Fiep Westendorp als visueel begeleider van de boodschap. Waarschijnlijk heeft dat te maken met de toegankelijkheid van haar werk voor een groot publiek. Haar tekeningen doen het tot de dag van vandaag uitstekend op allerlei merchandiseproducten.
Fiep Westendorp behoort tot de illustratoren die tevens illustratief ontwerper zijn en een groot gevoel voor compositie en paginabeheersing hebben. Vanaf het begin van haar carrière heeft ze dan ook zeer knappe omslagen gemaakt.
Er loopt een duidelijke lijn van het vroegste werk naar de meest recente tekening (omslag Ibbeltje), maar desalniettemin heeft zij een sterke drang tot vernieuwing. Wanneer zij in een oude tekening een zekere mate van gedateerdheid bespeurde in kleding of entourage, dan paste zij dit bij de herdruk aan of maakte daar zelfs nieuwe tekeningen voor (Tante Patent).
Wie de grote stapel boeken die zij samen met Annie M.G. Schmidt maakte bekijkt, ontdekt daarin een hoge mate van symbiose tussen auteur en illustrator, een schrijfhand/tekenhand-situatie waarbij de tekenaar beelden maakte bij datgene wat de woorden opriepen. Soms voegde zij daar zelf nog iets aan toe.
Het is dan ook buitengewoon merkwaardig dat Annie altijd met prijzen overladen is, en Fiep nog nooit eerder bekroond werd.
Wat zou de reden zijn: toeval, pech, de tijdgeest die tegenzat? Het heeft geen zin daar nog over te zeuren.
Zelf zit ze er beslist niet mee, want van kinderen krijgt ze genoeg erkenning. Sterker nog: op een prijs zat ze nooit te wachten, zegt ze. ‘Van zo'n prijsuitreiking word ik alleen maar doodnerveus. En waarom zou ik me in de zenuwen gooien?’ (citaat uit Trouw, 4 oktober 1990)
Daarom. Eén keer maar, Fiep.
Omdat wij deze eenmalige, dikke, mooie, extra, Jubileum-Penseel, Super-Penseel, Ere-Penseel, deze Oeuvre-Penseel maar aan één iemand in Nederland willen uitreiken. Aan jou, Fiep Westendorp!
De jury,
Truusje Vrooland-Löb (voorzitter)
Pieter van Delft
Margreet Ruardi