verkopen en geld te lenen, slagen ze erin om via München naar Londen te vertrekken. Daar begint hun leven als asielzoekers. Over dit leven gaat het laatste deel van het boek.
Elisabeth Laird geeft een genuanceerd beeld van de problematiek van het Koerdische volk dat door haar versnippering steeds weer te lijden heeft van onderdrukking, verdrijving en vernietiging. Het gegeven dat Koerdistan geen zelfstandige staat is en daardoor gedoemd is om in vijf landen de positie van minderheid in te nemen komt herhaaldelijk in het verhaal naar voren.
De schrijfster neemt geen duidelijke politieke stelling in, maar laat de omstandigheden voor zich spreken. In bepaalde opzichten is dit jammer. Een grotere betrokkenheid bij de problematiek van de Koerden en de rol van de Westerse mogendheden daarin had het verhaal sterker gemaakt. Haar nuancering komt o.a. tot uiting in de beschrijving van de peshmerga's. Ze doet dat in de vorm van drie persoonsbeschrijvingen die exemplarisch zijn voor vrijheidsstrijdbewegingen n.l. Kak Soran, de vader van Tara, zijn broer Rostam en Ashti, de oudere broer van Tara. Kak Soran voelt zich betrokken bij de vrijheidsstrijd, maar probeert zo op diplomatieke wijze te handelen. Rostam is een vechtersbaas. Hij is trots op zijn heldendaden en heeft weinig scrupules over de gevolgen ervan en Ashti is idealistisch maar ook onzeker over de juiste aanpak van de strijd.
Het familieleven is door Laird uitstekend beschreven. De personen worden beschreven als krachtige en optimistische mensen, die zich staande weten te houden. De familie ondervindt naast de vernedering ook warmte en vriendschap van anderen. Tara's moeder neemt in het gezin een centrale rol in. Ze houdt zich strikt aan de Islamitische leefregels, maar is absoluut geen onderdanige vrouw. De verschillen tussen het geseculariseerde Irak en het Shi'itische Iran blijken o.a. uit het dragen van de chador. Tara is daar zowel positief als negatief over. Negatief omdat het van hogerhand wordt opgelegd, positief omdat het ook een soort veiligheid biedt. Deze uitspraak sluit aan bij een gedachtengang die door meer Islamitische vrouwen naar voren is gebracht en kan voor Westerse lezers taboedoorbrekend werken.