gezien? Overigens, bij het Fonds zijn ze ook niet gek, dus ik kreeg niks. En dat was echt niet omdat er iets aan het boek van Anne Fine mankeerde.
Ik heb een keer het eerste boek van een schrijver vertaald. Weliswaar na lang aarzelen, want al was het verhaal aardig, het werd stuntelig, met horten en stoten verteld. Je kunt onhandige zinnen wat handiger maken, maar aan de manier waarop de zinnen achter elkaar staan kun je meestal niet veel doen, zonder dat het een radicale ingreep betekent. En een van de belangrijkste eisen die je aan een vertaler mag stellen, is respect voor het boek. Je moet je er altijd van bewust zijn dat het niet jouw boek is maar het boek van iemand anders, waar je met je poten moet afblijven. Als de auteur bepaalde dingen anders had willen doen dan had hij dat wel gedaan. En van een onervaren schrijver kan ook een ervaren vertaler geen ervaren schrijver maken. Achteraf had ik het boek beter niet kunnen nemen, want het was een moeizame klus en ik had kunnen weten dat ik de schuld van de gebreken zou krijgen. Ik heb ook wel eens een boek aangenomen dat op het eerste gezicht, oppervlakkig bekeken, wel aardig leek, maar bij nader inzien - van zo dichtbij als alleen een vertaler een boek ziet - mij behoorlijk verveelde. De uitdrukkingsmogelijkheden van de hoofdpersonen bleven goeddeels beperkt tot glimlachen en wenkbrauwen fronsen. En omdat het een ernstig boek was werd er wat afgefronst. In het Engels valt dat minder op, daar staat alleen frown; in het Nederlands krijgt het meer nadruk vanwege de bijkomende wenkbrauwen, maar dat kun je tenminste nog eens af en toe afwisselen met een voorhoofd. Het valt bij een dergelijk boek niet mee erin te komen en vooral niet erin te blijven.
Van dit alles is bij Anne Fine geen sprake, haar boeken worden nooit vervelend of saai en ze zijn uitstekend geschreven. Ik heb pas nog een boek van haar vertaald, The Book of the Banshee. En als we het over de speciale vertaalproblemen van Anne Fine's boeken gaan hebben, laten we hier dan mee beginnen. Want een Banshee kennen wij hier niet. Het is een soort geestverschijning uit de Ierse en Schotse folklore, een vrouw die jammerend en