tekenen, tuinieren, koken, volksdansen, en het gebouw schoonmaken. Onze schoolvlag bestond uit alle kleuren plus wit. Echte vlaggen waren te nationalistisch en daar deden we niet aan. De Zilvervloot werd niet gezongen. Wel De gedachten zijn vrij. En in het Werkplaatslied werd gevraagd of je hield van lichtende luchten, bloemen en vruchten. Timmeren en naaien, graven en zaaien.
We noemden iedereen bij de voornaam. Er werd niet gestemd, maar samen besloten. Of je nou vijf was of vijftig, je mening telde.
Een elftal dat op een toernooi nummer één werd, mocht de beker niet aannemen, want prijzen waren niet belangrijk. Het ging om het dóen, niet wat je ermee verdiende.
En dan de Hoofdplons. Op de laatste dag vóór de grote vakantie moest iedereen zijn of haar hoofd even in een teil met ijskoud water plonzen. Het had natuurlijk weer te maken met gelijkwaardigheid en wij vonden het doodnormaal.
Al die dingen en nog veel meer, hoorden bij het ideaal. Wij, werkers, werden door medewerkers opgeleid tot Goed Mens en we gingen later de wereld verbeteren. Bij die opleiding hoorde ook Afkes tiental. Dat we vooral niet vergaten hoe fijn we het hadden. Het boek kwam hard aan bij een meisje dat toch al last had van schuldgevoelens over alles en iedereen. Ik heb het pas herlezen en ik voelde me binnen tien minuten weer als vroeger.
Maar er was op de Werkplaats ook een toneelpedagoge die ons scènes liet verzinnen. Ze merkte dat ik dat kon en zei het gelukkig tegen me.
Eén medewerker had z'n eigen opvatting over wat goed voor een kind was. Hij deed bijna niet anders dan het vertellen van een spannend vervolgverhaal. Dit werd tot onze vreugde lang niet ontdekt.
Toen ik een tijd last had van mezelf, gaf een andere medewerker me een schrift en pen en zei: Schrijf maar op wat je dwars zit. En ik mocht schrijven, schrijven en schrijven.
Rekenen is nog steeds een ramp. En van dat schuldgevoel kom ik nooit meer af. Maar van een buitenstaander kan ik geen kwaad woord over de Werkplaats horen. Ik heb er wél over vrijheid geleerd.
Beste jury, ik ben blij met deze prijs. Vooral omdat er de afgelopen twee jaar zoveel prachtboeken zijn verschenen. In Nederland kan ook bijna alles voor kinderen en daar mogen we trots op zijn.
Daarom kon Veren verschijnen, met de zo mooie en voor een kinderboek, gedurfde prenten van Peter van Poppel.