Merkwaardig is dat het boek na lezing van het voorwoord en een aantal pagina's dichtgeslagen en de toegezegde deadline voor een bespreking overschreden werd. Want ook Doonan heeft naar plaatjes gekeken zolang als zij zich herinneren kan, ook háár vader schilderde en ook zìj heeft kunstgeschiedenis gestudeerd en ziet het prentenboek als een kunstobject dat een bijdrage kan leveren aan de kunstzinnige ontwikkeling van kleine en grote mensen. Ze meent dat de waardering en de ervaring met prentenboekillustraties de belangstelling voor de schilderkunst kan doen toenemen en de toegankelijkheid daarvoor doet vergroten. Want ook al is de verschijningsvorm anders, de esthetische activiteit van het beschouwen van lijn, vorm en kleur in een samenspel blijft toch hetzelfde (zie voor mijn visie: Kunst voor Kinderen in: Documentatieblad Kinder- en Jeugdliteratuur, 1989(3)12, pag. 5-17). Mijdingsgedrag dus!
Jane Doonan die behalve als jeugdliterair criticus ook als docente (Engels en drama) aan een middenschool ervaring heeft in het werken met tieners, schreef eerder uitgebreide artikelen over onder meer Anthony Browne, Maurice Sendak, Robert Ingpen en Satoshi Kitamura; bekende prentenboekmakers aan wier werk ze in deze uitgave haar kijkmodel demonstreert.
Haar vertrekpunt is dat de ‘waarnemer’ van de illustratie (dus niet de lezer van het boek) in eerste instantie dit met een ‘open mind’ moet doen om vervolgens te doorgronden uit welke ingrediënten deze is opgebouwd (lijn, vorm, compositie, kleur, beweging) en welke cultureel bepaalde associatie of boodschap ze bevat.
Ze toont aan de hand van een uitgebreide analyse van een paar tekeningen uit Het schaap zonder slaap van Satoshi Kitamura de kracht van de individuele lijnvoering (beweging, texture, volume) en van aspecten als: kleur (tint, toon, volume), vorm en perspectief. Daarna reikt ze een werkplan voor het bekijken van prentenboeken in een klas aan. Ze doet dit stap voor stap: van omslag naar schutbladen, titelpagina, enz., en beschrijft hoe ze dit op haar manier met kinderen van 12-14 jaar(!) heeft gedaan. Een overtuigend bewijs van deze werkmethode is het opgenomen en indrukwekkend gestructureerde kijkverslag van