofdstuk over jeugdliteratuur, geschreven door Bregje Boonstra, komt de auteur tot de duidelijke conclusie dat het ‘jeugd’-literaire klimaat zodanig aan het veranderen is dat de jeugdliteratuur en literatuur steeds dichter bij elkaar komen. |
|
1993 (28) 129-136 |
|
|
Brantas, Gerard |
|
Een mijlpaal in het onderzoek van jeugdliteratuur. |
|
370. |
|
[Indische jeugdliteratuur. Geannoteerde bibliografie van jeugdboeken over Nederlands-Indië en Indonesië, 1825-1991. Dorothée Buur. Leiden: KITLV, 1992] |
|
Brantas bespreekt de werkwijze en de begrenzingen van de geannoteerde bibliografie van jeugdboeken over Nederlands-Indië en Indonesië. Terzijde wijst hij op enkele fouten en omissies in de bibliografie. |
|
1992 (23) 71-75 |
| |
| |
|
Duijx, Toin |
|
371. |
|
[An Rutgers van der Loeff, een biografie. Joke Linders. Baarn: De prom, 1990] |
|
Biografie waarbij het oeuvre van An Rutgers van der Loeff als uitgangspunt is gekozen om vervolgens haar leven chronologisch te beschrijven. Ondanks het feit dat Duijx het werk niet helemaal volledig vindt, verdient de biografie toch een ereplaatsje in de boekenkast van de vakliteratuur. |
|
1990 (15) 68-73 |
|
372. |
|
[Boek en school. A. Toussaint-Dekker. Leiden: Spruyt, Van Mantgen & De Does bv, 1987] |
|
Bespreking van het academisch proefschrift over een onderzoek bij leerlingen van het voortgezet onderwijs naar relaties tussen leesgewoonten in de moedertaal en het lezen en beoordelen van Franse boeken voor school. |
|
1987 (3) 31-32 |
|
373. |
|
[Bubi, het jaarboek van de Vlaamse jeugdliteratuur. Luk Lammens & Rudy Vanschoonbeek (samenstelling). Berchem: Dedalus, 1986.] |
|
In de vijfde uitgave van Bubi, het jaarboek van de Vlaamse jeugdliteratuur zijn twee informatieve bijdragen opgenomen: een jaaroverzicht van de Vlaamse kinder- en jeugdboekenmarkt en een interview met Staf Loots. Verder een overzicht van de juryverslagen van de Vlaamse kinder- en jeugdjury. |
|
1987 (3) 39-40 |
|
374. |
|
[Grootboek. Bloemlezing en geschiedenis van de jeugdliteratuur. Joke Linders e.a. (Samenstelling). Groningen: Wolters-Noordhoff, 1988] |
|
Bespreking van een schoolboek voor het middelbaar onderwijs, waarin de nadruk op ‘bloemlezing’ ligt. De geschiedenis wordt behandeld in vier korte hoofdstukken en komt slechts marginaal aan de orde. Het boek is een aardige bloemlezing van klassieke jeugdboeken, waarvan een beetje creatieve docent goed gebruik kan maken als tekstverzameling. |
|
1989 (11) 16-17 |
| |
| |
375. |
|
[Het schrijverscollectief. Bzzlletin 178, september 1990] |
|
Een matig positieve bespreking van een special over het Schrijverscollectief, omdat dit collectief er ‘jarenlang in geslaagd is de televisie te verrijken met literatuur en, als gevolg daarvan, de literatuur weet te vernieuwen op een manier die zonder de televisie nooit zou hebben plaatsgevonden.’ Duijx vindt de opzet van de bundel op zich aardig, maar de uitvoering laat veel te wensen over, onder meer door de enorme overlap die tussen de verschillende bijdragen bestaat. |
|
1990 (16) 34-36 |
|
376. |
|
[In de spiegel. Beeld van de immigrant in kinderboeken. Marita de Sterck. Leuven: Acco, 1986] |
|
