Het ontbrekende boek
Is jureren een kwestie van smaak of van overeenstemming bereiken volgens het principe van de grootste gemene deler? Heeft een penseeljury die voor de ‘tigste’ keer Max Velthuys de beste schilder vindt geen of juist een excellente smaak? Waren er geen alternatieven of konden ze niet om het prachtige Kikker in de kou heen?
Hoeveel lef moet een jury hebben om Nachtverhaal van Paul Biegel te passeren? En waarom zouden ze dat eigenlijk doen? 't Is zonder meer een van de beste boeken van 1992 en ook binnen zijn oeuvre is dit verhaal over leven en dood een bijzonder geslaagde of moet ik zeggen gelaagde prestatie.
Griffels, penselen, vlaggen en wimpels, ze zijn een instituut geworden met een kwade geur, omdat ‘kinderen ze toch niet willen lezen’ [net zo min als die Librisprijsboeken trouwens]. Een geur die sterker is dan kattepis in een oud tapijt. Akelig doordringend en moeilijk weg te wassen, hoeveel leesbare Biegels, intrigerende Schells of geestige Dekkers je daar ook over uitstrooit.
Een beetje jury trekt zich dan ook niets aan van het gemor der niet jurerenden of uitgevers die voor de zoveelste keer buiten de boot vallen. Ze maakt haar keuze en verantwoordt die in het juryrapport. Je kunt zelfs verdedigen dat de griffel- en penseeljury's de laatste jaren de keuze van de Libris Woutertje Pieterse prijs corrigeren respectievelijk bevestigen of aanvullen. Imme Dros' Annetje Lie in het holst van de nacht was goed voor zilver, net als Margriet Heymans' Lieveling, boterbloem. Maar De dame met de neushoorn (Anne Vegter), Anderland (Paul Biegel), Juffrouw Kachel (Toon Tellegen) en Een heel lief konijn (Imme Dros en Jaap Lamberton) ontbreken in de lijst van goud en zilver en moeten het doen met een hier en daar een vlaggetje.