Of misschien past het ons beter om in een strakker zwart te werken, het zwart dat zo prachtig grafisch kan afsteken tegen het wit en met minimale middelen zoveel kan suggereren. Twee stipjes, een streepje, net op de honderste millimeter goed neergezet, en de stipjes kijken naar de beĊchouwer met een variëteit aan emoties die tot hun essentie zijn teruggebracht. Wie zijn penseel laat dansen met aquarelverf speelt ook met het wit van het papier, die behangt het met kleurige sluiers en bepaalt welk plekje nog gezien mag worden en waar het naar de achtergrond moet. Die maakt iets dat licht en complex tegelijk is.
En dan is er het licht en donker, het licht en zwaar van de dekkende kleuren. De schitterende truc van het stipje wit dat leven schenkt in ogen en op water, de gele vlekjes van niks die een heel slot in een feeërieke verlichting laten baden. Zo dansen onze penselen, pennen en wat-niet-al mee met de sprongen in het denken; een denken in vlakken en lijnen, kleuren en verhoudingen, ritme en perspectief.
Terwijl we aan onze tekentafels zitten kruipen we over de grond of vliegen we door de lucht, nemen we afstand of komen we zo dichtbij als we kunnen, verschuiven we de wereld naar eigen goeddunken, transformeren we de mensen en mensjes en dieren en diertjes, vergroten hun hoofden en koppen, verkorten hun beentjes, geven we mensen iets dierlijks en dieren en dingen iets menselijks.
Verlichten, zo heette illustreren vroeger en dat woord is veranderd in verluchten. (De i en de u schijnen zo dicht bij elkaar te liggen dat menige buitenlander het verschil nauwelijks hoort).
Ik vind het net zo mooi: verluchten. Want verluchten betekent ook: door laten waaien, en dat past wel. Mooie illustraties zitten niet potdicht, die laten ruimte aan de kijker. Die kan er zijn verbeelding en gedachten in laten doorwaaien, als een soort ventilatie van de geest. Verbeeldingsluikjes en denkramen kunnen worden opengezet.
Er kan ook lucht komen tussen de muren van letters. Door de illustraties kijkt het boek de lezer aan, nodigt het uit, schenkt het al wat in om te proeven en te snuffelen en er vervolgens een glas vol van te willen hebben. Ze geven ook lucht door zichtbaar te maken wat de schrijver in woorden heeft weggelaten en zo tekst en tekening onmisbaar voor elkaar te laten worden, maar tegelijkertijd plamuren ze het hoogtepunt van de tekst niet bij voorbaat dicht.
En wat een voorrecht dat deze beeldtaal overal leesbaar is. Dat een illustrator niet het gehannes heeft van de schrijver en de vertaler, de