Centraal in het onderzoek staat de vraag op welke manier immigranten in jeugdboeken naar voren komen. De volgende deelvragen worden in het onderzoek bekeken: op welke sectoren ligt al dan niet de klemtoon, wat wordt er al dan niet bewust verzwegen, in hoeverre is de geboden informatie correct, in hoeverre zijn de onwaarheden veelzeggend. |
|
1987 (3) 33-34 |
|
|
Jacques Vos en het informatieve kinder kinderboek |
|
377. |
|
[Meer dan feiten... Werken met het informatieve kinderboek op de basisschool. Jacques Vos. Gorinchem: De Ruiter, 1989] |
|
In Meer dan feiten... schenkt Jacques Vos aandacht aan een boeksoort die tot nu toe in het verdomhoekje heeft gezeten, de informatieve kinder- en jeugdliteratuur. Het boek is bestemd voor leerkrachten in het basisonderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Het is een zeer praktisch boek met lessuggesties. Vooral het eerste deel van het boek is goed uitgewerkt. Duijx betreurt het ontbreken van bronvermeldingen. |
|
1989 (11) 18-20 |
|
378. |
|
[Krüderige wieven. Drenthse vrouwen in de 20ste eeuw. Marion Hoogendijk (eindred). Zutphen: Walburgpers, 1991] |
|
Duijx bespreekt vooral het artikel Over hoogdravende lectuur en zedelijke verheffing. Leescultuur in Drenthe, 1900-heden, waarin de ontwikkeling van het lezen kort geschetst wordt van iets afkeuringswaardigs tot iets nuttigs en plezierigs. |
|
1991 (20) 26-27 |
| |
| |
379. |
|
[Makkelijk lezen. C.J. van Rees en P. Mooren (red). Tilburg: Zwijsen, 1990] |
|
Vijfde in de reeks symposiabundels Kinderen, boeken en lezen, waarin een rijk overzicht van allerlei invalshoeken omtrent het thema ‘Makkelijk lezen’ gegeven wordt. ‘Een welkom overzicht van de stand van zaken met betrekking tot makkelijk lezen’. |
|
1991 (20) 27-30 |
|
|
Duin, Lieke van |
|
Recenseren is een kunst. |
|
380. |
|
[De kunst van het recenseren van kunst. Wam de Moor] |
|
De Moor schreef dit boek niet van achter zijn studietafel, maar vanuit de workshops met studenten die hij aan de hand van een beoordelingsmodel kunstrecensies laat beoordelen en zelf laat schrijven. Van Duin vindt het een heel ‘praktische en complete schriftelijke cursus’ en ook voor de recensent van jeugdliteratuur van belang. |
|
1994 (30) 33-35 |
|
|
Ekkers, Remco |
|
Andreus-biografie: te veel ijver? |
|
381. |
|
[Hans Andreus. Biografie Jan van der Vegt. Baarn: De Prom, 1995] |
|
Ekkers is van mening dat het voor het werk van een auteur beter is als de lezers zo min mogelijk van hem weten. Met een variant op Ezensberger zegt hij ‘Lees geen biografieën, mijn zoon. Lees gedichten, ze zijn objectiever.’ ‘En natuurlijk werkt de biografie verhelderend en wij lezers zijn nieuwsgierig...maar toch. Kon een auteur volstrekt anoniem blijven, het ware beter voor zijn werk. En het werk dat zonder biografie niet begrepen kan worden, moet misschien in portefeuille blijven.’ |
|
1995 (36) 559-563 |
|
|
Een brave biografie over Lewis. |
|
382. |
|
[C.S. Lewis, biografie. George Sayer. Kampen: Kok Voorhoeve, 1996] |
|
‘De biografie is doortrokken van Sayers levensovertuiging. Er staat niets in dat we al niet wisten’. De biograaf kreeg te weinig boven water over de geheimen van Lewis. Bovendien is het verhaal weinig boei- |
