| |
| |
| |
De plaats van de jeugdliteratuur in de literatuur.
Joke Linders
Aansluitend op het pleidooi van Harry Bekkering de jeugdliteratuur te benaderen vanuit een literair-historisch perspectief, verwijs ik hier eerst naar uitspraken van de voorzitter van de eerste Staatsprijs voor kinder- en jeugdliteratuur, C. Wilkeshuis. Die zei in 1965 tegen Annie M.G. Schmidt: Eerst was ik van plan mijn toespraak te beginnen met u het sprookje te vertellen van Assepoester. U begrijpt natuurlijk waar ik heen had gewild. Assepoes was dan het kinderboek, -van haar twee zusters was de ene de romanliteratuur voor volwassenen waarin mijn lagere-schoolgenoot Simon Vestdijk zo'n duizelingwekkende hoogte heeft bereikt. De andere zuster hield zich meer op met tieners, ze had iets onverbiddelijks over zich en scheen me geparenteerd te zijn aan ‘Ik Jan Cremer’. En de kinderliteratuur zou dan Assepoes zijn, steeds bezig met haar linzen en aangebrande pannen. Nooit naar het Boekenbal. En zo lette niemand op haar. De goede man veranderde van gedachten omdat zoveel instellingen zo positief met het kinderboek bezig waren. Hij wou niet ondankbaar lijken.
Het begin van zijn toespraak is anno 1992 nog steeds bruikbaar. Er is immers ook nu veel om dankbaar voor te zijn. De aandacht voor kinderliteratuur is de laatste jaren enorm toegenomen. Het kinderboek emancipeert zich op tal van manieren. Dit symposium en de grote opkomst van vandaag is daar het zoveelste bewijs van. Maar de kinderboekenschrijvers waren het afgelopen jaar wederom niet uitgenodigd voor het boekenbal en of,
| |
| |
respectievelijk hoe de media op de kinderliteratuur letten, is nog een dubieuze kwestie.
Ik begin dus maar liever met uitspraken van de man die u eigenlijk op deze plaats had verwacht, Jacq Vogelaar. In De Groene Amsterdammer van 22 april 1992 schreef hij: Wat men later leest, en vooral hoe, zal veel te maken hebben met de vroegste kennismaking met boeken, daar kan iedereen uit eigen ervaring over meepraten.... Er zijn auteurs die heel hun leven de wereld van het kinderboek trouw blijven en niet vergeten wat het is om een kind te zijn. Als jonge en volwassen lezers zoveel met elkaar gemeen hebben, waarom neemt men dat dan niet serieus?
Er is, naast de nodige verschillen, veel gemeenschappelijks in de leeswereld van jeugdboeken en literatuur, ook kwalitatief, vervolgde hij. Daarom moeten we kinderliteratuur niet als een apart genre beschouwen. Kinderliteratuur maakt gewoon deel uit van de literatuur. Er zijn wel verschillen maar die hebben voornamelijk met register en voorkennis te maken.
Vogelaars pleidooi voor een vrijer grensverkeer tussen grote en kleine literatuur klonk de organisatoren van deze dag als muziek in de oren en dus nodigden wij hem uit de discussie van deze middag in te leiden. Die uitnodiging nam hij enthousiast aan. Hij realiseerde zich wel dat hij begin november in Frankrijk zou zitten werken aan een nieuw boek, maar dan kon een van ons zijn verhaal toch voorlezen? Dat kon en ik zou hier dus in ieder geval gestaan hebben om zijn woorden uit te spreken. Drie weken geleden liet hij tot zijn en onze spijt weten dat zijn ogen groter waren geweest dan zijn maag. Hij had al zijn aandacht en energie nodig voor het literaire werk dat eind van dit jaar af moet...
