beld en bloedserieus geïnterviewd. En wie de vragen niet kon of wilde beantwoorden, schreef een betoog in zijn of haar eigen taal. Het resultaat is een heus schrijversnummer met een keur aan verrassende uitspraken, twijfels en zekerheden van de hoogstgeplaatsten in de kinderliteratuur en alles daaronder: jonge godinnen, door Het Kind beminden, een eenzame Vlaming, een beginnend allochtoon, een internationale beroemdheid en een superieure vertelster!
De auteurs van dit nummer moeten bij gebrek aan passende pecunia het nog altijd doen met de hen toegezegde eeuwige roem en dankbaarheid. Paul Biegel, die alweer zijn vierde en helaas laatste column schreef, zou liever boter bij de vis zien.
Desondanks begint de Stichting ter Bevordering van de Studie van de Kinder- en Jeugdliteratuur aan haar elfde jaargang en is dit toch een beetje een jubileumnummer dat de lezers aan het denken moet zetten, op ideeën zal brengen, tot nadenken stemmen of tenminste tot lezen uitnodigen. Daarmee bevinden we ons in het gelukkige gezelschap van die duizenden kinderen die de Stichting Speurwerk betrapt heeft met een boek in de hand. In goed ingelichte kringen gaat de mare dat de verkoop van kinderboeken dit najaar met 33% is gestegen. Mirabile dictu.