| |
| |
|
end geschreven en krijg je geen scherp beeld van deze ‘advocaat van het conservatieve christendom’. |
|
1997 (43) 521-525 |
|
|
Frankrijker, Hans de |
|
Jan Ligthart en zijn bijdrage aan ons leesplezier. |
|
383. |
|
[J. Ligthart (1859-1916): een schoolmeesterpedagoog uit de Schilderswijk. Barbara de Jong. Groningen: Wolters Noordhoff, 1996] |
|
De Jong heeft de veelzijdigheid van Ligthart willen belichten en niet slechts zijn bijdrage aan het leesonderwijs voor de jeugd. De poging van De Jong een beeld te schetsen van Ligthart als onderwijsvernieuwer wordt door Frankrijker zeer gewaardeerd, hij vindt wel dat zij Ligthart te weinig in het beeld van die tijd plaatst. |
|
1997 (42) 363-370 |
|
|
Hoven, Peter van den |
|
Midden in de muziek. |
|
384. |
|
[Een iets te hoge toonbank. Bregje Boonstra. Baarn: Bekadidact, 1994] |
|
Lovende bespreking van de bundeling van Bregje Boonstra's kinderboekrecensies die verschenen in NRC Handelsblad. ‘Zo'n criticus is nog altijd een zeldzaamheid.’ |
|
1995 (33) 147-152 |
|
|
Plaatjes vullen geen gaatjes. |
|
385. |
|
[Paul Biegel, meesterverteller met een rovershart. Aad Meinderts e.a. (red). Haarlem: Holland, 1996]. |
|
Van den Hoven betreurt, naar aanleiding van het verschijnen van het Schrijversprentenboek, het nagenoeg niet voorkomen van het genre levensbeschrijving in de jeugdliteratuur. Het schrijversprentenboek demonstreert volgens Van den Hoven vooral ‘dat de redactie verzuimd heeft de Biegel-receptie nieuwe impulsen te geven; dat er een uitgelezen kans is gemist om biografisch voorwerk te verrichten; dat een overmaat aan tamelijk willekeurig beeldmateriaal het gebrek aan tekstanalyse en onderzoek geenszins kan verhullen’. |
|
1997 (41) 121-129 |
| |
| |
|
Lierop-Debrauwer, Helma van |
|
Voorbeelden, voorbeelden en nog eens voorbeelden. |
|
386. |
|
[Children's Literature Comes of age. Towards a New Aesthetic. Maria Nikolajeva New York/London: Garland Publishing, 1996] |
|
Bespreking van een vakboek waarin jeugdliteratuur vanuit literatuurtheoretisch en literatuurhistorisch perspectief wordt benaderd. De verdienste van het boek is, volgens Van Lierop, dat jeugdliteratuur consequent wordt benaderd als een volwassen vorm van literatuur. Nikolajeva doet dat aan de hand van een interessant begrippenapparaat, dat helaas te abstract blijft. Ze benut te weinig de voorbeelden om het begrippenapparaat te verduidelijken. |
|
1997 (41) 130-137 |
|
|
Linders, Joke |
|
387. |
|
[Altijd acht gebleven. Over de kinderliteratuur van Annie M.G. Schmidt. Murk Salverda (eindred). Amsterdam: Querido, 1991] |
|
Bespreking van het ‘Schrijversprentenboek’ dat werd uitgegeven ter gelegenheid van de tachtigste verjaardag van Annie M.G. Schmidt. Linders vindt het een teleurstellend, chaotisch boek met slechts enkele interessante bijdragen, die vooral veel raadsels oproepen. |
|
1991 (19) 52-55 |
|
388. |
|
[De hele bibelebontse berg. Nettie Heimeriks & Willem van Toorn (red). Amsterdam: Querido, 1989] |
|
Linders is niet alleen maar enthousiast over dit ‘standaardwerk over kinder- en jeugdliteratuur’. Ze vindt de aanpak discutabel: jaartallen en concrete gegevens ontbreken vaak of zijn onvolledig. Een rijk, mooi vakboek waarop van alles aan te merken valt, concludeert zij. |