En dus moest de jeugdliteratuur een stapje opzij doen, maar omdat de plaats van de jeugdliteratuur binnen de literatuur o.a. gekenmerkt wordt door een grotere ruimte voor verwondering en verbeelding, zal het u wellicht weinig moeite kosten zijn pleidooi verder uit te werken. Tenminste als u die jeugdliteratuur een warm hart toedraagt. Wie de kinder- en jeugdliteratuur bekijkt vanuit de opvatting dat alleen literatuur voor grote mensen de moeite van het volgen waard is, omdat kleine mensen niet meetellen en hun leesmateriaal al evenmin, velt door- | |
| |
gaans een ander oordeel. Dat oordeel is dan niet gebaseerd op intrinsieke kwaliteiten maar eerder op buitentekstuele argumenten van opvoeding en status. Van die laatste attitude geef ik u wat voorbeelden:
* | In De Geschiedenis van de Nederlandse literatuur van Ton Anbeek is met geen woord gerept over auteurs van kinder- en jeugdboeken. De kritiek heeft hem om vele missers en opvattingen de oren gewassen, maar het ontbreken van kinder- en jeugdliteratuur kwam daar niet in voor. |
| |
* | Lijkt het u mogelijk dat aan kritiekpausen als Tom van Deel, Carel Peeters of Kees Fens zou worden voorgesteld nu maar eens op te houden met het lezen en beoordelen van boeken, omdat ze te zeer door de wol geverfd zijn geraakt en te kritisch zijn geworden?
De kinderboekenrecensent die het waagt langer dan vijf of tien jaar zijn oordeel te geven over de kinderliteratuur in Nederland, hoort deze suggestie met grote regelmaat. Kinderboeken kan je immers met geen mogelijkheid zo lang lezen, tenminste als je jezelf serieus wenst te nemen. Van zoveel kinderboeken word je sikkeneurig en trouwens hoe meer je leest, hoe troebeler je oordeel wordt. Je kunt het toch ook moeilijk een vak noemen, het beoordelen van kinder- en jeugdliteratuur, want daar heeft iedereen verstand van! We zijn allemaal kind geweest en lazen ooit wel eens een kinderboek. |
| |
* | Elk voor- en najaar haasten eerbiedwaardige kranten zich een overzicht te geven van de komende produktie. Essays, biografieën, fictie, non-fictie, poëzie. Kinderboeken komen daar nooit in voor. |
| |
* | De Volkskrant heeft een ISBN-rubriek waarin op dit moment Willem Kuipers het laatste nieuws op boekengebied overziet. Kinderboeken horen daar qualitate qua niet bij, worden niet opgemerkt of gelezen. Ze duiken hooguit eens op in de rubriek Dag in, dag uit omdat Han van Gessel ze een warm hart
|
| |
| |
| toedraagt. |
| |
* | De winnaar van de P.C. Hooftprijs, of dat nu Kees Fens, Elisabeth Eybers of Anton Koolhaas is, wordt door alle media geinterviewd of geportretteerd vlak voor of nadat zij deze eerbiedwaardige prijs in ontvangst nemen. Dat hun werk al dikwijls besproken is en dat er een vracht aan interviews met hen bestaat, speelt daarbij geen rol.
Bij de even eerbiedwaardige winnaar van de Theo Thijssenprijs Wim Hofman ging dat anders. Die had toch al eens een prijs gewonnen en was toch al eens sprekend in de krant opgevoerd? Dan was het afdrukken van het persbericht meer dan voldoende. |
| |
* | Op het gebied van de literatuur heeft elke krant een aantal recensenten in dienst die ieder naar eigen voorkeur of kennis boeken bespreken: poëzie, non-fictie, buitenlandse auteurs, realistische auteurs, vrouwelijke schrijfsters.
Voor de jeugdliteratuur krijgt op zijn gunstigst één figuur wekelijks de gelegenheid tegen een schamel loontje alle 400 nieuwe kinder- en jeugdboeken van dat jaar te bespreken. Of de betreffende figuur van wanten weet, is vaak niet eens relevant. Als hij of zij (meestal) maar kinderen heeft, iets met kinderen te maken heeft, vroeger zelf graag las en een beetje kan schrijven, is dat wel voldoende. |
| |
* | Auteurs die zich verbazen over het literaire bedrijf in Nederland publiceren hun opwinding in de grachtengordel en mogen daarover dan in alle semi-culturele praatprogramma's hun gal spuwen.
