Voor de tekening heeft Pija Lindenbaum een laag gezichtspunt genomen, vanwaaruit de boom schuin naar achteren helt; de hond op de voorgrond krijgt hierdoor enorme proporties en ziet er ondanks zijn kwispelende staart angstaanjagend uit.
De dagdromen van Else-Marie zijn in de tekst te herkennen doordat de regels cursief gedrukt zijn. De tekeningen, waarop haar angsten in beeld zijn gebracht, hebben een bruingrijze kleur en zijn daardoor duidelijk van de werkelijkheid gescheiden.
Op school kan Else-Marie haar gedachten niet bij de les houden. Rekenen, schrijven en tekenen, niets wil lukken. Op deze twee bladzijden wisselen tekst en tekeningen elkaar af. Je ziet het vel met mislukte letters en vlekken, het potloodje ernaast; de som: twee plus vijf aardappelen (die samen zeven vadertjes maken volgens Else-Marie en die je dan ook op wolkjes over de bladzijden ziet zweven) en de worst die Else-Marie heeft getekend (volgens de juffrouw is dat een mooi nijlpaard).
De angstdromen stoppen niet, wanneer Else-Marie in het clubhuis is, ze worden erger. Terwijl ze vadertje en moedertje speelt komt een verschrikkelijke gedachte in haar hoofd op: Stel je voor dat de kinderen met mijn pappa's gaan spelen, ook al zeggen mijn pappa's dat ze haast hebben. Misschien hebben de kinderen wel een hekel aan de strenge stemmen van mijn pappa's. En dan zeggen ze: Kom, lieve kleine mannetjes niet zeuren.
In de tekst valt deze droom nog mee, maar de illustratie laat zien dat dat spelen echt een schrikbeeld is: De kinderen kleden de vadertjes uit, doen ze jurkjes aan en leggen ze in een poppewagen. Als een vader niet wil wordt hij achterna gezeten.
Else-Marie voelt zich ziek van ellende. Ze mag in de kamer van de leiding omdat ze wat bleek ziet. Liggend op de bank bekijkt ze de kamer en ziet De kleine schoorsteenveger liggen, het boek waaruit iedere dag wordt voorgelezen. Ze vindt dat zo'n zielig verhaal, dat ze elke keer een brok in haar keel krijgt. Denkend aan dit boek vergeet Else-Marie haar vaders.
Pija Lindenbaum heeft voor de tekening weer een ander gezichtspunt betrokken, we kijken van bovenaf in de kamer. Else-Marie zien we op de bank tevreden kijkend naar een poster met moderne kunst.
Het, inmiddels in slaap gevallen, meisje schrikt op uit een nachtmerrie: de leidster die voorleest uit De kleine schoorsteenveger heeft haar stevige achterwerk laten neerkomen op de vadertjes, die op haar