|
1990 (15) 61-65 |
|
|
Het literaire tijdschrift en de kinderliteratuur. |
|
389. |
|
[De Revisor] |
|
De auteur vraagt zich af wat de aanleiding voor De Revisor was een heel nummer aan kinderliteratuur te wijden. Zij mist een theoretische fundering bij de diverse artikelen. |
|
1987 (2) 45-46 |
| |
| |
|
Honderdvijftig data, honderdvijftig evenementen, honderdvijftig essays. |
|
390. |
|
[Nederlandse literatuur, een geschiedenis. M.A. Schenkeveld-Van der Dussen (eindred). Groningen: Martinus Nijhoff, 1993] |
|
Bespreking van een uiterlijk prachtige bundel van 151 essays waarvan de één boeiender is dan de andere. Linders vindt dat het boek geen goede opvolger is van bestaande handboeken als bijvoorbeeld De Knuvelder, omdat de vele medewerkers beslist geen gemeenschappelijke visie op literatuur en literatuurgeschiedenis hebben. Het positieve van de bundel is dat het de eerste literatuurgeschiedenis is, waarin daadwerkelijk aandacht besteed wordt aan de kinder- en jeugdliteratuur. |
|
1993 (26) 101-104 |
|
|
Wie wat vindt, heeft slecht gezocht. |
|
391. |
|
[Wat heten goede kinderboeken? Anne de Vries. Amsterdam: Querido, 1989] |
|
Overpeinzingen naar aanleiding van het verschijnen van het proefschrift van Anne de Vries over de theoretische opvattingen over kinderliteratuur en de praktijk van de boekbeoordeling in Nederland, 1880-1980. Linders plaatst nogal wat kritische kanttekeningen bij het onderzoek. |
|
1989 (11) 13-15 |
|
|
Meinderts, Aad |
|
Pap, dit is Hans. |
|
392. |
|
Reactie van de adjunct-directeur van het Letterkundig Museum, Aad Meinderts, op een recensie van Peter van den Hoven (1997, 41, 120ev). Deze bekritiseerde het schrijversprentenboek dat het museum wijdde aan Paul Biegel. Met naschrift van Peter van den Hoven. |
|
1997 (43) 501-503 |
|
|
Overmeijer, Harry |
|
Grensoverschrijdende bewegingen. |
|
393. |
|
[Grensverkeer. Over jeugdliteratuur. Peter van den Hoven. Den Haag: NBLC, 1994] |
| |
| |
|
Kritische bespreking van de in boekvorm verschenen verzamelde artikelen over jeugdliteratuur van Peter van den Hoven. Overmeijer is niet razend enthousiast over de bundel, vooral het eerste deel vertoont naar zijn mening teveel fundamentele tekortkomingen. De overige artikelen zijn toegankelijk voor een breder publiek, en leveren een bijdrage aan de studie van de kinder- en jeugdliteratuur. |
|
1994 (32) 140-149 |
|
|
Quelle, Pieter |
|
Een persoonlijke geschiedenis. |
|
394. |
|
[De jonge geschiedenis van literaire vorming. Henk Faassen. Utrecht: Hogeschool voor de kunsten, 1996]. |
|
Kritische bespreking van het boek, dat in de ogen van Quelle eerder een persoonlijk gekleurd levensverhaal is dan een objectief boek over de ontwikkeling van literaire vorming. |
|
1997 (42) 326-331 |
|
|
Ros, Bea |
|
Het ABC van de jeugdliteraire canon. Vergeet de bijlages, lees de portretten. |
|
395. |
|
[Het ABC van de jeugdliteratuur. Joke Linders e.a. (red). Groningen: Martinus Nijhoff, 1995] |
|