Kinderboekenschrijvers die over hun vak een Rasternummer vol schrijven, worden prompt voor zielig uitgemaakt. |
| |
* | Zowel in het literaire als in het kinderliteraire bedrijf functioneren er publieksprijzen naast literaire prijzen van min of meer deftige jury's. Als Jacq Vogelaar zo'n literaire prijs krijgt, hoor je niemand mompelen dat hij niet eens meespeelde in de publieksprijs.
|
| |
| |
|
Bij kinderliteratuur is het de gewoonste zaak van de wereld de smaak van de doelgroep inzet te maken voor het al dan niet toekennen van een literaire prijs. |
En zo kan ik nog een tijdje doorgaan, maar alvorens deze inleiding in een klaagzang dreigt te ontaarden, wil ik u wat cijfermateriaal laten zien. Denise de Boe, studente Nederlands in Leiden en stagiaire bij het Landelijk Platform Kinder- en Jeugdliteratuur, heeft van de eerste drie maanden van dit jaar alle afleveringen van Vrij Nederland en Primeur doorgenomen en gedurende de eerste zes weken de literaire bijlagen op vrijdag en zaterdag van De Volkskrant. Ze heeft onderzocht hoeveel ruimte in ieder van deze media is besteed aan kinder- en jeugdliteratuur in vergelijking met literatuur of meer algemeen met cultuur. De cijfers spreken voor zich.
| |
Vrij Nederland
nr. 1 t/m 12 van jaargang 53 (1992)
(m.u.v. nr. 11 boekenweek)
|
genre |
aantal regels |
% |
1. |
overig |
31120 |
52,41 |
2. |
non-fictie |
16762 |
28,23 |
3. |
proza |
10023 |
16,88 |
4. |
poëzie |
897 |
1,51 |
5. |
kinderboeken |
573 |
0,97 |
|
_____ |
|
|
totaal |
59375 r. |
|
Toelichting: In Vrij Nederland wordt in principe één keer in de drie weken aandacht besteed aan kinderboeken. Onder de rubriek overig vallen interviews, colums, artikelen over brieven en tijdschriften, literaire rubrieken, boekenlijsten en reclame. Alle in relatie tot literatuur.
| |
| |
| |
Volkskrant
Folio
zaterdag
4, 11, 18, 25 jan., 1 en 8 febr. 1992
|
genre |
aantal regels |
% |
1. |
non-fictie |
17855 |
71,03 |
2. |
overig |
4744 |
18,87 |
3. |
thrillers |
1060 |
4,22 |
4. |
kinderboeken |
999 |
3,97 |
5. |
proza |
481 |
1,91 |
|
_____ |
|
|
totaal |
25139 r. |
|
| |
Volkskrant
Kunst en Cultuur
vrijdag
3, 10, 24, 31 jan. en 7 febr. 1992
(niet 17 jan. vanwege filmbijlage)
|
genre |
aantal regels |
% |
1. |
proza |
7513 |
69,18 |
2. |
non-fictie |
3006 |
27,68 |
3. |
poëzie |
341 |
3,14 |
|
_____ |
|
|
totaal |
10860 r. |
|
| |
| |
| |
Volkskrant
Folio & Kunst en Cultuur
5 weken
|
genre |
aantal regels |
% |
1. |
non-fictie |
18284 |
56,54 |
2. |
proza |
7994 |
24,72 |
3. |
overig |
4100 |
12,68 |
4. |
thrillers |
883 |
2,73 |
5. |
kinderboeken |
738 |
2,28 |
6. |
poëzie |
341 |
1,10 |
|
_____ |
|
|
totaal |
32340 r. |
|
| |
Primeur
nr. 1 t/m 12 van 1992
|
genre |
aantal regels |
% |
1. |
sport |
5733 |
24,62 |
2. |
computer |
5289 |
22,72 |
3. |
kunst |
3398 |
14,59 |
4. |
film |
2825 |
12,13 |
5. |
pop |
2793 |
12,00 |
6. |
literatuur |
1447 |
6,22 |
7. |
theater |
1023 |
4,39 |
8. |
kinderboeken |
774 |
3,32 |
|
_____ |
|
|
23282 r. |
|
Toelichting: Omdat Primeur een jongerenblad is, is de aandacht voor kinderboeken afgezet tegen culturele en amusementsactiviteiten van jongeren. |
|