Het boek richt zich op een breed publiek, reden voor een heldere en strakke opzet van schrijversportretten. De meeste auteurs krijgen twee pagina's met als centraal punt informatie over het oeuvre. Bea Ros vindt het ABC een redelijk naslagwerk, maar is niet erg enthousiast over de bijlages die zonder verantwoording zijn opgenomen. |
|
1996 (38) 252-257 |
|
|
Van missiewerk tot edutainment. De geschiedenis van uitgeverij Zwijsen. |
|
396. |
|
[Zwijsen, een passie voor uitgeven: geschiedenis van een educatieve uitgeverij. Caesarius Mommers & Ger Janssen. Tilburg: Zwijsen, 1997] |
|
Herdenkingsboek ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan van uitgeverij Zwijsen, een helder, leesbaar en bijzonder fraai uitgegeven boek. Het boek kent een thematische opbouw, zodat de ge- |
| |
| |
|
schiedenis diverse keren de revue passeert, telkens vanuit een ander gezichtspunt. |
|
1997 (43) 505-513 |
|
|
Schaaf, Wim van der |
|
397. |
|
[Net foar bern! Jeugdlân tusken 1930 en 1980 yn oarspronkelikfryske berne- en jongereinliteratuer. Jant van der Weg-Laverman. Co-Frisica VIII, 1990] |
|
Van der Weg beschrijft in deze tot boek omgewerkte doctoraalscriptie op basis van de uitgangspunten van Lea Dasberg het ‘jeugdland’ in Friese kinder- en jeugdboeken. Een vergelijking door de jaren heen laat zien dat er steeds een jeugdland beschreven wordt, waarin traditionele waarden en normen (vooral met betrekking tot rolpatronen) steeds weer naar voren komen. |
|
1991 (17) 52-54 |
|
|
Trossèl, Erna |
|
398. |
|
[Leren Lezen is niet genoeg. Annerieke Freeman-Smulders. Meulenhoff Educatief, 1990], |
|
Freeman-Smulders inventariseerde de oorzaken van leesproblemen bij kinderen en geeft suggesties ter verbetering van deze situatie. Trossèl vindt het een overzichtelijk opgebouwd en enthousiast geschreven boek dat toegankelijk is voor de geïnteresseerde lezer. |
|
1991 (20) 30-32 |
|
|
Verdaasdonk, Hugo |
|
399. |
|
[Ik heb het wel in jouw stem gehoord. Helma van Lierop-Debrauwer. Delft: Eburon, 1990] |
|
Kritische bespreking van het proefschrift waarin Van Lierop-Debrauwer een beschrijving geeft van patronen van ‘literaire socialisatie’ binnen het gezin en van de factoren die deze patronen, en het effect ervan, beïnvloeden. |
|
1990 (15) 65-68 |
|
|
Gevonden: ‘Schrijver gezocht’. |
|
400. |
|
[Schrijver gezocht. Encyclopedie van de jeugdliteratuur. Marita de |
| |
| |
|
Sterck (eindredactie). Houten: Van Holkema & Warendorf, 1988] |
|
Korte bespreking van een naslagwerk voor kinderen. Het boek bevat een korte biografie, een schets van het werk en een bibliografie van zo'n 140 Noordnederlandse, Zuidnederlandse en buitenlandse vertaalde auteurs van kinder- en jeugdliteratuur. |
|
1989 (11) 21-22 |
|
401. |
|
[Over kinderboeken. Voor ouders van kinderen tussen 5 en 12 jaar.] |
|
Positieve beoordeling van een boek dat achtergrondinformatie geeft bij een gelijknamige Teleac-cursus. Het boek bevat een schat aan zakelijke en feitelijke informatie en geeft antwoord op zeer diverse vragen betreffende lectuur en het lezen van kinderen. |
|
1987 (2) 48 |
|
|
‘Van vaudeville tot video’ kritisch bekeken. |
|
402. |
|
[Van vaudeville tot video. W. Knulst. Rijswijk: Sociaal en Cultureel Planbureau, 1989]. |
|
Bespreking van het onderzoek van Wim Knulst, dat volgens Verdaasdonk ‘een van de zeldzame pogingen is cultureel gedrag te analyseren’. Knulst probeert inzicht te krijgen in de factoren die een beslissende rol hebben gespeeld bij de aanmerkelijke veranderingen die de laatste dertig jaar zijn opgetreden in de keuzes van Nederlanders uit het aanbod aan informatie en amusement en in het gebruik van de media. (tevens verschenen als proefschrift). |
|
1989 (11) 23-27 |
|
|
Verschuren, Herman |
|
403. |
|
[De goede kameraad; honderd jaar kinderboeken. Toin Duijx en Joke Linders. Houten: Van Holkema & Warendorf, 1991] |
|
In dit boek wordt de geschiedenis van een uitgeversfonds beschreven. Een lange stoet van auteurs en hun boeken passeert de revue. Verschuren omschrijft het boek als: ‘aardig blader- en nuttig naslagboek, ook een mooi feestboek, dat achtergronden bij het uitgegeven werk echter weinig diepgaand beschrijft en de jubilaris zelf buiten zicht laat.’ |
|
1991 (20) 32-34 |
| |
| |
|
Vries, Anne de |
|
De sleutels van de Bibelebontse berg. |
|
404. |
|
[Bibliografie van Nederlandse school- en kinderboeken 1700-1800. P.J. Buijnsters & Leontine Buijnsters-Smets. Zwolle: Waanders, 1997]. |
|
Het echtpaar Buijnsters werkte jaren aan een bibliografie van Nedelandse school- en kinderboeken uit de 18e eeuw. Anne de Vries oordeelt zeer positief over het boek: ‘Een bibliografie is nooit af, maar deze is het bijna’. |
|
1997 (43) 515-520 |
|
405. |
|
[Het verschijnsel jeugdliteratuur. Rita Ghesquiere. Leuven: Acco, 1986] |
|
Bespreking van de tweede druk van de ‘eerste wetenschappelijke inleiding tot de jeugdliteratuur in ons taalgebied’. Het boek van Ghesquiere besteedt uitgebreide aandacht aan de specifieke kenmerken van het literaire communicatieproces bij kinderen. De Vries looft het streven van de schrijfster, maar vindt het boek te beknopt, waardoor sommige uitspraken onduidelijk of zelfs onjuist zijn. Er worden een groot aantal studies besproken, maar de samenvatting is te summier, waardoor de porté niet duidelijk wordt. Een handig boek voor ingewijden, als inleiding voor het onderwijs te beknopt en oppervlakkig. |
|
1987 (4/5) 84-86 |
|
|
Vrooland-Löb, Truusje |
|
Close-looking naar prentenboekillustraties: een kijkanalyse. |
|
406. |
|
[Looking at Pictures in Picture Books. Jane Doonan. Lockwood: The Thimple Press, 1993]. |
|
Vrooland beschrijft de visie van Jane Doonan met betrekking tot het bewuster kijken naar illustraties en het oordelen daarover. Ook geeft Doonan didactische aanwijzingen en een werkplan voor het bekijken van prentenboeken in de klas. |
|
1993 (26) 105-108 |
|
|
Weg-Laveman, Jant van der |
|
Friese jeugdliteratuur groter gegroeid. |
| |
| |
407. |
[Durk en Djoke wurde wier grutter! Wearden en noarmen yn oarspronkelijk Frysk proaza foar bern en jongerein. Hedzer Drent. Leeuwarden: Fryske Akademie, 1994] |
|
Bespreking van het proefschrift van Hedzer Drent, waarin beschreven wordt hoe normen en waarden in oorspronkelijk Fries proza voor kinderen en jeugdigen gestalte heeft gekregen. Drent brengt een hommage aan de schrijfster Jant Visser-Bakker (1906-1992), die met haar werk voor kinderen heeft getracht een steentje bij te dragen aan de emancipatie van het Friese kinderboek. |
|
1995 (33) 139-146 |
|
|